Verlangend wachten op Hem.
Want mijn ziel verlangt, en wacht o Heere op U in eeuwigheid,
Daar Gij op die dag in glans verschijnt,
Aan Uw Kinderen bestreden en moe.
Neemt Gij ze tot U toe.
Daar is geen ramp , geen leed,
Daar bij Het Lam wat Vrede heet.
Daar zijn alle tranen veranderd in eeuwig vreugde,
Daar is het eeuwig Licht, en daarvan zingt dit lofgedicht”.