Serie De lofzang van Zacharias. Deel 2: De Heere heeft verlost

Serie over de lofzang van Zacharias

Deel1.   De Heere heeft bezocht

Deel2.   De Heere heeft verlost

Deel3.   De Heere zal verschijnen

 

Deel 2. De Heere heeft verlost.

Liever lezers, we mogen de serie vervolgen over de lofzang van Zacharias. En vandaag willen wij met Gods hulp stil staan bij vers 74 waarin staat: “Dat wij verlost zijnde uit de hand onzer vijanden, Hem zouden dienen zonder vrees.”
 

Het was jaren geleden in de tweede wereldoorlog ergens op een plein stond een lange rij mensen. En wat de aanleiding was weet ik niet meer. Wel weet ik dat de Duitsers bevolen hadden gekregen om elke vijfde man uit die rij dood te schieten. En daar ergens midden in die rij stond een jongen en daarnaast een oude priester. De Duitsers begonnen af te tellen en te schieten op elke vijfde uit de rij. En het kwam steeds dichter bij dat jonge knaapje vol van angst. En die priester zei tegen dat knaapje, ‘kom nu snel ruilen nu het nog kan’. En die jongen ging op de plaats staan van de priester. En even later werd de priester doodgeschoten.

Verlossing lieve lezers. Wat kunnen wij daarnaar zo hunkeren. Verlossing als we de angst van de dood in de ogen zien, en als we zien naar de eeuwige dood die ons te wachten staat, als we nog niet geborgen zijn in het bloed van hét Lam. Wanneer mag ik nu verlost wezen? Hoe wordt ik verlost? Is dat de vraag in jouw, in uw en in mijn leven? En voor jullie jongeren ben je daar wel eens mee bezig? Je bent nog jong maar ook eens jij gaat God ontmoeten en ben je daar dan bereid voor? Die priester, nam die vijfde plek in van dat jongetje. Hij was oud en hij ging weldra sterven en dat jongetje had nog zo’n leven voor zich. En hier in het evangelie ligt het diepste wonder. Die priester stierf opdat het jongetje kon blijven leven. Maar Christus is niet gestorven zodat wij op aarde onze gang zouden kunnen gaan en zouden blijven leven. Nee maar Christus is gestorven om ons van de eeuwige dood te verlossen. Om ons van de eeuwige dood te bevrijden. Ach staan wij daar wel eens bij stil als we zonden gedaan hebben of in aanvechting staan. Christus heeft voor ons zwaar geleden, het heeft Hem alles gekost. Heel zijn leven, verachting van de mensen, verlaten door vrienden. Verlaten door God, ja opdat wij nimmer van Hem verlaten zouden worden. En het verschil is Christus had het niet verdiend, maar wij wel. Ik ellendig mens, wie kan mij verlossen? Ja Christus. En daarover mogen wij nu horen. Heel dit stuk ademt van de liefde van God de Vader en de liefde van de Zoon. De Heere heeft bezocht. Wat een wonder. Dat God omkijkt naar dode zondaren. Dat God omziet naar het verlorene en het verlorene zoekt. Mensen die Hem dagelijks pijn en verdriet doen ja voor dezulken wilde Hij komen. Hij heeft beloofd aan Abraham, de Messias zal uit jouw voortkomen.

