Serie: De Lofzang van Zacharias. Deel 1 De Heere heeft bezocht

Serie over de lofzang van Zacharias

Deel1.   De Heere heeft bezocht

Deel2.   De Heere heeft verlost

Deel3.   De Heere zal verschijnen

 

Deel 1.

  De Heere heeft bezocht!

 

Wat een heerlijk woord is dat beste lezers! De Heere heeft Zijn Volk bezocht. Na zoveel jaren is daar de geboorte van de Messias de Zaligmaker Jezus Christus. En Zacharias mag daar van zingen. Ja zingt u daar ook wel is van en over? Over de liefde van Christus, wie Hij voor je is. En dat Hij jouw zo genadig is geweest en zich keer op keer over mij in liefde ontfermt. En over zijn grote genade, zingen wij Hem wel is lof en eer? Of zijn we teveel bezig met de dingen van de wereld? Dingen die tijdelijk zijn en vergaan.

Zoveel jaar geleden, ik geloof net na de tweede wereldoorlog. Was er een zangeres die tot bekering was gekomen, in plaats van dat ze zichzelf etaleerde, mocht ze uitstralen dat ze Christus nu boven alles lief had gekregen en dat Hij voor haar alles was geworden. En haar volgers en fans hadden nog een maal gevraagd op te treden en de druk was groot. Ze ging akkoord, maar zo zei ze op één voorwaarde. Dat ik zelf mag kiezen wat ik zing, en daar waren haar fans het mee eens. En op die bewuste avond stond ze daar op het podium. Een doodse stilte hing in heel de zaal, en ze liep het podium op en haar heldere stem begon te zingen. En het waren de heldere klanken van Psalm 49. “Men denkt niet meer aan hun verleden staat, wijl al hun glans met hen in het graf vergaat. Maar na de dood is het leven mij bereid, God neemt mij op in Zijne heerlijkheid.” En toen ze die woorden zong viel ze dood neer op het podium. God had het wonder eens gewerkt in haar leven. En haar fans waren getuigen van haar heengaan naar haar zaligmaker. Er hing een diepe stilte, mensen waren verwonderd, maar ook beangstigd. En ook voor ons kan het ineens het moment zijn dat we zullen sterven. En mogen wij dan net als deze vrouw belijden Jezus Christus lief te hebben en dan tot de Heere heen te mogen gaan. Ja daar ben je nooit te jong voor! Deze vrouw ook niet, maar Christus was in haar een werk begonnen en had het voleindigd en nu mocht ze zijn thuis.

Wat kan dat verlangen groot zijn hé naar Christus. Dat je zo verlangt wanneer is het weer avondmaal, dat ik aan Zijn tafel Zijn sterven voor mij mag gedenken. Wanneer is het weer kerk, dat ik weer naar Gods Huis mag en mag zingen, mag bidden en Zijn Woord mag horen. Wanneer is het weer avond dat ik naar mijn huis kan gaan van mijn werk en naar mijn binnenkamer mag gaan en de Heere mag zoeken in Woord en gebed. Wanneer is de grote dag dat Hij wederkomt op de wolken om mij te verlossen van deze aardse wereld met de begeerlijkheden van het vlees, om mij te nemen in Zijn heerlijkheid? Ja verlangt u er wel is naar? Simeon beste lezers was zo’n man hij hunkerde naar de komst van de Messias. En zijn diepste verlangen was om Zijn komst mee te maken, en dat Hij het Kindeke in Zijn armen mocht dragen dicht tegen zich aan. Dan kon hij heengaan in vrede zoals de Heere beloofd had. En zijn er ook onder ons Simeons die verlangen naar de komst van de Heere Jezus? Ja dat je zo mag luisteren onder de preek, het verlangen om Christus te leren kennen en Hem te dienen en Hem lief te hebben. Och dan kan je Hem wel altijd aan je hart drukken. Ja heb je dat wel is gedaan? Is Hij je Liefste of zijn er nog andere dingen in je leven die op de eerste plek staan?

