Prekenserie Gods trouw en bewaring deel 5:
Thema: God als eerste en laatste beschermer in je leven. Trouw van God tot het einde toe van de wereld.
Tekst: Mattheus 28 vers 20: En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen.
Lukas 22 vers 18: Doch niet een haar uit uw hoofd zal verloren gaan.
Mattheus 28 vers 20
Openbaring 22 vers 13-20
Lukas 21 vers 16-19
1. De Heere als eerste beschermer in je leven.
2. De Heere als redder in je leven.
3. De Heere als voleinder en de laatste in je leven.
1.De Heere als eerste beschermer in je leven.
Gemeente vandaag zijn we aan het einde van de prekenserie gekomen. Vandaag de laatste preek vanuit Mattheüs 28 vers 20 en Lukas 21 vers 18. We hebben zo in de afgelopen weken stil gestaan bij Jesaja 43 over Gods bescherming door het vuur en door de stromen heen. We hebben gehoord over Zijn bescherming middels zijn engelen, Zijn bescherming als Herder en Hoeder over Zijn kudde. Vorige week stonden we stil bij het hogepriesterlijke gebed, dat de Heere Jezus bid voor de Zijnen om bewaring. En vandaag gemeente zullen we stil staan bij de Heere als eerste en als laatste beschermer in je leven.
Allereerst blijkt al dat Hij de eerste beschermer in je leven is vanuit je schepping. Hij maakte je, Hij schiep je. Psalm 139 : Gij hebt mijn gans gestel doorgrond, Zelfs voor mijn eersten levensstond. Ik ben verbazend voortgebracht. En het 9de vers uit de berijmde psalmen: Gij hebt, wijl niets Uw oog weerhoudt, Mijn ongevormden klomp beschouwd; Ja Gij, Wiens wijsheid nimmer faalt, Hadt mijn geboortestond bepaald;
De Heere schiep je en bewaarde je in de buik van je moeder, is dat geen wonder? Er zijn helaas vrouwen die hun kindje verliezen in de moederschoot door een miskraam. Wat wonderlijk ik ben verbazend voortgebracht. Ik mocht geboren worden op deze wereld. Dat heb ik nergens aan te danken, dan aan Hem. Wat waren je ouders blij met je geboorte, eindelijk hetgeen waar ze zo naar verlangd hadden was vervult. Een kindje. Altijd wonderlijk vindt ik. Hoe zo’n baby’tje er uit ziet als ie net geboren is. Klein vingertjes en teentjes. Zo wonderlijk alles zit er op en eraan. De Heere die heeft het zo geboren laten worden. Is dat geen wonder! Dat laat iets van de macht zien van God hè? God die zo machtig is dat Hij niet alleen de aarde schiep, maar ook levende wezens. Maar dan wordt je nog meer verwonderd als je hoort dat Hij je naar Zijn evenbeeld heeft geschapen. Zoveel mensen zijn verschillend. De een is blank, de ander gekleurd, de een is dik, een ander magerder. En toch lijken die mensen allemaal in iets op hun Maker. De Heere schiep de mens naar Zijn evenbeeld. Zodat er iets van Hem in zichtbaar kon zijn.
Al vindt je jezelf misschien wel oer lelijk, maar toch je mag in iets toch een klein beetje lijken op je Maker, op je schepper.
Maar eerst nog over dat wonderlijke. Ik mag er nu nog zijn. Hij liet mij levend geboren worden, de bevalling mocht goed verlopen. Dat is niet altijd vanzelf sprekend. En dan om te bedenken dat, honderdduizenden mensen abortussen hebben gepleegd. Baby’tjes naar Gods evenbeeld, vermoord. Baby’s zo de eeuwigheid hebben ingedreven.
Als je hoort dat mensen het hebben over het nemen van kinderen en het zelf beslissen over kinderen. Wat zijn we goddeloos bezig! De Heere verlangt er toch naar dat we kinderen mogen voortbrengen op deze aarde en ze een Godvrezende opvoeding geven. Om zo ook het getal der uitverkoren vol te maken. En het krijgen van kinderen wat is dat een wonder uit Zijn almachtige handen.