En dan gaan we nu naar onze tekst: “Dat wij verlost zijnde uit de hand onzer vijanden, Hem zouden dienen zonder vrees.” Ja welke vijanden hebben wij nu? Of een andere vraag van welke vijanden moeten wij verlost worden? Het gaat hier niet ten diepste om het juk van het Romeinse rijk onder de leiding van Keizer Augustus en koning Herodus en later Keizer Nero. Nee het gaat hier om verlossing voor onze zonden. Om in het reine met de Heere te komen. Om zoals Luther het antwoordt zocht op die vraag hoe hij rechtvaardig zou verschijnen voor God. Ja daar gaat het om. En dan gaat ook zeker wel om de aardse verlossing. Ja dat heeft de Heere ook beloofd, Hij blijft Zijn Volk en Zijn kerk trouw. Hij zal ze verlossen uit de hand van hun vijanden. Verlossing. Hoe is dat in uw leven? Heeft u er besef van dat u verlossing nodig heeft? Of denkt u dat u zelf wel kan betalen of in het reine van God kan komen? En probeert u een trap naar de hemel op te zetten en steeds een tree verder te komen. Ach dwaas u zult erachter komen dat wij nimmer in het reine voor God kunnen komen. Maar dat hoeft ook niet uit eigen kracht. Nee het wonder mag zijn dat Christus voor die prijs betaald heeft. Dat Hij de kop van de satan aan banden heeft geslagen. Dat Hij de schuld en de vloek van ons op zich heeft genomen. Verlossing. Wat kan een mens daar naar verlangen.

Ieder mens heeft behoefte aan een houvast in zijn of haar leven. Behoefte om je ergens aan vast te klemmen of vast te houden in tijden dat het minder gaat of in tijden van verdriet en overlijden. De een zoekt het in goederen, de ander in carrière, weer in een ander in liefde, weer in ander als uitvluchten in de seksualiteit. Of je hebt je houvast bij vrienden en familie. En zeker mag je die houvast bij vrienden en familie zeker hebben. Maar wat is het allemaal leeg als we uiteindelijk geen vrede hebben met God. Er is geen grote trooster dan Hij alleen. Want Christus die zoveel geleden heeft, ja Hij is ons in alles gelijk worden uitgenomen de zonden. Hij is verzocht geweest, verlaten, veracht, bespot, gehaat, gedood. Zou Hij niet onze diepste pijn en verdriet kennen? En als we tot Hem de Toevlucht mogen nemen, o bij wie zouden we anders schuilen als bij Jezus. ‘Veilig in Jezus armen’, kent u dat lied. Hij wil u dragen, Hij wilt u voor zorgen. Leg al je nood en je zorgen maar voor Hem neer. Hoe zwaar het ook is en hoe moeilijk ook om te dragen, Hij zal je ondersteunen. Hij zal je voorgaan, Hij zal raad geven, Zijn oog zal op jouw zijn.

 

