Serie: De lofzang van Zacharias. Deel 3 De Heere zal verschijnen.

Serie over de lofzang van Zacharias

Deel1.   De Heere heeft bezocht

Deel2.   De Heere heeft verlost

Deel3.   De Heere zal verschijnen

 

Deel 3. De Heere zal verschijnen.

 

‘Troost, troost Mijn volk, zal ulieder God zeggen, Spreekt tot het hart van Jeruzalem en roept haar toe dat haar strijd vervuld is, dat hare ongerechtigheid verzoend is.’

We mogen vandaag voor de laatste keer stil staan bij de lofzang van Zacharias en vandaag met Gods hulp willen wij stil staan bij het 79ste vers waar staat: “Om te verschijnen aan degenen, die gezeten zijn in de duisternis en in de schaduw van de dood; om onze voeten te richten op de weg van de vrede”. We mochten stil staan bij de Heere die Zijn Volk bezocht. De Heere heeft omgezien naar een volk, een volk wat naar Hem niet omzag. De Heere zag naar ons om, terwijl wij Hem zo vaak niet zoeken, wat een wonder dat Hij wilde omzien. Dat Hij Zijn belofte wel waarmaakte terwijl wij vaak onze beloften niet nakomen. Is dat niet zo in ons leven? Denk aan de gelofte bij uw belijdenis en denk aan de gelofte die uw deed bij uw jaar woord toen u mocht trouwen of een kindje ten doop mocht houden. Hoe vaak zijn wij niet in gebreken gevallen en in de zonden. En zijn we al snel jongeren na onze belijdenis vergeten om de Heere actief te zoeken en stille tijd in acht te nemen en de zonde te vlieden. We nemen zo gauw weer het oude patroon van vroeger over. Maar bij een Kind van de Heer mag het anders worden dan wordt God dienen niet meer last, maar juist een lust. En wat een lust was wordt een last. Ik zoek naar het eeuwige leven ja of ik het ook grijpen mocht. Is dat onze zoektocht naar de Heere geworden zoals dat lied het zegt. ‘Heer mijn hart zoekt U te vinden’. En Hij laat zich vinden ook vandaag hier in Zijn Woord. En Hij heeft bezocht en verlossing teweeg gebracht Zijn Volke. Hij heeft omgezien naar mensen die Hem vanuit nature haten, voor dezulken is Hij gekomen en heeft de straf gedragen. Hij heeft verlost ons uit de banden van de dood. Die banden die ons zo in de knel kunnen houden. De banden van de zonden, de banden van de wereld, en van het vlees. Noem maar op, hoe raak ik daar ooit van verlost. Maar de Heere Hij heeft verlossing teweeg gebracht. Hij heeft gedacht aan Zijn genade, Zijn trouw aan Israël nooit gekrenkt. Hij heeft betaald daar op Golgotha om voor onze zonden te sterven. Om ons te verlossen van de heerschappij van de satan en het vlees der begeerlijkheden. Om ons te verlossen en om onze voeten te richten op het pad van de vrede.