Dan is het toch verschrikkelijk als mensen zeggen o dit hadden we niet gepland, de zwangerschap , een baby komt ons nu echt niet goed uit. We kunnen het maar beter weg halen. Zonder ook maar enigszins te bedenken dat dit een zeer grote zonde is ,een toornelijke zaak in Gods ogen. Het is net zo erg als toen de koning Manasse zijn kinderen liet verbranden in de handen van een afgod. Je kind te laten sterven, omdat het je niet goed uitkomt. Je werk en je hobby’s en je hebt nog geen vaste relatie, het kan echt niet. Hoe durft zo iemand zo met dit prille leven van zijn kind om te gaan wat de Heere gegeven heeft. Hoe durft iemand zelf over de levenstijden van zijn of haar kind zeggenschap te hebben! Immers mijn tijden zijn in uw handen spreekt een psalm. Maar God laat deze zonden nimmer ongestraft. Hij bezoekt ze! Hij vertoornt zich over de zonden. Zo lezen we ook dat de koning Manasse zijn straf niet ontloopt, hij werd meegenomen als krijgsgevangenen van de Assyriërs.
Maar wat doen die mensen die een abortus laten plegen ook veel andere mensen pijn dan alleen de Heere. Ook mensen die geen kinderen kunnen krijgen, wat lijden die er onder. Hoe pijnlijk is het voor hen als ze lezen over hoeveel abortussen, kinderen er zijn vermoord in de moederschoot in één jaar! Wat kan dat pijnlijk zijn. Zij wilden het zo graag maar het werd hen niet gegeven.
Het prille leven wat is dat prachtig hè zo’n klein kindje, zo mooi en zo klein. Dat verwonderd je vaak, zo ben ik ook ter wereld gebracht. Als zo’n klein mooi en toch zo als zo’n nietig mensje. Daarom is het ook zo’n wonder als alles goed mag gaan bij de bevalling en in het opgroeien van het kindje. Eerst de gevaren van een wiegen dood, later de gevaren voor een kinderziekte. En om die periode van gevaren door te komen, wat is dat en wonder. Dat Hij mij beschermd. Als kindje kan je, je nergens tegen beschermen, je bent zo zwak en klein. En toch vanochtend je mag hier zitten. Je leeft nog, te midden van al die gevaren die een mens meemaakt.
Later als je zelf naar school mag fietsen zegt je moeder pas goed op voor de auto’s hè! Het kan zo gevaarlijk zijn op de weg, immers een ongeluk zit in een klein hoekje. En wonder boven wonder mag je toch weer veilig thuis komen.
Heb je daar de Heere wel eens voor gedankt kinderen? Besef je hoe wonderlijk het is dat je hier mag zitten vanochtend? Dat je mag leven? Hoeveel kinderen sterven er niet elke dag? Aan ziektes en aan hongersnoden. Denk maar eens aan al die kinderen in Afrika. Velen van hen overleven het niet. Wij hier in het westen wat zijn wij dan rijk en gezegend. Dus ben ik wel bewaart. Zegt een psalm. In Zijn handen wordt ik bewaart.
Misschien dat iemand van jullie ooit wel is letterlijk de dood in de ogen heeft gezien. Een verkeersongeluk, of een andere situatie. Vol in doodsangst, wat kan je ziel dan roepen tot de Heere! Zo als nooit tevoren, je wil leven, je wilt niet sterven! Wat een genade dan als de Heere je toch bewaart.
Heel jouw leven ligt in Zijn handen, heel jouw lot in Zijn handen. Ooit daar wel eens over na gedacht? Hij beslist over mijn leven en mijn sterven. Hij stelde mijn geboortestond vast, maar ook mijn sterven is bij Hem bekend. Misschien ben je wel is bang voor de dood. Bang voor de eeuwigheid. Waar ga ik heen vraag je, je af? Of hoe moet dan verder met mijn familie, mijn geliefden op deze aarde?
De dood kan soms schrikbarend zijn. Maar voor Zijn kind wordt deze verschrikking een blijde verwachting. Namelijk door Zijn dood jaagt mijn geen angst meer aan, want alles, alles is voldaan. Die in de nood op Jezus ziet, die vreest voor dood of helle niet. Wie zich weet het eigendom van de Zaligmaker welke is Jezus Christus mag weten in Zijn hand zijn mijne tijden. En als ik dan eens moet sterven, is het voor mij niets als dan een brug naar de hemel. Tuurlijk kan de dood, het sterven je dan nog wel eens bezighouden of anders gezegd bang maken. Maar toch het geloof weet de dood is gedood. Het heeft voor mij geen prikkel meer. De prikkel is eraf. De dood kan mij geen kwaad meer doen. Gans verslagen ligt de dood in het graf van Jezus. Maar dat wel alleen voor de Zijnen, en daar bedoel ik mee voor degenen die zich tot Hem bekeerd zullen hebben. Voor hen is de dood geen dood meer, maar een ingang tot het eeuwige zalige leven.
