Zondaar voor God

Zondaar voor God

 

Zondaar voor God gebonden door aardse bezittingen.

De duivel die het kwade zoekt en het hart beheerd.

Waar was de dank voor de zegeningen die wij ontvingen?

Wij hadden ons van het heilspoor afgekeerd.

 

We verlieten Gods goede weg en Zijn geboden.

We dwaalden als schapen af van t’ heilspoor keer op keer.

We waren vol van ego en hadden zo wel onze eigen afgoden.

Ach het leven is als een damp, wachtend op het oordeel van de Heer.

 

Och zondaar waakt op uit deze wereld en laat deze los.

Wat neem je mee in het graf, niets anders dan ijdele trots?

Maar laat Christus over je lichten en laat Hij je Redder zijn.

Dan wordt dat boze hart gewassen in Zijn bloed, wit en rein.

 

Leer te geloven en Hem aan te hangen als een kind.

Geborgen in Zijn Vaderhart, waar men echte vrede vindt.

Een vrede die het verstand te boven gaat en die niemand beschrijven kan.

Van verloren zondaar gered door Zijn sterven, door de liefde van dit zalig Lam.

 

Dan mag deze troost zeker wezen, dat Christus mijn Eigenaar is.

Door Zijn bloed gereinigd en in Zijn handpalm geschreven.

Hij heeft Zijn Zoon voor mij aan het kruishout gegeven.

Zalig wiens zonden vergeven zijn, want groot is s’ Heeren erfenis.

 

 

7 juni 2017 – Harm-Jan Breugem