Hij heeft verlost en Hij zal verschijnen. En aan wie zal Hij verschijnen? O lieve lezers Hij zal aan ons allen verschijnen en wij zullen Hem allemaal eens ontmoeten. Maar dat is niet alleen wat er in de tekst staat. Nee er staat nog zoveel meer. Hij zal verschijnen aan degene die in de duisternis leven en in de schaduw van de dood. Hier mag de profetie klinken voor al de heidenvolken. Denkend aan wat de Heere aan Abraham heeft beloofd in uw zullen al de aardrijken gezegend worden. Het Licht der wereld mag ook opgaan in het duistere en in de donkere heidenwereld. Mensen die God niet kennen en die afgoden dienen. Voor dezulken is Hij ook gekomen. O wat een oneindige liefde mag er in deze tekst klinken. Hij zal verschijnen aan hen die in duisternis en in de schaduw van de dood zitten. Om het te zingen met Psalm 116: ‘Ik lag gekneld in de banden van de dood, waar de angst der hel mij alle troost deed missen.’ Christus is eerst gekomen voor Zijn Volk, voor heel Israël. Maar zo mag Petrus straks dat laken gaan zien als Christus is opgevaren. Dat laken met al die onreine dieren en de Heere zegt tegen Petrus eet daarvan. Maar dat kan toch niet Heere dat is toch onrein. Och Heere wij zijn toch onrein wij hebben toch helemaal geen recht op verzoening. Wij zijn toch heiden Heere en we leven in de duisternis en toch wil de Heere ook naar de heiden volken omzien. Zij krijgen na het evangelie wat aan de Joden verbreid is ook het evangelie gepredikt. Zit daar wel iets van besef van in ons hart dat wij ons mogen verwonderen dat de Heere ons ook het evangelie wil laten prediken in het westen. Het westen wat zo donker was vol van de afgoden en nu nog steeds. Maar God behaagde het om de heiden wereld midden in de duisternis een Licht te geven in deze donkere wereld. Namelijk Jezus Christus het Licht der wereld. Wat mogen we dankbaar zijn dat de Heere ons deze rijkdom van het evangelie wilde geven. En dat onverdiend, want zijn wij beter als Israël? Nee ganselijk niet. Israël wat constant de Heere en Zijn dienst vergat. En brengen wij het er beter af? Het gevaar van deze eeuw is dat we zo midden in de wereld leven. Overal verzoekingen en verleidingen. En zo midden in de wereld te staan als christen ach houden we dat vol als er geen Licht is in de duisternis. Maar hier straalt het Licht der wereld, wat onze donkere harten wilt verlichten. Hij heeft naar ons omgezien, Hij heeft ons bezocht, de Opgang uit de hoogte. Wat is het Heere dat gij naar ons hebt omgezien. Als we nu kijken naar Europa, waar de Islam steeds meer zijn plek krijgt. De duivel maakt er werk van om Gods kerk kapot te maken en te vernietigen. En toch is er het Licht gaan schijnen in een donkere wereld. Christus is gekomen!

Wij lagen midden in de dood door de misdaden en de zonden. Ja wie zou ons kunnen verlossen. Ach niemand kan het, zelfs met de allerbeste wil falen wij keer op keer. Maar God de Vader had ons zo lief dat Hij Zijn Zoon naar deze aarde liet komen om ons te verlossen van de rampzaligheid van de eeuwige dood die ons allen te wachten staat indien wij niet het behoud in Christus hebben gezocht. Hij heeft verlossing teweeg gebracht. Ja hoe is dat in uw leven. Wat een wonder als u het mocht ervaren dat Christus in uw leven kwam. En u kon niet meer zonder Christus. U kon niet meer op plaatsen komen waar Hij veracht werd of bespot, het deed u pijn. En een avond niet Bijbel lezen door de drukte of wat anders, het achtervolgde u de heimwee naar Christus. En aan het Avondmaal kon u er met uw gedachten niet bij. Daar het klonk, ‘Ik voor u daar gij anders de eeuwige dood moet sterven’. Diep verwonderd en verslagen van hart mocht u daar zitten en Zijn sterven gedenken. O Heere wat heb ik U lief.

De Heere zal verschijnen. Ja beste lezers, hoe groot en hoe heerlijk is dat nieuws! En toch is dat zo ver weg gezakt in het leven van ons als christen. Hoe vaak bidden wij om Zijn wederkomst of verlangen wij ernaar? We worden zo getrokken en gebonden naar het tijdelijke op deze wereld. Maar deze wereld en al haar begeerlijkheid gaat voorbij. Maar die de wil doet van de Hemelse Vader zal in eeuwigheid blijven. De Heere Hij zal verschijnen. Hij zal brengen het licht in de duisternis. O wat een wonder. Ik mocht het lezen afgelopen week was het in het nieuws. In 1994 waren er ongeveer 100.000 gelovigen in Iran die Jezus mogen dienen en nu in 2019 is dat aantal zo vele malen verdubbeld tot 3 miljoen. Hoe kan het? En hier in het westen lopen de kerken leeg. Maar in het Midden Oosten groeit Gods kerk in de verdrukking. Wij hier in het westen hebben ons zelf als God gemaakt, wij zijn god en we moeten in ons zelf geloven, en we moeten zelf kunnen beslissen wat goed is en wat fout. We zijn op de troon van God gaan zitten en we leven in zulke rijkdom dat wij Hem niet meer nodig hebben. Maar daar in het Oosten waar verdrukking, oorlogen, smarten, ziekten en hongersnoden zijn daar groeit Gods kerk. De Heilige Geest is daar een opwekking en een opleving begonnen. O kan dan niet ons verlangen zo groot zijn. O Heere werk ook in ons Land. Geef dat dat land wat een land van gebed was, wat altijd U zocht te dienen en nu U zoekt te verwijderen uit ons land, o geef Heere dat wij weer mogen wederkeren tot die Heere, die God die hemel en die de aarde gemaakt heeft. Hij blijft trouw ook al zijn wij ontrouw. En te midden van deze donkere tijd waarin zoveel dingen gebeuren. Aanslagen op levens van mensen, en aanslagen op de Heere zelf mag het Licht hier gaan schijnen. Zie hier in Bethlehem ligt een Kindeke in de kribbe. In dat Kindeke is alles wat wij nodig hebben. Is verlossing, is kracht, is vreugde, is vrede. O mogen wij dan maar ons neer knielen voor die kribbe.