Verlossing. Dat wij verlost zouden zijn van onze vijanden. Ja en wie zijn die vijanden nog meer. Kent u uw doodsvijanden? De wereld, de satan en uw eigen vlees. Zij strijden om de voorrang in uw leven, zij strijden om uw hart. Om u zo ver mogelijk bij Christus vandaan te houden, zij hebben uw verderf op het oog. Ja waar dan heen tot Christus alleen. Maar de Heere beloofd ons en Zijn belofte maakt Hij waar, ja zeker en vast. Voor wie bij Hem mogen schuilen in Zijn bloed, is de belofte dat Hij ons zal verlossen van al onze vijanden. Ja wat kunnen die vijanden zo strijden in ons leven. De wereld met al haar goederen, met al haar aantrekkingskracht. Als je niet oppast ga je zo mee in de muziek die vandaag de dag gedraaid wordt. Weet je ook wat er in die liedjes staat en waar het over gaat, en kan je als christen deze liedjes dan egt meezingen? En toch blijft het zo verleidelijk, de wereld houd je zo makkelijk en zo snel in haar greep. Weet u het nog de vorige keer hadden we het over het stadje verderf waar ‘Christen’ in woonde. Maar die zelfde ‘Christen’ ging later op reis naar de eeuwigheid door het stadje IJdelheid. En lieve lezers wij wonen nog in het stadje verderf, of wij trekken op doorreis naar de eeuwigheid door het stadje IJdelheid. En wat doet dat stadje IJdelheid met ons? Trekt het ons vandaag bij de Heere vandaan of houden wij staande. Soms kunnen wij dat letterlijk ervaren zo als Christen dat meemaakte. Hij werd vastgepakt door half blote dronken vrouwen die hem verleidelijk aankeken. En toen Bunyan dit droomde en dit opschreef ach wat is er na die die enkele eeuwen veranderd. Helemaal niets, sterker nog elk stadje waar wij wonen heeft iets van het stadje IJdelheid weg. En dan is het zo moeilijk om voor ons geloof uit te komen. Als christen kan je nooit egt gewaardeerd worden. Ja wel misschien om de collega die eerlijk is en betrouwbaar. Maar als het gaat om de ethische zaken dan krijgen collega’s en buren een hekel aan je. Je doet niet mee met hun gedachtengoed en de wereld die zij voor ogen hebben. Je bent voor het leven, terwijl zij paal staan voor het zelfbeschikkingsrecht. In deze eeuw staat de mens centraal als God. Nog even en wij zijn zelf god denken mensen. Alles wordt steeds meer ontwikkeld en dat we zoveel mogen weten is ook een zegen van de Heere, maar ook een zo groot gevaar. Wij denken God niet meer nodig te hebben en zelf God te kunnen wezen. Wat God in de baarmoeder schiep kunnen wij nu zelfs weghalen. Hoe ver kan het gaan en wij allen trekken door de stad in ons leven heen op reis naar de eeuwigheid en we maken die verleidingen en die verzoekingen mee. Of verblijft u nog in het stadje verderf? Voelt u zich daar prima. God dienen kan altijd nog, en ik ben nog zo jong! Och wee u dan! God geeft u genade tijd, en u zult rekenschap voor die tijd moeten afleggen. Hoe ga jij met je tijd om jongeren? Denk je naast je mediagebruik ook nog verder aan je buren, vrienden en gemeenteleden. Wij horen niet voor ons zelf te leven maar voor God en voor de naaste. Heb de naaste lief als jezelf en sta voor de naaste klaar. Strijdt de goede strijdt van het geloof, ja dat gaat dwars door het stadje IJdelheid heen. Die smalle weg die wij willen wandelen is geen makkelijke weg, wij worden zo makkelijk van dat pad afgeleid naar de brede weg naar het verderf. Ach hoe kan ik daar ooit van verlost worden? Ach soms weent het in ons soms zo. Heere verlos mij van deze wereld. Verlos mij van de zonden. Ik heb dat zelf ook zo vaak. Laatst nog dat ik het zei tegen mij vriendin. Ik zou veel liever willen dat de Heere zou terugkomen naar deze aarde en dat de zonden altijd voorbij zouden zijn. Dat ik nooit meer de Heere kan bedroeven, dat ik nooit meer tegen verleidingen en tegen verzoekingen hoef te strijden. Maar dat de Heere mij zal geven een nieuw lichaam wat volmaakt zal zijn zonder pijn en zonder gebreken. Geheel volmaakt, net zo als Hij een verheerlijkt lichaam mag hebben, dat wij net als Hem een verheerlijkt lichaam mogen hebben. Nee niet om de pijn want die ervaar ik ook vaak en u ook vast met mij. Ja dat zal zalig wezen als we daar ook verlost van mogen worden. Maar verlost te mogen zijn van onze zonden, o hoe heerlijk zal dat zijn. Hoe zalig is het volk dat naar Uw klanken hoort. Dan mogen we altijd de Heere grootmaken in onze Psalmen en Hem volmaakt dienen en lief hebben. Nooit meer in de zonden vallen, maar voor eeuwige van deze doodsvijand verlost worden. Eindelijk weg van deze wereld. Want een christen is een reiziger! Of is dat in uw leven anders? Dat u het hier wel prima heeft en dat u er helema/al niet aan denkt, of sterker nog helemaal niet naar verlangt naar de wederkomst van Christus Waakt ten alle tijd zegt Christus, bidt zonder ophouden. En waarom dan, ja dat is de wil van Christus Jezus over u. Waakt en bid, opdat u niet in verzoeking valt.