Maar hoe nu nog verder in mijn leven, in de strijdt van elke dag? Als je Hem kent, ken je , je beschermer. Dan ga je niet alleen. Dan leef je niet voor je zelf en met je zelf, maar leef je voor Hem en met Hem. Wie zal je dan uit Zijn handen rukken? In onze tweede gedachte hopen we daar zo bij stil te staan. Met de woorden van Zondag 1.( Wat is uw enige troost, beide in het leven en sterven?
Dat ik met lichaam en ziel, beide in het leven en sterven niet mijn maar mijns getrouwen Zaligmakers JEZUS CHRISTUS eigen ben , die met Zijn dierbaar bloed voor al mijn zonden volkomenlijk betaald en mij uit alle heerschappij des duivels verlost heeft en alzo bewaart , dat zonder den wil mijns hemelse Vader geen haar van mijn hoofd vallen kan , ja ook, dat mij alle ding tot mijn zaligheid dienen moet , waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van het eeuwige leven verzekert , en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.)
2.De Heere als redder in je leven.
We stonden net stil bij het verbazingwekkende , van die bescherming van Hem in het eerste begin van je leven. We zullen nu ook stil staan bij de meerdere betekenis Hij als beschermer. Namelijk Hij is ook onze redder in geestelijk opzicht. Tenminste ik hoop dat u dat vandaag mag zeggen. Hij heeft mij uit de slijk gered van mijn bestaan.
Prachtige voorbeelden kunnen we uit de bijbel daarbij noemen, denk maar eens aan Abraham. Uitverkozen als voorgeslacht van het volk Israël en van de Heere Jezus zelf. Ook kunnen we denken Paulus in het nieuwe testament. Hij vervolgt de Christenen en op weg naar Damascus wordt hij verblind door het licht en geraakt door Gods stem. “Saul, Saul! wat vervolgt gij Mij?” geschiedenissen waar we de krachtige hand van de Heere in mogen zien. Maar vandaag de dag is het toch niet de bedoeling dat we zitten te wachten op zo’n Saulus bekering. Neen, we moeten ons bekeren. Net zoals de Ninevieten zich direct bekeerden op de boodschap die God hen gaf, voor hun ondergang. Ze bekeerden zich op het woord van Jona. Waarom zouden wij vandaag de dag ons niet op Gods woord bekeren. Ons wacht anders toch ook de zelfde straf, de ondergang van ons bestaan, en niet alleen dat wat zullen de Ninevieten eens tegen ons zeggen op de oordeelsdag? Wij hebben ons bekeerd? Waarom jullie niet?
Geen excuus is er in te brengen, geloof me hoor. Werkelijk niets , maar een mond vol met tanden. Een open mond, ja waarom is de vraag, hebben we ons niet bekeerd?
Maar hoe kan ik mij bekeren vraagt iemand uit ons midden? Dat kan ik toch niet uit zich zelf, dat moet Hij toch doen. Ja dat is zeker waar. Maar dat is niet de betekenis dat we met onze armen over elkaar moeten blijven wachten op onze bekering.
Om daar een voorbeeld bij te geven. De verloren zoon. Hij verliet zijn vader en ging een heerlijk rustig leven lijden, met verkwisting van geld. Ging op in de rijkdommen van de wereld. Tot de dag dat het geld op was. Eerst gaat hij nog werken bij een varkensboer. Hij schaamt zich om terug te gaan naar zijn vader. Maar later lezen we dat hij opstaat en toch naar zijn vader gaat. Al ben ik zijn zoon niet meer misschien in zijn ogen, misschien mag ik een slaaf zijn en krijg in ieder geval toch nog te eten. Zo ging hij op weg naar zijn vader. De vader trok hem, Hij stond elke dag op de uitkijk. En toen de verloren zoon thuis kwam, kreeg hij geen koude ontvangst, maar een zeer warme, hij kreeg het beste van het beste en er werd een feest aan gericht.