De Heere Hij heeft bezocht. Ja hoe dan? Gekomen in de wereld om Zijn eigen leven voor ons op te offeren. Om zich zelf als brandoffer te offeren, dat offer wat de Heere wel behaagt. Die brandoffers van het oude testament waren een gruwel in de ogen van de Heere. Het kon zijn toorn niet stillen en het kon de volkomen schuld van onze zonden niet verzoenen en niet bedekken. Maar dat bloed van Christus is geheel volmaakt en reinigt ons van al onze zonden. Die offers waar wij net over spraken van het oude testament. Wat zaten daar veel gebreken aan. God had een volkomen lam of bokje gevraagd. Maar hoe vaak waren er geen mensen die een dier gaven met een gebrek wat niet zo snel te zien was. Of mensen gaven het niet met hun hart, maar uit plichtsbesef. Zo van dan is mijn schuld weer verzoend. Nee maar dat is de Heere een gruwel in Zijn ogen. Maar ook hier als wij uit deze geschiedenis een lijn trekken naar ons eigen leven. Kan het zo zijn dat je alleen in de kerk komt uit plichtsbesef. Zo dan ben ik weer geweest voor mijn ouders of voor God. En ik zing mee en ik doe wat in de collecte dan ben ik er weer vanaf. Zonder de liefde is alles vergeefs zegt de Prediker. De liefde bedekt alle dingen. Ja het is een gruwel in de ogen van de Heere als u zo vaak naar de kerk gaat uit gewoonte, en niet uit verlangen. Maar hoe krijg ik dat verlangen dan? Ja door vandaag een kijkje te nemen in die kribbe die daar staat in de stal van Bethlehem. Daar ligt de Zaligmaker, Hij is gekomen om onze schuld te verzoenen hoe zou u op zulke zaligheid geen acht geven, geen acht slaan? Bij dat Kindeke mag dat wonder gebeuren en daar moeten we ook om bidden. Niet alleen God moet ons bekeren, maar wij moeten ook de Heere zoeken en naar de Heere verlangen. Bedelend om genade, biddend om bekering, biddend om vrede, Christus zoekend in Zijn Woord. Dominee Hoek zei eens in zijn boekje: ‘Goed luisteren valt niet meer’, dat we moeten kloppen op het Woord. Lees thuis eens de tekst na en het schrift gedeelte. En klop op de tekst. Lees woord voor woord en denk er over wat betekend deze tekst, en wat wil deze tekst mij zeggen en mij leren. Ja vanuit ons zelf hebben wij helemaal niet dat verlangen he om te zoeken naar de Heere. Maar is het nou niet dat rijke dat als niemand God zoekt dat Hij dan ons wel zoekt. Is dat niet een Gods Wonder. Anders zouden wij nog heden en nog steeds en altijd in de volkomen duisternis blijven leven tot een eeuwig oordeel. Maar de Heere komt zelf met het Licht. Hij heeft het beloofd, zie het zal zijn tot een Licht voor de heidenen en tot heerlijkheid van Zijn Volk Israël.

Mag dat straks niet openbaar worden als het getal der uitverkoren geheel voltooid mag wezen. Gods Volk zal Zijn Heerlijkheid zijn en de heidenen voor wie het Licht in het hart mocht en mogen gaan schijnen dat zij straks samen met het Volk Israël die ene God en die ene Naam die onder de hemel gegeven is van harte mogen prijzen en mogen verheerlijken. Ja die grote dag komt spoedig en heel Zijn kerk mag het roepen, ‘O kom, o kom Immanuel. Dan zal het toppunt van de verlossing komen. Dan mogen we verlost worden van al de smarten en zorgen en noden van deze wereld. Dan mag ons lichaam in een punt des tijds veranderd worden gelijk aan Christus lichaam. Een verheerlijkt lichaam, wat nooit meer kan sterven, wat nooit meer pijn kan lijden. Wat nooit meer kan zondigen, maar wat slechts tot een ding in staat is God groot maken. Wil je dat? Verlang je daar naar?