Een oude godzalig man in Rotterdam zei het eens tegen een dominee. ‘Dominee wij kennen die Psalm zo goed, in de grootste smarten, blijven onze harten in de Heere gerust, maar dominee wij willen die smarten zo graag weg hebben, ja dan kan ik God wel dienen’. Nee maar zo is het niet zoals die man dat zei. In de grootste smarten, in nood en ellenden. In de wereld zult ge verdrukking hebben. In de wereld is geen plaats voor een Kind van God om hier altijd maar te willen wonen en te blijven leven. Maar een christen mag doorreizen op weg naar zijn eeuwige bestemming. Op weg naar het heilgoed daar boven, naar het vaderlijk Huis, zoals Mac Cheyenne zegt. O Heere geef mij de kracht dan om te vechten op deze aarde tegen de zonden. Want zonder deze kracht vallen wij steeds weer in de zonden en houden wij het niet vol. Maar laten we bidden iedere dag weer opnieuw, ‘bewaar mij van de boze, verlos mij van de boze’. En wat een wonder dat de Heere dat beloofd, de Heere heeft bezocht, de Heere zal verlossen! Hij zal ons verlossen van de wereld vol van ijdelheid. En dat mag voor een kind van de Heere het verlangen zijn. Straks voor eeuwig verlost te zijn. O Heere U de dank en de eer! ‘Wat zat de wereld mooi zijn op die morgen, wat zal de wereld mooi zijn op die dag.’ Dan is er geen verdriet meer, dan is er geen pijn meer. Dan is geen sterven meer, geen oorlogen, geen rampen, geen ziekte. Maar dan altijd verlost van deze wereld. Ja hoe is dat in uw leven, mag u iets van dat verlangen kennen? Als dat niet zo is zitten wij nog zo vast in deze wereld, en moeten wij daar nog verlost van worden.   O kom dan maar bij Christus, en wie bij Hem nederig te voelt valt, zal van Hem Zijn wegen leren.

Onze twee vijand beste lezers is de satan. Ik heb er eens een artikel overgeschreven jaren geleden over de macht van de satan. En ik heb er de hele nacht toen wakker van gelegen, ik kreeg te strijden met de macht van de satan. Zoals Luther worstelde in zijn cel met de duivel, maakte ik dat eens mee in een nacht nadat ik over de satan en zijn boze machten had geschreven. En ik heb het artikel uiteindelijk maar verwijderd om meer rust te krijgen en met gerust gelaten te worden. En wij lieve lezers, wij onderschatten zo vaak de macht van de duivel. Maar de macht van de duivel is zo groot. Hij vecht ons aan, hij brengt twijfel in ons hart, hij zaait verdeeldheid en noem maar op. In zoveel dingen is de macht te zien van de boze, van de satan. En hij zal nooit stil zitten tegen de kinderen van de Heere. Hij gaat rond als een briesende leeuw om te verslinden wat hij kan verslinden.  Om zoals het mogelijk ware staat er zelfs de uitverkorenen te verleiden. En toch de uitverkoren van de Heere kan de duivel niet aankomen. Ja zij kunnen wel in de zonden vallen, keer op keer, maar zullen nooit van het geloof afvallen. Want wat de Heere begonnen is maakt Hij af.

Zullen wij waken voor de boze? Pas op voor muziek, vaak zit er zo’n duivelse boodschap in. Of denk aan het feest Halloween ga daar nooit in mee! De duivel doet alsof de dood iets fijn is en iets moois, maar de dood is een plaats waar wij of behouden naar de hemel mogen gaan, of verloren naar de hel. Denk daaraan.