Zo gemeente moeten wij zijn als die verloren zoon. Wij zijn weg gelopen bij de Vader, door de zondeval, en lessen ons geld en dorst in de wereld. Maar de Vader staat elke dag op de uitkijk, komt hij of zij weer terug naar mij. Bent u die zonde nog niet zat in uw leven, is uw geld toch niet op? laat het voor wat het is en ga naar de Vader. Hij wacht op u.
Zeker een mens kan zich niet bekeren, maar een mens kan daar wel om bidden, een mens kan wel er om smeken. En wat als je nooit in Zijn woord leest of bid? Dan is het zeker niet raar dat je onbekeerd verder leeft. Door het woord en door de Geest zal het geschieden.
En dan moeten we niet kijken naar al die zware eisen van bekering die sommige mensen belangrijker vinden dan Jezus zelf. Dit en dat moet meegemaakt worden. Wat had de verloren zoon voor geestelijk ervaringen meegemaakt? Hij was dor en dor slecht en dat besefte hij zelf ook. Net zoals die tollenaar in de tempel. Maar ondanks het besef dat hij niets had wat goed in hem was, ging hij toch. Je hoeft niks mee te brengen naar de Vader, je mag leeg en zondig komen. Met open en lege handen, maar met volle handen ga ik weg. Dat is redding! Redding uit gevaren waar we de afgelopen weken stil bij stonden en waarbij we straks nog even hopen stil te staan, maar wat is dit een andere redding. De redding zelve. Als je deze redding niet kent, wat heb je dan aan Zijn redding in gevaren? Het is toch alleen maar uitstel van executie dan. Eens zal je toch voor Gods troon staan en dan?
Hij is de redder? Is Hij uw redder al? In meerdere betekenissen van het woord?
Die zondag 1 die prachtige zondag vraag , kan je ook anders stellen, wat is uw enige redding beide in het leven en in het sterven. Dat ik inderdaad niet meer van mij zelf ben, maar van Christus. Dat is de pure redding vanuit mijn aardse bestaan. En vanuit die redding word je ook dagelijks opnieuw gered, van jezelf ,van de zonde, van je boze hart, van de gevaren van de duivel.
Gered uit de strikken van de wereld. Helemaal verstrikt in de netten die de satan eens spande tegen mij. Maar Hij redde mij uit die strikken, waar ik in bekneld zat. Wat geen ene God kan, kan Hij wel! Hij bukte zich in de put van mijn bestaan en trok me daaruit. Nee dan ga je inderdaad zien. Het was niet ik die me bekeerd heb, maar Hij, God Zij Dank, ja Hij was het. Uit mijzelf was het nooit gegaan, maar deed het.
Dan die aardse redding, redding uit alle gevaren. Die zee die zo hoog met haar golven kan slaan, de duivel die het op ons gemunt heeft, Hij beschermd ons daarvoor.
In alle noden van het leven. De problemen , de zorgen die je kent en die ten diepste niemand weet dan alleen Hij en jezelf. Door de wereld verlaten in eenzaamheid, kan het soms lijken. Je staat er alleen voor, of toch niet? Nee Hij red, Hij helpt, Hij is nabij. Mattheüs 28: En ziet, Ik ben met u lieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen .Hij is nabij, als de nood nabij is. Hij is er bij in al je zorgen en problemen. Hij is getrouw, als sterk, Hij zal Zijn werk voor mij voleinden. Verlaat niet wat u hand begon, o Levensbron wil bijstand zenden.
Zijn trouw, aan Israël nooit gekrenkt, en wat zegt een psalm, Hij aan Israël doet, doet Hij ook aan mij. Hij blijft Zijn volk getrouw, ook al waren en zijn ze Hem telkens ontrouw geweest. Hij blijft trouw, ook in het leven van Zijn kinderen. Ik ben met u Petrus, ik ben Met u Johannes, ik ben u gemeentelid, al de dagen tot de voleinding van de wereld. Met andere woorden. Wat er ook gebeurd ik ben erbij. Ik ben bij je, ik hou je handen vast.
Er kan zoveel gebeuren in je leven. Mensen verliezen, je ouders, je kind, je vrienden. Zo pijnlijk, niemand kan troosten, maar de trooster der troosters is hier. Hij is trouw.