De Heere heeft bezocht! Simeon was daar getuige van, hij mocht het met eigen ogen aanschouwen. Het Kindeke in Zijn armen, in dat Kindeke ligt de vrede en de verzoening voor al onze zonden. En zo midden in de duisternis van die tijd, mocht het licht opgaan. Want wat was het voor een tijd? Herodus regeerde met de harde hand en hij was iemand die zelfs zijn eigen kinderen zelfs liet doden of de vrouw van zijn broer tot vrouw nam. Israël werd niet meer geleidt door een Koning van Davids nageslacht, maar door een afstammeling van Edom, Ezou. En zo kan ook ons hart geleidt worden door Christus of door de duivel. En in die tijd mag eindelijk het Woord in vervulling gaan. Simeon en Anna verlangde daar dagelijks naar. Wanneer gaat Zijn Woord in vervulling. Wat een belofte mensen mogen er in Gods Woord staan en wat doen wij ermee?

Spurgeon schreef een boekje en dat boekje heet: “De chequeboek van de bank van het geloof”. En in dat boek staan 365 beloften voor elke dag is er een. Wat een zegen, Gods beloften zijn zo oneindig en kennen wij ze? En kloppen wij op de beloften. Heere maak Uw beloften waar, vervul ze, laat ze uitkomen. En pleiten wij op de beloften van de Heere in het gebed. “Ik zal U geen wezen laten”, “Ik zal met U zijn” en “Ziet IK maak alle dingen nieuw”, wat een beloften zijn er in Zijn Woord en toch kunnen we er zo omheen leven en om heen lezen. Maar ga eens opzoek in de Schrift en zie wat voor talrijke beloften er allemaal opgeschreven staan en welke er nog allemaal staan te gebeuren voor die grote dag komt. En ook belofte waar wij persoonlijk op mogen pleiten dat Hij met ons zal zijn, dat Hij ons draagt, dat Hij voor ons zorgen wil. Klop op deze woorden denk erover na, en maak ze bekend voor de troon der genade en pleit erop Heere maak Uw Woord waar, U hebt het beloofd.

En zo zien we Simeon in Zijn binnenkamer bidden Heere wanneer mag het toch in vervulling gaan dat Uw Zoon geboren mag worden. En heel Israël zat er niet op te wachten, het waren er maar weinigen die naar Zijn komst uitzagen en verwachten. Zo staat het er ook hé, “En ziet er was een mens”,. En dan, “verwachtende de vertroosting van Israël.” Het was net als in de tijd van Elia. Is er dan niemand die nog in God geloofd ben ik dan de enige kunnen wij soms denken? Waar doe ik het nog voor zegt een ander. Maar zie zegt de Heere Heere, Elia, je bent niet de enige er zijn nog 7000 anderen die de knieën niet voor de Baäl gebogen hebben. Wat is dat herkenbaar met onze tijd. Schrikbarend, ons land glijdt steeds verder van de Heere af en je wordt uitgelachen of bespot als je zegt dat je in Jezus geloofd en over wat jaren kan je er zelfs om gediscrimineerd worden of erger vervolgd. Maar we leven in een donkere tijd. Net zo als in de tijd van Zacharias. Waar leef ik nog voor en we gaan er soms bijna in geloven in de twijfels van de satan die ons aanvecht, zie maar naar de ellende in de wereld, waar is jouw God van liefde? En dat doet pijn, Heere waar bent U? Sta ik dan helemaal alleen? En toch door het geloof mogen we gesterkt en bemoedigd worden. Hij ging ons voor in die diepe verlatenheid en Hij hing daar aan het kruis om voor onze zonden te betalen. En onze vervolging die wij meemaken, nu nog mild, maar straks heviger, is in niets te vergelijken met die van onze Heiland die ons voor ging. Twijfels?! En toch lieve lezers heeft Simeon er niet aan getwijfeld of dat Hij de Christus mocht zien. Het zal gebeuren en God is een waar maker van Zijn Woord. Mensen komen hun woord niet altijd na, maar God wel. ‘Hij is getrouw, Zijn plannen falen niet.’ De twijfel kan in je knagen zal God dan mij vergeten om het met Psalm 73 na te zeggen. Maar nee de Heere vervult Zijn belofte Hij heeft bezocht Zijn volke!