En zijn zoveel mensen als je vraagt wil je naar de hemel zeggen ze natuurlijk ja. Ach wie wil er nou daadwerkelijk naar de hel? Niemand toch?! Maar toch, wil je naar de hemel als je weet dat dit jouw levenslied zal worden? Dag aan dag God groot maken en Hem dienen en Hem liefhebben. Of hink je nog op die twee gedachten. Je zal net als die rijke jongeling alles moeten opgeven en moeten kunnen loslaten. Niet dat wij daadwerkelijk al onze bezitting moeten verkopen. Dat was ook niet de insteek van Christus tot deze jongeling. Maar de Heere kende zijn hart en kent ook ons hart, en Hij wist dat bij die jongeling al zijn schatten en bezit zo ontzettend belangrijk waren in zijn leven, hij kon niet zonder. Maar een kind van de Heere moet leren al de schatten van de wereld los te laten. Net zoals die vervolgde christen in Iran, Irak, Noord Korea. Ach noem maar op. Overal waar zij vervolgd worden, ze moeten hun leven en bestaan opgeven om hun Meester te volgen.

Hoeveel hebben wij over om Jezus te volgen, bij een klein beetje verdrukking staan we al te jammeren om maar op te geven. En dit is nog het puntje van de ijsberg. En zal nog zoveel verdrukking komen. Hoe kan Zijn kerk en hoe kan jij en kan ik staande blijven. Er zal straks een grote afval komen, dan zal openbaar worden wie egt Jezus lief heeft, wie egt niet meer zonder Hem leven kan en zonder Hem leven wil. Die mensen kennen dat wonder in hun eigen leven, dat wonder van, ‘weg wereld, weg schatten gij kunt niet bevatten hoe rijk ik ben’. Bent u rijk? Rijk in bezit, of rijk in Christus. Ja dan bent u Zijn bezit. Dan mag u zeggen Hij is mijn Liefste. Ik ben van Christus en Hij is van mij.

Een dominee die vroeg het eens aan iemand. Wat is jouw troost, jouw verlangen? ‘Dominee, dat ik het Lam mag volgen waar het ook heen gaat.’ Is dat jouw verlangen. Dat ik mijn lieve Heere, mijn Zaligmaker mag volgen waar het ook heen gaat. Dat mijn voetstappen in Zijn dierbare voetstappen drukken mag. Ja ook al gaat het dan door het vuur, ook al gaat het door de stormen. Hij zal mij beschermen en over mij waken. Wij staan hier midden in de wereld van Babel. Ken je die geschiedenis over die drie jongelingen die daar midden in Babel moesten knielen voor Nebukadnezar voor dat grootte beeld? Straks zullen wij eens moeten kiezen! Hetzij met een wapen tegen ons hoofd, hetzij tegen de zonden. Wij moeten kiezen wie we dienen willen en dienen zullen. En die drie mannen bleven staande en ze wisten wat er met hen ging gebeuren. Als wij verbranden het zij zo. Maar als God ons zal verlossen, Hij is machtig dat te kunnen en te willen doen. Maar kent u die woorden die Paulus beleed. Hetzij dat wij leven, hetzij dat wij sterven, wij Zijn des Heeren. In dat geloof wat de Heere wil schenken kan je ja zeggen als er een terrorist voor je neus staat met een pistool om een kogel door je hoofd te schieten. I believe in Jezus. He is my saviour.

Die verschijning, ja maar Hij zal Zijn Volk verlossen! Dat heeft Hij beloofd, Zijn kinderen die bidden daarom he. Voor hen komt Zijn komst niet als een verassing maar als een verlossing. En voor de wereld is Zijn komst als een dief in de nacht en tot hel en oordeel. Doch voor wie niet in Jezus Christus zijn is Zijn komst ook als een dief in de nacht. Waakt dan en zoekt den Heere wijl Hij nu nog te vinden is. O wat een dag dat Zijn Bruid verlost mag worden. Ja die dag dat Hij wederkomt dat is de dag die ons Heil volmaakt. De aarde zucht er naar, de dieren zuchten ernaar. Zucht u ernaar? De aarde is in verdrukking, warmt op, dieren sterven uit, het klimaat breken wij af door onze vervuiling. Het is tijd roept de schepping kom weder Heere om te verlossen!