In landen waar de vervolging woedt. Ze staan er niet alleen voor. Ze worden gepijnigd, gemarteld, gegeseld, gedood. En toch te midden van al deze verschrikkelijke dingen is Hij nabij. Hij is trouw. Zo trouw tot de voleinding van de wereld , tot de voleinding van jouw leven zelf, daarbij hopen we straks nog even stil te staan in onze laatste gedachte. Wees niet bezorgt zegt de Heere wat gij spreken zult. Want ik zal u mond en wijsheid geven , die zij niet kunnen tegenspreken. Al sta je dan daar voor en soldaat, een I.S – strijder met en mes of wapen, dan wankelt het geloof niet eenmaal. Hij is trouw, wat Hij doet is goed. Eenmaal zal ik mogen zien hoe en waarom. En in al die verdrukking en vervolging, mag ik me verwonderen over wat Hij eens zij, namelijk, doch niet een haar uit uw hoofd zal verloren gaan. Geen een haar zal er op de aarde vallen zonder de wil van God. Hoeveel haren zal een mens hebben op zijn hooft? Rond de honderdduizend en niet daarvan valt ter aarde. Wat is hier de voorzienigheid van de Heere zo diep in te zien. Hij zorgt zo intiem voor Zijn kinderen. Alle haren zijn bij Hem geteld. Daarom wees niet bang zegt de Heere, voor wat gij spreken zult, Ik zal de woorden in uw mond leggen.
Wat wonderlijk hè? Niets overkomt mij bij toeval. Zoveel mensen denken dat juist wel, puur toeval. Nee Hij heeft overal een bedoeling een wil voor. En zegt de Heidelberger: , ja ook, dat mij alle ding tot mijn zaligheid dienen moet , waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van het eeuwige leven verzekert. Alles zal mede werken ten goede, alles past in Zijn plan. En alles dient tot zaligheid van ons eigen ziel.
Hoe zit het dan met een erge ziekte die levensbedreigend is, dient mij dat ook tot zaligheid? Er staat alle ding. Alles wat de Heere op mijn weg plaatst , is mij tot nut en zaligheid. Dat is inderdaad moeilijk om te begrijpen, hoe kan dat? Is dit Zijn wil? We vergeten dat wij eens gezondigd hebben, wij hebben de fout gemaakt niet Hij. En ook vecht het geloof ons aan door zware beproevingen. Doch vrees niet, uw haren van uw hoofd zijn allen geteld. Wat je ook mee maakt, het zal uiteindelijk toeleiden tot de eeuwige zaligheid. En in die beproevingen kan het soms lijken of je zo alleen staat. Maar toch is Hij er bij. Hij is trouw, Hij is nabij de ziel die tot Hem zucht, Hij troost het hart dat schreiend tot Hem vlucht. In al die beproevingen , Hij troost me en leidt mij er door heen, naar het eeuwige leven.
En jongeren als je zo diep in de problemen zit, mag je vertrouwen op wat psalm 18 zegt, ik kan met U door sterke benden dringen, met mijne God zelf over muren springen. Nee je mag aan de Hand van Hem door die problemen toch een weg vinden er doorheen. Dat kan heel moeilijk zien, een zeer hevige strijd kan er woeden, maar wetend en rustend in het diepe vertrouwen dat Hij mij leidt en dat niets mij met toeval zal overkomen, kan ik al die bergen en die heuvels verzetten. Het geloof verzet bergen. Het geloof in Hem worstelt zich erdoor heen. Door die sterke benden en over al die zorgen heen, dat hek van het leven , de zorgen en de problemen, je springt er over heen. Want Hij leidt je. Daarom is het belangrijk dat je Hem kent, als je Hem niet kent, ga je helemaal alleen door het leven. moet je alleen een weg zoeken door al die muren en al die doolhoven. Dat lukt je nooit , maar als je Jezus kent en Hem liefhebt en Hem eigen bent, dan kent je leven een kompas, het gaat door die doolhoven heen en langs die kloven en ravijnen heen. Zijn handen geleiden mij. Hij is redder , Hij alleen.
3.De Heere als voleinder en de laatste in je leven.
En dan Hij als laatste in beschermer in je leven. De Heere die je schiep en je bewaarde, in je opgroeien , in je volwassen zijn, maar ook in je ouderdom, Hij is en blijft de ware grote beschermer.