En dan wie is dat volk! Denk maar aan de tijd van de woestijnreis toen het volk uit Egypte trok. Wat waren ze ondankbaar. Nog maar net verlost van de slavernij of ze begonnen al te morren en te klagen tegen Mozes en ook tegen de Heere. Ze verlangde zelfs terug naar de slavernij van Egypte. En zo’n volk wat telkens ontrouw was aan God is Hij wel getrouw. Want het Volk komt niet altijd de belofte na, en het verbond. Maar God wel, Hij heeft beloofd dat Hij de kop van slang zal vermorzelen. En hier in Bethlehem mag het gaan gebeuren, het wonder van Christus geboorte, de Zoon van de levende God. En op Golgotha mag het diepste wonder gebeuren. God vernietigd de satan, Hij slaat Zijn kop eraf! Maar hier in Bethlehem mag Christus geboren worden. En Zacharias mag daarvan gaan getuigen. De Heere heeft bezocht. Heeft dat Volk dat verdiend? Nee! Hebben wij dat verdiend? Nee! Maar God zij dank Hij is een waar maker van Zijn Woord en trouw aan Zijn belofte.

Zie de Heere heeft bezocht. En Hij heeft verlossing teweeg gebracht. Bij die verlossing zullen we de volgende keer stil staan. Maar wat een wonder dat de Heere omziet naar dat Volk. Een Volk wat niet op de komst van de Messias zit te wachten. Het liefst zijn ze net als hun voorouders ze gaan liever terug naar Egypte naar de slavernij dan dat ze zich leren buigen voor de voetbank van Zijn kribbe. Zo is ook ons hart, zo verhard. Zonder de Heilige Geest zouden wij ons nooit buigen voor die Heere en Koning. En gaan we liever terug naar de slavernij van de zonden.

Hij heeft bezocht, Hij maakt Zijn belofte waar! Hij heeft omgezien naar dat onreine volk. Hoe is het mogelijk! Ja denk daar is over na! De Heere ziet om naar Zijn Volk. En ook straks als dat Volk Hem mag erkennen als Messias en hun Heere en hun Koning dan zal heel dat Volk zalig worden, een van de beloften die nog vervuld moet worden. De Heere heeft bezocht! En er mag zaligheid komen uit het huis van David. Niet wie om David is, niet om wie het Volk is. Maar om wie de Heere voor dat Volk is. Toch onbegrijpelijk wat God in dat Volk ziet zouden we kunnen denken. En dan komen we bij ons zelf uit. Zo onbegrijpelijk wat God in ons heidenen ziet? Dat Hij ons wilt inlijven met het verbond van Abraham. Wij mogen er door genade bij horen. En wat zijn wij arm buiten Christus, wij heulen zo vaak met de satan. En denken dit kan nog wel en dat kan nog wel door de beugel. Maar de Heere verlangt niet naar een stukje, maar naar heel uw hart. “Mijn zoon, Mijn dochter geef mij jouw hart”.

De Heere heeft bezocht ja godzijdank niet alleen Zijn Volk. Maar ook naar ons, onwaardig en verdoemenis waardige mensen. Hij ziet naar mij om naar mij als een dode hond. Als iemand die in het stof ligt gebogen om zijn zonden. Hij ziet naar ons om. Naar jou, naar mij. Mijn Kind geef mij jouw hart. Of je het nu wilt of niet, maar Hij bezoekt ons! Niet heel Israël zat er op te wachten en u misschien ook niet ten diepste. Bekering bah! Dat betekend alles opgeven in je leven. Is dat zo? Nee dan begint het leven pas egt mag een waar christen weten. Dan gaan er zoveel schatten voor je open die liefde van Christus die vrede door het geloof, die aanwezigheid van Christus in je leven. Die kan je en wil je voor geen aardse schat meer ruilen, die kan je niet missen. Je kan Hem niet meer missen. Zoals Simeon. De Heere maakt Zijn belofte waar! Hij bezoekt ons! Hij komt vandaag tot ons in Zijn Woord en Hij roept ons, ken je Mij? Heb je Mij lief? Mag Ik jouw Borg en Zaligmaker wezen. Dat mag doorademen door heel de prediking als het goed is. Dat we iets van Zijn heerlijkheid mogen zien zoals Hij in Zijn Woord geopenbaard mag worden.