Hij zal verschijnen. Willen we weer even naar de tekst terug keren. Hij zal verschijnen staat er, om degene die in duisternis zitten en in de schaduw van de dood , om die brengen op het pad van de vrede. Hij is gekomen om het verlorene te zoeken wat zo in de wereld leeft, wat zo in het duister leeft. Wat het licht niet meer kan zien, hoe kan ik ooit rechtvaardig worden voor God? En Hij is gekomen voor al die mensen die nog in het duister leven, gebonden aan de zonden en aan het vlees die leven in de duisternis, op de rand van de dood. Jonathan Edwards preekt het zo vurig in zijn preek, ‘zondaren in handen van een toornend God’. Wat worden we gewaar? We leven op het randje van de ravijn, we zijn zo onwaardig en wie zijn wij dat God ons niet verdoemd. Wij zijn het niet waardig om gered te worden, wij zijn het waardig om de eeuwige straf te ontvangen en we begeven ons op glad ijs als we nog in het duister leven. En elke dag dooit het, elke dag wordt het ijs zwakker van ons leven. En eens als we niet bereid zijn zakken we door de bodem van het ijs heen in het eeuwige en verterende vuur. De Heere zal verschijnen. Hetzij verschijnen in glans en heerlijkheid. Hetzij verschijnen in Zijn Goddelijke toorn en oordeel. En wie zal voor Zijn toorn en oordeel bestaan? Wie zal dan die eeuwige straf ontkomen als in het gericht door God wordt wraak genomen.

Hij heeft bezocht. En Zijn bezoek lieve lezers vraagt ons om antwoord. Laat je deur van je hart dicht of mag je Hem door de kracht van Gods lieve Geest open doen?

Ik dacht zo even aan dat mooie citaat uit de Catechismus van Genéve. Wat is het voornaamste doel van het mensenleven? Antwoord : Dat zij God kennen, door wie de mensen geschapen zijn. Dat voornaamste doel Hem kennen en Hem dienen. En wat is ons voornaamste doel? We kunnen zoveel dingen hebben die ons afleiden van deze troost het kennen van Christus. We kunnen zo in de ban zijn van ons werk, van geld, van goederen.  Ach noem maar op, maar het laat je uiteindelijk leeg. Dat doet mij denken aan de laatste woorden die Steve Jobs uitsprak op zijn ziektebed. Hij was een van de rijkste mensen van de wereld en een mede oprichter van Apple. En vlak voor zijn sterven sprak hij zo ongeveer deze woorden uit:

 “Ik heb het toppunt van succes in de zakenwereld bereikt in andermans ogen is mijn leven een toonbeeld van succes. Afgezien van mijn werk heb ik echter weinig vreugde. Uiteindelijk is rijkdom slechts een feit van het leven waar ik aan gewend ben. Op dit moment, liggend op het ziekbed en herinnerend aan mijn hele leven, realiseer ik me dat alle erkenning en rijkdom waar ik zo trots op was, verbleekt en word zinloos in het gezicht van een dreigende dood.

U kunt iemand in dienst nemen om de auto voor u te laten rijden, geld voor u verdienen, maar u kunt niet iemand hebben die de ziekte voor u kan verdragen. Er kunnen materiële dingen verloren worden gevonden. Maar er is één ding dat nooit kan worden gevonden als het verloren is - "Leven". Wanneer iemand de operatiekamer binnengaat, zal hij beseffen dat er één boek is dat hij nog moet lezen - "Boek van gezond leven". In welke fase van het leven we nu zijn, met de tijd, zullen we de dag tegemoet zien wanneer het doek naar beneden valt. Treasure Love voor je familie, liefde voor je partner, liefde voor je vrienden ... Trakteer jezelf goed. Koester anderen. Naarmate we ouder worden, en dus wijzer, realiseren we ons langzaam dat het dragen van een horloge van $ 300 of $ 30 - ze vertellen beiden dezelfde tijd ... Of we nu een portemonnee / handtas van $ 300 of $ 30 meenemen - de hoeveelheid geld binnenin is hetzelfde; Of we nu een auto van $ 150.000 of een auto van $ 30.000 rijden, de weg en afstand zijn hetzelfde en we komen op dezelfde bestemming aan. Of we nu een fles van $ 300 of $ 10 wijn drinken - de kater is hetzelfde; Of het huis waarin we wonen 300 of 3000 vierkante meter is - eenzaamheid is hetzelfde. Je zult je realiseren dat je ware innerlijke geluk niet uit de materiële dingen van deze wereld komt. Of je nu eerste class vliegt of economy class, als het vliegtuig neerstort, ga je evengoed ...