De satan krijgt steeds meer de wereld in zijn handgreep. Hoe komt dat? Bieden wij nog veel tegenstand aan de duivel of geven wij hem de ruimte in ons leven? Praat je je zonden goed en kan je niet stoppen met bepaalde zonden en probeer je dat te motiveren dat het maar één zonde is. Maar elke zonde is een gruwel in de ogen van de Heere.  Waakt en bid. Ach Heere bewaar ons voor de boze! Hij heeft het altijd op onze ondergang gemunt. Maar dat Kindeke waar van Zacharias mag spreken Hij gaat betalen en Hij heeft betaald. En Hij heeft die Satan de nekvel omgedraaid. Hij is gans gedood, maar Hij spartelt nog. Heeft u wel eens een vis zien sterven? Hij kronkelt nog een poosje en hevig na. Zo is het met de duivel ook, hij heeft het verloren, zijn lot is beslist en toch nog voor hij zijn laatste adem uitblaast verslind hij wat hij kan met zijn laatste stuiptrekkingen. En ik vrees dat ook in ons land de duivel steeds meer terrein krijgt. Ons land raakt steeds verder bij de Heere vandaan en kiest steeds opener de kant van de duivel, hoe lang zullen wij nog gedoogd worden als christenen. Maar hebt goede moed, ‘Ik heb de wereld overwonnen’. Ja de kop van de slang is vermorzeld, zijn ondergang is bezegeld en hij probeert zovelen met zich mee te slepen in zijn val. En hij zet mensen op tegen elkaar. Zelfs in kerken dringt hij binnen en zaait ongeloof en verdeeldheid. Twee dominees in ons land die loochenen dat God bestaat of dat heel de Bijbel waar is. Wee ons land, waar is uw hoop op de Heere. Maar de Heere zal Zijn kerk verlossen. En niet alleen hier maar ook in Noord Korea en wereldwijd. Zijn verdrukte en vervolgde, Zijn moe gestreden kerk. Moe gestreden van wege de zonden. En de kerk die door de satan in slaap is gesukkeld op weg naar de eeuwigheid zal het lot van de duivel wachten. Want velen zitten er in de kerkbank, maar hoe velen kennen Christus? Ja maak daar is noodzaak van in je leven. Hoe kan je het kerstwonder in de kribbe aanschouwen als je je eigen verderf niet in de ogen ziet. Dan kan je wel zeggen wat een mooi Kindeke maar ik heb er niks aan. Maar de bruid die Christus liefheeft ach die mag in dat Kindeke roemen, alles aan Hem is zeer en gans begeerlijk om met de woorden van het Hooglied te spreken. Dan zou je zo graag als een Simeon dat kind aan je borst willen drukken, och kon ik het maar altijd tegen mij aan houden. Kon ik maar bij Jezus zijn. Zoals een moeder haar baby aan de borst legt, veilig en geborgen, wat mag die moeder zich zo diep gelukkig voelen. Zo mag een Kind van God zich zo diep gelukkig voelen met een blik in de kribbe, een blik op het kruis. Hoe is het mogelijk, Hij voor mij? En toch och wat een wonder! Hij zal mij verlossen van de wereld, van de satan en als laatste, ja ook van mijn eigen vlees.