Hij heeft bezocht! Hij is gekomen, en Zijnen hebben Hem niet aangenomen zegt Jesaja. O laat het toch met u niet zo zijn. Maar wat een troost mag er nog veel meer in deze tekst klinken. Want in dat bezoeken ligt nog veel meer.  De Heere bezoekt Zijn Volk. Denk maar aan die genade van de Heere als Sanherib met zijn leger voor Jeruzalem staat.  Achaz ach hij wentelt zijn geloof niet op de Heere maar verwacht het van Egypte en van zichzelf. Maar toch op het Woord van Zijn kinderen die er om bidden bezoekt Hij Zijn Volk en red Hij hen uit. En zo ook in Babel. Jarenlang zaten ze daar. Bedroefd? Ach nee! De overvolle grote meerderheid had helemaal geen behoefte meer om terug te gaan naar Jeruzalem de stad van God. Ja zo kan het gaan ook in het leven van uw kinderen. Je kinderen willen niet in jouw spoor verder gaan, maar laten de Heere los en verkiezen liever Babel dan Jeruzalem. Verkiezen liever de wereld, dan de schatten van de Heere Jezus. Ach dwaas. Maar toch God bezoekt Zijn Volk. Naar recht had Hij hen daar kunnen laten zitten. Zij dwaalden telkens af als schapen, zij dienden telkens afgoden. En toch de Heere bezoekt dat Volk en ze mogen terugkeren door genade.

Zo mogen wij ook deze tekst op ons zelf betrekken. De Heere bezoekt ook ons door Zijn grote genade. Hij zoekt ons op iedere zondag in de prediking. Hij zoekt ons persoonlijk op! En spreekt tot je door Zijn Woord  en door de schepping en door gebeurtenissen. Wat doe je er mee? Ga er mee om als dat Volk in Babel wat zegt nee ik lief hier wel best mijn eigen leventje. Of ben je als dat kleine clubje Israëlieten wat verlangt de Heere oprecht te dienen en wie het leven voor Babel was als een hel. Leven als in de stad verderf waar, ‘christen’ leefde in dat boekje van John Bunyan. En hou je dat in de stadje verderf niet meer uit. En mag je door genade zeggen, ja laten wij wederkeren. Och laat ik tot mijn Vader gaan als die verloren zoon. De Heere bezoekt ook jouw. Ja maar ook met vertroosting. Maak je nood voor Hem bekend, leg het voor Hem neer. En zo bezoekt Hij ons door Zijn Woord. Je mag in tijden van ziekte bemoeiding en vertroosting ontvangen. Je mag zo merken dat God nabij is de ziel die tot Hem zucht. En Hij geeft het juiste en het beste. En ik mag het Job nazingen, och misschien wel na huilen. ‘Ik weet het mijn Verlosser leeft’. Hij laat mij niet zitten ook al verdien ik het, maar Hij ziet naar mij om. Als de wereld mij in de steek laat, als mijn familie mij bij het grof vuil zet. Als buren mij uitlachen omdat ik in Jezus geloof. Als ik op mijn werk vernederd wordt. Jezus troost mij, Hij is erbij, Hij draagt mij. Hij bezoekt mij, Hij geeft wat ik nodig. Hij is mijn Herder niets zal mij ontbreken.

En zo mogen we als laatste ook zien naar de belofte voor Zijn Kerk. God bezoekt ook Zijn kerk. Hij laat Zijn kerk niet aan hun lot over. Geen denken aan. Nee Hij zorgt voor Zijn Kerk. Ook al versplinterd die kerk, zijn er zoveel scheuren in gekomen door ons als mensen. Het doet Hem verdriet, maar Hij blijft trouw aan Zijn Kerk. We mogen geloven dat het niet het einde is in Nederland! God draagt zorg voor Zijn kerk. Als iets het werk van mensen of van de duivel is, het stopt eens en het verdwijnt. Maar Gods werk is geen verleden tijd, maar onvoltooid tegenwoordige tijd. Hij zal Zijn werk voleinden, ja laat niet los wat Uw hand begon Heere, o Levensbron wil dan bijstand zenden Heere. De Heere bezoekt Zijn Kerk. Wat een genade hé. En dat ondanks alle verdeeldheid. God draagt zorg voor Zijn kerk. We moeten onze zorgen en noden voor de kerk maar aan Hem over dragen. ‘Heere het is Uw werk, bewaar het, versterk het, bemoedig het, vernieuw het, voleindig het.’