Alle aardse dingen zijn zo leeg en vergeefs. Maar je mag zeker genieten van de zegeningen die je van de Heere krijgt, maar laat je niet dat in de ban jagen. Dat al deze zegeningen zeggenschap over je gaan krijgen en dat ze je leven gaan uitmaken en je afgod gaan worden. Voor deze die in deze duisternis leven gaat Licht op. Een Licht voor de heidenen. O Simeon wat een welgelukzalig man. Daar stond Hij met Christus in Zijn armen. In een donkere wereld, zo weinig mensen die naar Zijn verschijning uitzagen. En toch waren er die Zijn komst blij verwachten. Ja mogen wij daar toch deel van zijn. Als een Simeon dicht bij de Heere en Zijn Woord te mogen leven. En daarop te mogen kloppen. Heere maak Uw belofte waar, kom weder en verlos ons van deze wereld. En ik weet zeker, hoe donker het ook zal worden ook in ons land, hoe velen het er zijn we zullen het niet weten. Maar ook in ons land zullen ze zijn de Simeons en de Anna’s die uitzien naar de belofte van de Heere. Ja biddend en pleitend vervul Uw Woord en beloften. Hij zal er nog vele toevoegen, door de rijkdom van Zijn genade. “Uw lof wordt eens aloms gehoord, en de aarde met haar vrees vervuld, totdat Gij Uw rijk volmaken zult”. Dat levenslied mogen Gods kinderen zingen. ‘Zal Zijn lof zelfs zingen in de nacht, zingen daar Ik Hem verwacht.’ Als is dat in een donkere cel, al is dat in een donker land, al is het in je binnenkamer geheel alleen. Je familie kan je misschien wel in steek laten. Het zal gebeuren dat kinderen hun ouders overleveren en andersom. De tijd zal zo donker worden, en zo verdrukt, dat Gods Bruidskerk zucht als in Barensnood. Als die vrouw die vlucht voor die draak in Openbaring. Maar God heeft de satan verslagen het Licht gaat op in de duisternis. Door Zijn komst is er een weg terug naar de hemel, tot de Vader. Naar Hem mogen wij toegaan in al onze gebeden, pleitend op het volbrachte werk van de Zaligmaker Jezus Christus. Hij heeft bezocht, Hij heeft verlost, Hij verschijnt. U merkt het. Er is niets van mij. Maar het is alles van Hem en uit Hem en door Hem. Wij hoeven niet met al onze schatten vol zonde bevlekt bij de Heere te komen. Maar kom maar zo arm als je bent tot het Kindeke in de kribbe. Hij is arm geworden, om ons rijk te maken. Hij is vernederd om ons eens te verhogen. Hij is gestorven om ons te verlossen. Hij is opgestaan, opdat wij eens mogen opstaan in een nieuw lichaam. Hij is heengevaren naar de hemel, opdat wij met Hem eens heen mogen varen naar God drie enig in Zijn Woning. En daar is Hij nu en daar bid Hij voor u en voor jouw en voor mij. Hij bid voor mij als de duivel mij aanvecht. Hij bidt voor mij als die mensen uit die stad IJdelheid mij proberen te verleiden. Hij bidt voor mij als ik weg dreig te zinken in de moeras van moedeloosheid. Hij bidt voor mij als ik bezwijk van verzoeking in de woestijn van mijn leven. Judah, Arjan, Kees, Annet, ja vul uw naam maar in. ‘Simon, Simon, de satan heeft u zeer begeert te ziften als de tarwe, maar IK ( u hoort het goed, maar IK heb voor u gebeden dat uw geloof niet en nooit zal ophouden. Jezus bidt voor ons, daar wij in een donkere wereld leven. En de Heilige Geest mag onze harten verlichten dat wij onze ogen op Hem mogen slaan. Ja dan kunnen wij verder. ‘Ogen houdt men stil gemoed, opwaarts om op God te letten. Hij die trouw is zal mijn voet, voeren uit de bozen netten.’ Vertrouwend op te zien naar mijn Borg en naar mijn Vader, zij zorgen voor mij. Niets kan mij scheiden van Zijn liefde. Zelfs in een donkere wereld mag ik het belijden, ik geloof in Jezus Christus en dien gekruisigd. De Geest zal ons te hulp komen en de woorden geven te spreken. En ook wij kunnen en mogen licht geven in een donkere wereld. God doet het in Zijn Zoon, en wij mogen het door de Zoon doen. Bidden voor anderen, Heere bezoek ook hen, verlos ook hen, verschijn toch ook aan hen. Breng ons land weer tot licht. Israël zal straks stralen in een donkere wereld. Ik zie het Licht al opgaan en blinken. Ze zullen hun vijanden verslaan en zij die het op hun afgoden vertrouwden zullen verslagen worden en hun bloed zal gedronken worden door de roofdieren. Wie tegen Zijn Volk opstaat staat tegen de Heere der Heischaren op.