Want zo zei iemand ooit, dat vlees van mij is wel de grootste vijand. Ja dan kijken wij precies in het hart van Paulus. ‘Het goede wat ik niet wil, dat doe ik’. Kent u dat? Constant die strijdt in uw leven tegen uw eigen vlees. Dat is de zwaarste doodsvijand. Immers staat er niet, ‘de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak’. Ons willen is er wel, en dat kan heel groot zijn en toch is het vlees zo zwak. Steeds maar geneigd om de kant van de satan, om de kant van wereld te kiezen. Om de weg te kiezen van de minste weerstand en het genot. En wat ik daar zo even al schreef juist deze vijand doet mij dikwijls verlangen naar het eeuwige leven. Die strijdt tegen het vlees, is wel geen verloren strijdt. Nee God zij dank niet, maar wel een strijdt die gaat op leven en dood. Althans zo ervaar ik het vaak zelf in mijn leven. De Heere geeft wel de kracht om vol te houden in de strijdt en om te overwinnen. Ja gelukkig wel. Zonder Hem kan een mens niet, zonder Hem zou ik steeds en zouden wij steeds verder weg zinken. Die strijdt kan zo sterk zijn. Je gaat tegen je geweten in om tijdelijk even dat genot  te voelen van de zonden.  Och wat is het een strijdt om met Paulus al de zonden en begeerten van deze wereld waar de mensen vol van zijn als drek te achten. Het is wat je doortrekt door de wc. Het is vuilnis, viezigheid je wordt ten diepste niet gelukkig van. Je gaat steeds meer jagen naar meer en meer en je raakt door die verlangens nooit ten diepste bevredigd en verzadigd. Net zoals mensen die elke dag over voetbal praten. Het blijft zo leeg, een avondje leuk. Maar zodra de tv is uit kom je weer in de werkelijkheid van de wereld terecht en je voelt die leegte, die eenzaamheid en om die eenzaamheid en die leegte weer te stillen ga je steeds meer kijken of steeds meer die begeerten en verlangens van de wereld voeden. Zo kan dat ook in ons leven zijn als we nog hinken op twee gedachten en zondag zitten we dan in de kerk en we begrijpen niets van de preek omdat ons hoofd vol is met dingen die we de afgelopen week gedaan hebben. Ja dan moet je het niet raar vinden dat de preek niks met je doet. Vliedt van de komende toorn, grijp naar het eeuwige leven. Zalig worden gaat niet vanzelf, je moet daar voor strijden en vechten. Je moet daar tegen strijden tegen je eigen zondige vlees. O dat vlees is zo zwak en tegelijker tijd zo sterk. Zo zwak om in de zonden te vallen en zo sterk om in die zonden te blijven liggen. Ja wat mag het dan een troost zijn in de woorden. “Dat wij verlost zijnde uit de hand van onze vijanden.” Het vlees, zo zwak, maar de Heere kent onze zwakheid en geeft ons de kracht om tegen ons vlees te strijden. Hij geeft ons die strijdwapen, dat schild van het geloof, die helm der zaligheid, ach noem maar op. De Heere die zal voor ons strijden en wij mogen stil zijn. Maar dat betekend niet om het met het formulier van het Avondmaal te zeggen dat wij in de zonden moeten blijven liggen. Nee sta op en strijdt en vlied de toekomende toorn. Zo mogen wij op Hem onze ogen slaan. ‘Zo slaan wij het oog, op onze Heer tot Hij ook ons genadig zij’. En bij de Heere zegt een Psalm zijn uitkomsten tegen de dood. Als je zo moedeloos bent omdat je weer bent gevallen in de zonden. Heere hoe lang nog. Steeds maar weer U bedroeven, och hoe lang nog. Maar ik ben verlost van mij zonden door het bloed van Jezus Christus. En Hij zal mij verlossen. Is het geen wonder lieve lezers. Ach mag u er iets van kennen? Dat het bloed van Jezus in Uw leven kwam. En die felle kleur van scharlaken van uw zonden dat het mag wit worden door het bloed van het Lam. Kom en verwonder U in die kribbe, daar ligt niet alleen een klein kindje met eerbied gesproken. Maar daar ligt het enig middel tot behoud en tot onze zaligheid. In dat kindje is niet alleen redding, maar is ook verlossing van uw lichaam, is ook troost te vinden, is ook barmhartigheid te vinden. Ach ik kan het geen eens allemaal beschrijven maar die rijkdom in de Kindeke hoe zou ik het kunnen omschrijven noch omvatten. En mensen gaan op naar Bethlehem. De Wijzen zien de ster en ze volgen de ster naar de stal. En ook wij zien vandaag een ster. Die ster van het Woord en van de roep stem. Kom je ook naar de stal van Bethlehem. De stal van het hart van zondaren, daar wil Christus in werken en in wonen. In die vieze en vuile harten van zondaren om zalig te maken. Komt tot de bruiloft! Kom en aanschouw het wonder in dit Kindeke.