Zijn kerk groeit wereldwijd en in Nederland krimpt Zijn kerk. De satan lijkt te winnen in onze steden en in onze dorpen. Och hoe ver zijn we afgedwaald van de Levende God?  Houden we trouw aan Zijn Woord. Als we dat fondament weghalen stort de kerk in. Als we ineens het homohuwelijk toe gaan staan of abortus of vrouwen in het ambt, of aan occulte dingen gaan mee doen, of naar een valse profeet gaan luisteren is dat het einde voor onze kerk. Niet voor heel de kerk in heel Nederland! Nee want die zal nooit vergaan, daar draagt de Heere zorg voor! Hij laat niet varen wat Zijn hand begon ook in de Nederlanden. En Hij bezoekt ons land. Ach wat zegeningen mogen wij ontvangen en hoe dankbaar zijn wij ervoor? Ja hoe weinig kan ik eerder zeggen. Hij bezoekt onze kerk. Ons land wat afglijdt van de Heere. Hoe lang nog Heere verlos Uw kerk. Ja Hij zal verlossen, wat een heerlijke belofte. Daar mogen we als een Simeon op pleiten. Simeon pleite op zijn eerste komst en verwachte deze. Ach dat wij nu maar deze tweede komst met blijdschap mogen verwachten. Ach Heere dat ik dat nog mee maken dat U wederkomt, dat ik dan nog leef op aarde en niet gestorven ben. Och Heere bezoek ons, met Uw eeuwige komst! Is dat uw verlangen? Dan is Zijn bezoek ter zaligheid. Zoals in de tekst staat. De Heere heeft bezocht en verlossing teweeg gebracht Zijn volke. En eens op die schitterende dag zullen daar de engelen pralen als de Heere verschijnt in glans en heerlijkheid. O daar ziet mijn hart zo naar uit. Verlost van alle smarten en van alle zonden. O Heere was het maar morgen.

We gaan afronden. De Heere heeft bezocht. We hebben stil gestaan bij wie Hij heeft bezocht. Zijn Volk, Zijn Kerk, en ons. We hebben stil gestaan bij de voorzegging daarvan de beloften dat Hij zal bezoeken. Die grote genade dat Hij naar ons heeft omgezien. Psalm 14 zingt daar zo diep over:

“De grote God, die 't recht verdedigt, sloeg
Van 's hemels troon Zijn ogen naar beneden;
Op Adams kroost, doorzocht hun hart en zeden.
Hij zag, of zich geen mens verstandig droeg,
En naar Hem vroeg.”

Er is niemand die God zoekt van nature en toch zoekt Hij ons hart. De Heere heeft bezocht. Je zou dat woordje ook anders kunnen vertalen. De Heere heeft omgezien. Hij heeft naar Israël omgezien. Dat was het eerste wat Zacharias ging zingen nadat hij weer kon praten. De Heere gaat Zijn Volk verlossen. Hij heeft een hoorn der zaligheid opgericht in het huis van David. De grote Zoon van David mag geboren worden. En Johannes mag Zijn weg voorbereiden. En wie zien Hem daar gaan. Hij slaat zijn mantel om en gaat de woestijn in. Hij mag daar van oordeel en genade gaan preken. Zoals die naam die hij dragen mag. ‘God is genadig’. Ja mijn Heere is genadig. Zijn bloed reinigt ons van al onze zonden. God is genadig, God ziet om. En die hoorn van zaligheid vloeit over. Het is niet een beetje. Denk maar aan Maria ze neemt die kostbare zalf en giet het over heel het lichaam van Jezus heen. Zo veel, zo rijk, zo’n grote geur. De beker vloeit over van Zijn genade. En hebt u uw lippen aan die beker gezet? Mag dat? Kan dat? Ja God zij dank en om wel omdat Hij ons heeft bezocht en heeft verlost van onze zonden. En ons kennis der zaligheid heeft gegeven in de vergeving hunner zonden. ‘Kus de Zoon opdat Hij niet toorne’, Kom dan en buig je voor Zijn kribbe neer. We mogen afsluiten met Psalm 132:

"Daar zal Ik David door Mijn kracht,
Een hoorn van rijkdom, eer en macht
Doen rijzen uit zijn nageslacht.
'k Heb Mijn gezalfden knecht een licht,
Een heldre lampe toegericht."

12
"Wat vijand tegen hem zich kant',
Mijn hand, Mijn onweerstaanbre hand,
Zal hem bekleen met schaamt' en schand';
Maar eeuwig bloeit de gloriekroon
Op 't hoofd van Davids groten Zoon."

Amen.