Vandaag toch weer zo’n droevig nieuws. De Socialistische partij pleit voor een boycot op Israël en in de Verenigde Naties zijn er al zoveel sancties tegen Israël geweest die nog geen eens in hoeveelheid gelijk staan aan landen zoals Noord Korea, Iran, China, Saoedi Arabië. Landen waar de mensen rechten veel meer verdrukt wordt, waar christen vervolging heerst. We leven in de eindtijd, Gods Volk is altijd een gehaat Volk geweest en dat zien we ook naar de Christenen. Gods kerk is altijd gehaat geweest. En Gods kinderen zijn ook zoveel gehaat, en als dat in ons leven nooit te merken is zijn we dan echt wel een levende christen? Dragen we dan wel iets uit van Christus of verloochenen wij Christus op ons werk? Doen we mee met alle wereldse praatjes netflix, series, voetbal, noem maar op. Ik scheer niet alles over een kam. Maar waar het hart vol van is loopt de mond van over. Gods Kinderen zijn niet altijd geliefd, ze worden vernederd veracht, benadeeld. Niet om de christenen in een daglicht te plaatsen van wij zijn slachtoffer. Nee, dat niet, maar wie Mij wilt volgen zegt de Heiland, neemt Zijn kruis op zich en volge Mij. Dat betekend niet komen in een café, dat betekend geen voetbalstadions, dat betekend geen porno, noem maar op. Je zondert je af als christen van de wereld, je doet niet mee met hen en dan zie je dat het niet geduld wordt. De medegenoot van Christen in de stad ijdelheid wordt opgepakt en vastgezet. Ook wij zullen verdrukking ondervinden. Doch heb goede moed zegt Christus ik heb de wereld overwonnen.

We gaan afronden,. We mochten in de serie getuigen zijn van het lied van Zacharias. Een lied van Gods trouw en heerlijkheid. De Heere heeft Zijn Volk bezocht, en heeft verlossing teweeg gebracht Zijn Volke.  En Hij zal verschijnen aan hen die in duisternis leven. Zie er is een teken daar in Bethlehem. Er straalt een ster de Koningster. En hij staat daar stil boven de stal. Daar is het wonder in die stal van Bethlehem dat is het wonder van deze serie, het gaat om dat Kindeke in de kribbe. Wat zo mooi is, is de betekenis van Bethlehem. Broodhuis. En Bethlehem heeft ook hongersnood gehad, denk aan Ruth en Naomi. Maar nu hier is er geen hongersnood, maar is er overvloed.  Want hier in Bethlehem is het Levende Brood te krijgen. Een waar en heerlijk broodhuis. Brood waar je nooit van verzadigd wordt, brood van eeuwig leven. Het brood der smarten. Want Hij heeft ervoor geleden daar op Golgotha, daar aan het hout, hangt Hij als een vervloekte, om onze vloek te dragen. En onze zonden liggen daar begraven. Hij heeft betaald. Hij heeft verlost. Zie:

Daar is uit 's werelds duist're wolken
een licht der lichten opgegaan.
Komt tot zijn schijnsel, alle volken,
en gij, mijn ziele, bid het aan!
Het komt de schaduwen beschijnen,
de zwarte schaduw van de dood.
De nacht der zonde zal verdwijnen,
genade spreidt haar morgenrood.

Wat heil, een Kind is ons geboren,
een Zoon gegeven door Gods kracht!
De heerschappij zal Hem behoren,
zijn last is licht, zijn juk is zacht.
Zijn naam is Wonderbaar, zijn daden
zijn wondren van genaad' alleen.
Hij doet ons, hoe met schuld beladen,
verzoend voor 't oog des Vaders treen.
4
o Vredevorst, Gij kunt gebieden
de vreed' op aard' en in mijn ziel!
Doe alle volken tot U vlieden,
dat al wat ademt voor U kniel!
Des Heren ijver zal bewerken,
dat Hij de zetel, U bereid,
met recht en met gericht zal sterken.
Hem zij de lof in eeuwigheid!