Als de dood nabij is en het sterven aanstaande. Hoe te sterven? Dat kan een vraag zijn die veel bij je blijft hangen. De dood? ben ik bereid om te sterven, om voor Zijn troon te verschijnen? En hoe zal het gaan en waar zal ik zijn, er is nog nooit iemand terug gekomen uit de dood. Toch wel, Jezus zelf en niet alleen Hij, meerdere mensen zoals Lazarus, en al die heiligen toen Jezus stierf de graven open braken . Lazarus had Jezus lief. Hij wist waar hij zou heengaan, naar de Vader. En u? Och moet ik daar nu al bij stil staan? Elke dag is er een dichter bij je sterven, ooit daar wel eens bij stil gestaan. Wat als je sterft en je laat je kinderen, je vrouw in onwetendheid achter? Hoe verschrikkelijk is dat en ook voor je zelf? Waar zal je zijn? Als je Hem niet kent zal je de eeuwige dood sterven. Verschrikkelijk, daarom bereid je voor, haast u met spoed tot Hem en tot bekering.
Hij de eerste en de laatste in je leven. Hoe staat dat in het geestelijk opzicht met jouw? Is Hij het de eerste die het voor het zeggen heeft in uw leven? Is Hij het die de koers van uw levend schip bepaald? Is Hij het die het laatste woord heeft in jouw leven? Hij sprak eens een woord en de aarde werd geschapen, Hij sprak eens een woord en Hij je maakte je in de buik van je moeder en eens spreekt Hij ook een woord. Stof en tot stof zal het wederkeren. Hij was de eerste de Alfa, het begin en het einde zo staat er. Onbegrijpelijk, je kunt het je niet voorstellen hoe kan God zonder een begin er altijd al geweest zijn? Een vraag die ongelovigen misschien aan je stellen hoe zit dat dan? Hij is het begin. Wij als mensen zijn zo klein wij kunnen dat niet begrijpen, dat is ook het verschil tussen God en mens, God leeft eeuwig, eens mens tijdelijk. En we hoeven dat ook niet te begrijpen hoe het kan dat de drie-enigheid al eeuwig leeft en hoe het kan dat het een –drie eenheid is en toch drie personen. Mijn opvatting is altijd zo van het zijn drie personen en toch heersen ze alle 3 als een God, ze hebben één richtlijn. Ze denken uit zelfde opzicht en ze heersen ook zo. Maar ik kan daar verder ook niks meer overzeggen. Wie ben ik dat ik daarover wat kan zeggen , met mijn menselijk en slecht verstand. De mens kan nooit daar iets over begrijpen over het God zijn en het eeuwig leven.
Zo kan je aan de eeuwigheid wel eens denken aan een zee. Als je voor een zee staat zie je geen begin en geen einde van de zee. Je ziet wel het strand en waar het water aankomt. Maar toch het is onmetelijk , zo groot , van t’ oosten tot aan het westen.
Hij was het die de bijbelschrijvers de eerste en de laatste woorden van de schrift liet opschrijven. Ten diepste waren het Zijn woorden. Hij schreef het Genesis en Hij schreef de Openbaring. Het begin en het einde.
Wanneer zal het einde van de wereld zijn aangebroken? Hij blies deze aarde de lucht in om te leven en eens zal de aarde levenslucht ontnomen worden door het vuur wat over deze aarde zal gaan om het zelfde van de zonde te verontreinigen. We leven in het laatste tijdperk. De wederkomst is aanstaande. Zijn voortekenen profeteren daarvan. De wereld is in shock. Wat gebeurd er en wat staat er hier te gebeuren? De IS met zijn aanslagen om de Islam in Europa te brengen en al de ongelovigen uit te roeien. De volken die tegen Israël zijn en dat zullen er nog veel meer worden. Wat staat er aan de vooravond te gebeuren, wat vind er plaats in de laatste minuten van de wereld? De wereld vergaat, de wereld is in barensnood, de wereld blaast zijn laatste levenslucht uit. En nog is het einde der tijden niet, verscheidene profetieën zullen nog in vervulling gaan en het volk Israël zal het nog moeilijk krijgen, rondom al die volken die Israël willen uitroeien. Die rampen die maar door blijven gaan, het houdt niet op. Het is slecht 2 voor 12. Maar vreest niet ik zal met u zijn tot aan de voleinding van de wereld.
