Rentmeesterschap.

Rentmeesterschap.

 

De mens in zonden gevallen wil zelf beslissen en heerser zijn.

Zelf kunnen oordelen en beslissen over het goed en kwaad.

Zonder zich te kunnen verantwoorden voor God, een iegelijk naar zijn daad.

Want God proeft en ziet des mensen harten aan, welke zijn onbevlekt of onrein.

 

(Refrein)

Gods toorn is over de zonde, de zonde blijft niet ongestraft.

Ze roept om gerechtigheid en de zonde leidt naar het eeuwig verderf.

Gewis daar is een toornig en rechtvaardig God die ziet en die leeft.

En op deze aarde een iegelijk naar zijn werken vrij spreekt of het vonnis geeft.

 

Soms kan het lijken dat de goddelozen alles voor de wind lijkt te gaan.

Maar ze beseffen niet dat ze bij de diepste en gruwelijke afgrond staan.

Om daar eens dodelijk in te storten, in hun zondige val.

Waar ze eeuwig zullen omkomen en nooit en nimmer geen redder wezen zal.

 

(Refrein)

Gods toorn is over de zonde, de zonde blijft niet ongestraft.

Ze roept om gerechtigheid en de zonde leidt naar het eeuwig verderf.

Gewis daar is een toornig en rechtvaardig God die ziet en die leeft.

En op deze aarde een iegelijk naar zijn werken vrij spreekt of het vonnis geeft.

 

Ja God zal wederkomen in glans vol van kracht en met heerlijkheid.

Om te oordelen de geslachten, de levenden en de doden.

Ieder zal dan komen en knielen voor Zijne grote Majesteit.

Niemand zal het oordeel ooit kunnen ontvluchten, noch ontkomen.

 

(Refrein)

Gods toorn is over de zonde, de zonde blijft niet ongestraft.

Ze roept om gerechtigheid en de zonde leidt naar het eeuwig verderf.

Gewis daar is een toornig en rechtvaardig God die ziet en die leeft.

En op deze aarde een iegelijk naar zijn werken vrij spreekt of het vonnis geeft.

 

En daarom gaat de nodiging vandaag nog steeds en o zo rijkelijk uit.

Geef je zondige hart toch over aan Christus en vindt vrede in Zijn bloed.

Wie tot Hem komen neemt Hij aan en maakt Hij tot Zijn bruid.

En ontvangen Zijn liefde en Zijn genade, rijkelijks toebedeelt en in overvloed.

 

 

 -Harm-Jan Breugem- Gedicht- eerste druk op 7 juni 2014, tweede en herziende druk op 26 jan. 17