 

Bent u al op weg naar Bethlehem. Om te mogen zien daar in die kribbe ligt de Zoon van de Heere, Hij heeft bezocht! Is het geen groot wonder. ‘Hij kan en wil zal in nood, zelfs bij het naderen van de dood volkomen uitkomst geven.’ Ziet u wel, het is ook voor u mogelijk die verlossing. Wat houdt u tegen.?Maar ik ben zo onrein, dat weet Hij! Ik ben zo ontrouw. Dat weet Hij. Ik durft niet. Dat weet Hij. Maar leer het, uw knieën buigen aan de kribbe. Ik hield daar wat jaren geleden een preek over met kerst uit Mattheus 2 vers 11: “en nedervallende hebben zij Hetzelve aangebeden.” Je hoeft geen schatten mee te nemen zoals die wijzen uit het oosten. Maar kom maar zoals die herders, vieze kleding, zo onrein. Maar toch bij dat Kindeke zo veel reinheid, zo vol glans. En onthoud maar het is of voor de kribbe buigen of voor de voetbank van Zijn voeten buigen. Is er niets rijkers dan voor die Kribbe met dat Kindeke. “Hij komt de volken troosten, die eeuwig heersen zal.” Ja hoe heb ik nu een waarlijk kerstfeest? Als ik dicht bij dat Kerstwonder mag leven. De wereld maakt er ook een feestelijke dag van. Lekker eten, cadeautjes noem maar op. Maar duizend van die dingen, is niet te vergelijken met het grootste wat de Heere gaf Zijn eigen Zoon. Daar hebben wij genoeg aan! ‘Uw genade is mij genoeg’!

'Het licht schijnt in de duisternis', de wereld begrijpt het niet. Maar Gods Kind mag dat geluk kennen en al ben je dan helemaal alleen met kerst en heb je niemand meer, dan mag je toch die troost weten. Hij weet van mij af kun je wel zingen. ‘God heb ik lief, want die getrouwe Heer hoort mijnen stem, mijn smekingen, mijn klagen’. Ik ben niet alleen, maar Gods is met mij. Hoe duister het ook is met kerst. De wereld steekt allemaal kerstlichtjes aan, en dat is egt niet verkeerd zeker niet, maar ze vergeten het grote Licht van Kerst! Ze verstaan het niet, maar laten wij dan bidden en Zijn Naam verbreiden opdat het getal der uitverkoren voltooid zal worden. 'Het licht schijnt in de duisternis', 'Wie mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar het licht des levens hebben.' Kom ga je mee? Op naar Bethlehem, de Verlosser is daar. Ga jij mee jongere, daar is egt levensgeluk bij Christus. De Meester is daar en Hij roept U. Komt dan want wie zou er op zulke zaligheid geen acht slaan. We sluiten af met een gedicht en de lofzang.

1. Als de Heiland zal verschijnen
in glorie op aard,
met Zijn kind'ren, al de Zijnen
om zich heen geschaard,

REFREIN
o, dan zullen zij juichen,
rondom Jezus' troon;
's Heren lof dan vermelden,
zo heerlijk en schoon.

2. Als de Meester zal vergaad'ren
van heinde en veer,
die Hem volgen op Zijn wenken.
steeds zoekend Zijn eer.
REFREIN

3. Als het Lam Gods op de wolken
van zuid en van noord
zal verzaam'len uit de volken,
wie Hem toebehoort.
REFREIN

4. O, mijn ziele, blijf dan waken
en wachten op Hem,
want dat tijdstip zal dra naken,
ja, let op Zijn stem.
REFREIN

 

Ieder Gods zegen gewenst en gezegende kerstdagen. Het Licht schijnt in de duisternis!

Dus wordt des Heeren volk geleid,
Door 't licht, dat nu ontstoken is,
Tot kennis van de zaligheid,
In hunne schuldvergiffenis;
Die nooit in schoner glans verscheen,
Dan nu, door Gods barmhartigheen,
Die, met ons lot bewogen,
Om ons van zond' en ongeval t' ontslaan,
Een ster in Jakob op doet gaan,
De zon des heils doet aan de kimmen staan.
 

en


Voor elk, die in het duister dwaalt,
Verstrekt deez' zon een helder licht.
Dat hem in schauw des doods bestraalt,
Op 't vredepad zijn voeten richt.

 

Amen