Die trouw van God, die zo groot is, dat Hij overal en door alles heen ons trouw blijft en in alles met ons mee gaat. Hij laat ons niet allen, Hij laat zijn eigendom met eerbied gezegd niet stikken , niet aan zich zelf over. Nee Hij blijft trouw , waar ik ontrouw gebleven en geweest zou zijn, daar blijft Hij trouw. Het woordje trouw wat is daar nu nog van in betekenis in deze tijd? Dat woordje zou beter kunnen vervangen worden door ontrouw. Mensen die hun liefde , hun relatie niet trouw blijven, die overspel plegen. Mensen die ontrouw zijn aan de overheid, aan alles wat er ook maar gevraagd wordt in de maatschappij. En de ergste ontrouw, de mensen die ontrouw zijn en worden aan God. De kerken die leeg lopen, mensen die God niet meer nodig hebben, Hem niet meer willen kennen. Het geloof in Hem als achterhaalt te zien.
Of de ontrouw aan je vader, moeder, opa of oma in opzicht van als ze in het verzorgingstehuis of bejaardenhuis zitten nooit meer is langs te gaan. In dat alles bleef Hij trouw. Wat doet de mens zoveel te kort, wat is de mens toch zo vaak ontrouw aan Hem zelf. Heeft Hij vaak niet meer de eerste, maar de laatste plek in ons leven gekregen. Is het niet? De media, het werk, je hobby, zoveel dingen die de eerste plek in je leven kunnen innemen. Hij raakt zo op de achtergrond en als Hij van de achtergrond raakt is de kans groot dat Hij helemaal uit ons leven verdwijnt. Mensen die naar de kerk gaan en later besluiten niet meer te gaan. Waarom niet? Ze hebben andere dingen liever dan Hem?
En dan klinkt het ook vandaag aan uw? Hebt gij mij liever dan dezen? Die vraag die Hij eens ook aan Petrus stelde. Hoe lief heb jij Mij Petrus? Het zou heerlijk zijn als u toch vandaag kan zeggen, Heere u weet dat ik u lief heb? Of moet u er eens over na denken. Nee toch? Heb ik Hem lief?
Uw vrouw of uw man verteld u toch ook dat u van hem of haar houdt, toch ook niet zo van: moet eerst even een nachtje slapen. Hoezo is dat met Hem zo anders? Heb je Hem lief? Ja of Nee? Zo nee haast je dan toch! blijf niet op dit spoor verder gaan. Laat Hem de eerste en de laatste in je leven zijn. De Alpha en de Omega. Het begin en het einde. Hij sprak het eerste woord in me leven en straks ook het laatste. Dan is den angst voor de dood weg. Hoewel die soms best nog wel eens schrikbarend kan zijn. De dood overwonnen. Naar Jezus mijn eigendom. Mijn maker, mijn zaligmaker noemen.
O wat verlangde Simeon daarnaar. Om Hem de uitverkorenen der uitverkorenen eens in zijn handen te mogen dragen. En zie hij droeg het kindeke in zijn armen. Zo lief had hij het kindeke. Zo lief had hij Zijn Zaligmaker. God Heb ik lief, Hem alleen, de wereld niet meer. Leg wereld leg schatten, gij kunt niet bevatten wat Jezus mij geeft. Het eeuwige zalige hemel leven, met Hem.
Wat kan je daar naar uitzien. Het verlangen naar die jongste dag. Opdat alle tranen van je ogen zullen afgewist worden. Geen rouw en geen smarten , geen dood en geen haat. De liefde der liefde, in het eeuwige leven. Wat kan dat zo verlangen in je Verlangt u er al zo naar? In de vorige preek hoorden we daar al wat van. Vader ik wil , dat waar ik ben , ook zij zijn die Gij Mij gegeven hebt. Is die liefde in Hem wederzijds? En dat van uw kant? Want Hij heeft u lief met een eeuwige liefde. Mijn erfdeel ligt in Hem.
In al die 5 delen uit deze serie waarbij we mochten stil staan bij de trouw en bij die schitterende bewaring van God is toch het hoofddoel van deze serie, Hem kennen en in Hem in Godzalig leven wandelen en opstaan in Hem op de jongste dag. Die uitredding in al die preken, wat was dat wonderlijk, dat de Heere en pad maakte door de zee, door golven van de rivier, door het vuur heen.
Dat Hij zijn engelen mijn weg liet vrijmaken van alle stenen en puin die mijn levensweg fataal zou kunnen maken. En die hemelse rust in Hem als Herder en Hoeder. Welke troost dat is en welke bescherming die Herder heeft over Zijn schapen.