Verlost van al onze zonden. Hoe heerlijk en hoe groot mag dat wonder zijn. Verlost van de wereld, verlost van de satan, verlost van het vlees. Hij zal Verlossen, is dat geen groot Woord! Is dat geen belofte? Dat wij verlost zouden zijn uit de hand van al onze vijanden en Hem mogen dienen straks en ook nu zonder vrees. Om daar nog even kort wat over te zeggen. Die Kinderen van de Heere daar in die vervolgde kerk van Christus wereldwijd wat kennen zij zo veel vrees. Altijd die angst om opgepakt te worden en toch mogen en kunnen zij hun leven in de handen van de Heere leggen. Terwijl wij in het westen vaak bij tegenslag gelijk onze vuisten opheffen, zijn ze daar juist heel gewillig om Christus te volgen in alle tegenslag tot de dood toe. Daarvan kunnen wij nog zoveel leren. Leer mij te dragen Heere. Hem volgen is een leven van verdrukking en lijden, maar ook een leven van overwinning. Want wie met Hem strijden en overwinnen ja die zullen met Hem erven. Al de schatten die er mogen zijn in de hemel mogen wij straks in delen met Christus. Vrees, angst. Zo herkenbaar he, niet durven uitkomen voor je geloof. En toch de Heere zal de woorden geven om te spreken, bid er maar om. Hij zal je niet beschamen! En nu te mogen dien zonder vreze. In heiligheid en gerechtigheid al de dagen van ons leven. Hoe de weg ook gaat, door stormen en orkanen. Als een heilig christen oprecht van wandel met de Heere en de naaste. Strijdend tegen de zonde en de wereld en het vlees, om Hem in gerechtigheid te mogen aanschouwen. Om de wet te houden uit dankbaarheid. Dient u Hem al, volgt u Jezus al? Dat is de wereld opgeven hé? Net als die rijke jongeling maar die kon het niet. Die had nog een sta in de weg om te komen. Hoe is dat bij u? Zo kan het ook zijn als u de Heere wel mag kennen en de Heere verbergt zich van u. Laat de zonde los, kom in reine met de Heere.

Hij heeft verlost en Hij zal verlossen. Hij heeft verlossing teweeg gebracht voor al Zijn Volk. En het kind van Zacharias mag straks dat doel van Christus voorbereiden. Maakt de weg voor de Heere bereid. En dat gaat altijd met oordeel. Er is verzoening nodig voor onze zonden, maar bij Jezus verkrijgbaar. Zo gaat het van kribbe naar kruis. Verlossing. Daar begonnen we mee. ‘Ik kniel aan Uwe kribbe neer, o Jezus, Gij mijn leven!’

‘Al wat wrocht zal juichen tot Gods eer.’ Hij heeft bezocht, Zijn volke. Hij heeft gedacht aan Zijn genade. Aan Zijn verbond, heel het oude testament doorademt van deze belofte. En zie hij gaat in vervulling. Heden is er verlossing in het bloed van het Lam.

Ja wat een heerlijkheid als straks de volle verlossing zal aanbreken. De dag der roem der dagen. Ik weet nog goed dat verhaal van dat groepje mannen wat daar stond op de brandstapel en ze zongen daar vol lof van hun Heere. Psalm 118 vers 12. ‘Opdat er op deed eerstelingen, een rijke oogst van voorspoed zag.’ Niets kon hen weerhouden van de liefde van Jezus. Ze hadden Hem zo lief gekregen en nu mochten ze spoedig verlost zijn van al hun lijden. Ja voor wie in Christus zijn o wat is het verlangen groot, dat verlangen schiet nog zo vaak tekort, maar om te mogen zijn bij mijn Liefste. Kon het maar deze ure!

Lof zij den God van Israel,
Den Heer', die aan Zijn erfvolk dacht,
En, door Zijn liefderijk bestel,
Verlossing heeft teweeg gebracht;
Een hoorn des heils heeft opgerecht;
't Geen Davids huis was toegezegd,
Dat wil Hij ons nu schenken;
Gelijk Gods trouw, van 's aardrijks ochtendstond,
Door der profeten wijzen mond,
Zich hiertoe aan de vaderen verbond.

Amen.