In het vorige deel over Jezus die voor ons bid tegen de Vader om onze bewaring, onze redding. En vandaag waarbij wel stil mochten staan bij het laatste der tijden, zie ik met u al de dagen tot aan de voleinding van de wereld. Die trouw van Hem , zo wonderlijk, zo intens, zo groot.
En wat mag dan het slot van deze reeks preken zijn? Hooglied 2; mijn liefste is mijn en ik ben de zijne. Daar liggen al deze preken in geborgen, en laat dat ook de boodschap zijn die u vandaag zo mee naar huis neemt. Is Hij de mijne, ben ik de Zijne? En rustend in dat geloof mag ik amen zeggen.
Och wereld ge gaat voorbij. Ik vrees niet voor de wereld want Hij blijft bij mij. Wat de toekomst ook te wachten staat, Hij is mijn burg, mijn toeverlaat. Al gaat het dan door het beproevende vuur heen, de glans der eeuwigheid is al wat daar door dit alles heen, scheen.
Zie Ik ben met u allen al de dagen tot de voleinding van de wereld. En wie het hoort zegge kom Heere, en wie daar naar verlangt roepe kom Heere. En Hij zal op dat geroep antwoord geven. Ik kom haastig amen ja amen, zie ik ben met u al de dagen tot de voleinding van de wereld en van uw leven. Amen
Psalmenkeuze
Voor de Preek
Psalm 100 vers 4
Want goedertieren is de Heer';
Zijn goedheid eindigt nimmermeer;
Zijn trouw en waarheid houdt haar kracht
Tot in het laatste nageslacht.
Psalm 18 vers 9
Ik kan met U door sterke benden dringen;
Met mijnen God zelfs over muren springen.
Des Heeren weg is gans volmaakt en recht,
Doorlouterd, rein en trouw al wat Hij zegt.
Hij is een schild en schutsheer voor den vrome,
Voor wie tot Hem de toevlucht heeft genomen,
Wie is een God, als Hij, in tegenheen?
Wie is een rots, dan onze God alleen?
Psalm 57 vers 5
Uw hand, o God, heeft veilig mij geleid.
Ik ben gered; nu is mijn hart bereid,
Het is bereid, om U, mijn God, te loven.
Nu wordt Uw Naam door mij met vreugd verbreid,
Mijn psalmgezang klimm' tot Uw roem, naar boven.
Psalm89 vers 1 en 3
1 'k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheen;
Uw waarheid t' allen tijd, vermelden door mijn reen.
Ik weet, hoe 't vast gebouw van Uwe gunstbewijzen
Naar Uw gemaakt bestek, in eeuwigheid zal rijzen;
Zo min de hemel ooit uit zijnen stand zal wijken,
Zo min zal Uwe trouw ooit wanklen of bezwijken.
3 De hemel looft, o Heer', Uw wondren dag en nacht,
Uw waarheid wordt op aard' de glorie toegebracht;
Daar Uw geheiligd volk van Uwe trouw mag zingen;
Want wie is U gelijk bij al de hemellingen?
En, welke vorsten ooit het aardrijk moog' bevatten,
Wie hunner is, o Heer', met U gelijk te schatten?
Na de preek
Psalm 73 vers 12 en 13
12 k Zal dan gedurig bij U zijn,
In al mijn noden, angst en pijn;
U al mijn liefde waardig schatten,
Wijl Gij mijn rechterhand woudt vatten.
Gij zult mij leiden door Uw raad,
O God, mijn heil, mijn toeverlaat;
En mij, hiertoe door U bereid,
Opnemen in Uw heerlijkheid.
13 Wien heb ik nevens U omhoog?
Wat zou mijn hart, wat zou mijn oog,
Op aarde nevens U toch lusten?
Niets is er, waar ik in kan rusten.
Bezwijkt dan ooit, in bittre smart
Of bangen nood, mijn vlees en hart,
Zo zult Gij zijn voor mijn gemoed
Mijn rots, mijn deel, mijn eeuwig goed.
Psalm 121 vers 4
De Heer' zal u steeds gadeslaan,
Opdat Hij in gevaar,
Uw ziel voor ramp bewaar'.
De Heer', 't zij g' in of uit moogt gaan,
En waar g' u heen moogt spoeden,
Zal eeuwig u behoeden.