Paaspreek 2016 Efeze 2 vers 4-7 : Levendmaking

Paaspreek 2016

 

Efeze 2 vers 1-10

Lukas 24 vers 1- 12

 

Tekst Efeze 2 vers 4-7:

4. Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft,

5. Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus; (uit genade zijt gij zalig geworden),

6. En heeft ons mede opgewekt, en heeft ons mede gezet in den hemel in Christus Jezus;

7. Opdat Hij zou betonen in de toekomende eeuwen den uitnemenden rijkdom Zijner genade, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.

 

 

1.       De  oneindige liefde van God

2.       Met Christus gestorven

3.       Met Christus opgestaan

4.       De rijkdom van Zijn sterven en Zijn opstanding

 

1.De liefde van God.

Gemeente, laat ik maar met de deur in huis vallen. Bent u, ben jij levend gemaakt? Vers 1 “En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden”. We mogen vandaag gedenken dat Christus is opgestaan. En wat een rijkdom dat er na Zijn diepe vernedering die Hij voor ons wou maken, nu Hij toch verhoogd mag worden. Hij stond op, de zonden en de schuld die ik moest betalen betaalde Hij aan het kruis. En Zijn dierbaar lichaam werd aan het kruis gespijkerd opdat ik zou mogen blijven leven. En toen Hij  stierf, leek het wel de genadeslag voor Zijn discipelen en voor Zijn kinderen. Immers ze begrepen niets van Zijn lijden en sterven. Ze treurden allen om Zijn dood. Hoe moest het nu verder? Zonder te weten dat Hij eens had gezegd dat Hij zou opstaan uit de doden. Vandaag die dag dat we het mogen gedenken dat Hij is opgestaan. Nee Hij liet Zijn Zoon niet in het graf liggen, maar liet Hem weer opstaan. Opdat wij met Hem mogen sterven en met Hem mogen opstaan tot in een nieuw en eeuwig leven.

Maar allereerst onze eerste gedachte: Gods oneindige liefde. Want als we naar het eerste gedeelte van onze tekst gaan, het vierde en het vijfde vers merken we al dat het God nogal iets gekost heeft, Zijn liefde. Laat we onze tekst eens lezen vers 4-5 “Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft, Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus; (uit genade zijt gij zalig geworden)”

Veel mensen denken dat God niet barmhartig is en niet eerlijk is. Als ik dan vanochtend mag zeggen over het eerste heeft u geen gelijk, maar over het tweede wel. God is wel degelijk barmhartig, ook al kan dat vanwege al die gebeurtenissen in uw leven of de aanslagen in deze wereld niet zo lijken. Immers wij hebben zelf gezondigd, wij kunnen God niet op het matje roepen voor onze ellende. Wij zijn in de zonde gevallen en daarom zijn wij  de hoogste straf schuldig, de dood. En God is zeker barmhartig, want Hij laat niet alles gebeuren in de wereld. Hij heeft alles in Zijn handen. Maar desondanks blijft de mens geen robot, ze blijft in staan voor haar eigen verantwoordelijkheid en daden. En als we gaan zien naar hoeveel keer God ingrijpt is dat toch best wonderlijk? Vele aanslagen konden wel worden voorkomen, hoewel er ook door eigen schuld van regeringen aanslagen konden voorkomen worden, maar niet zijn voorkomen, door nalatig gedrag. En ook in uw leven, elke dag dat u weer gezond mocht opstaan, of dat u mocht herstellen van een ziekte. Dat u elke dag te eten heeft is dat niet alle dank waardig? Maar meer dan deze barmhartigheid vinden we toch in God zelf, Hij die Zijn Zoon niet gespaard heeft, maar heeft overgegeven in onze moordenaarshanden. Om voor onze schuld te betalen. Dat kon en wou geen enkele god doen als die ooit bestaan zou hebben. Want er is maar één God, we geloven uiteindelijk niet allemaal in één god, maar in dode afgoden of in de enige en waarachtige God. Hij Had zo’n grote liefde, dat Hij Zijn Zoon voor ons over had. Hoe komt dat, dat God ons zo lief heeft? Ten diepste hebben we dat toch zeker niet verdiend als we kijken naar onze zondige daden, gedrag en zelfs hoe we met Zijn genade omgaan. De Heere had ons lief, omdat Hij ons schiep naar Zijn evenbeeld. 

Als wij iets maken zijn we er erg trots op, toch kinderen? Een mooie tekening, als je die gemaakt hebt moet die het mooiste plekje in je kamer krijgen. Ondanks dat je moeder , broertje of zusje je uitlacht omdat ze de tekening lelijk vinden. Zo ook God, Hij had ons geschapen , vol met liefde, ja naar Zijn evenbeeld. En als Hij naar die mens kijkt zoals die eerst geschapen werd zei Hij en was het goed, zeer goed zelfs. Ondanks dat de mens door zijn eigen schuld die mooie tekening van ons door God gemaakt met eerbied gezegd gemeente, zelf in stukjes scheurden. De zonden scheurden die tekening kinderen in stukken. Maar toch liet de Heere die tekening hangen, weet je waarom. Omdat het nog steeds de ouwe tekening was, ook al zaten er allerlei scheurtjes en vegen nu op , door de mensen zelf gemaakt. Hij zag naar Zijn Zoon, Hij wou dat Hij die tekening weer zou herstellen. Weer zou lijmen en al die veegjes op die tekening weer zou uitvegen. Die tekening van Zijn evenbeeld weer zou herstellen. En wat een grote liefde dat Hij ook kwam, want lieve mensen dat is toch echte barmhartigheid. Dat hoorden we ook op Goede Vrijdag, dat Hij Zijn leven overhad voor u en voor mij. Om u hachje mag ik het zo zeggen, om uw hachje te redden. Hier kennen wij Gods liefde, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon heeft overgegeven, opdat wij zouden kunnen gerechtvaardigd worden door Zijn bloed. Maar als we dan weer even terugkomen op die vraag of dat eerlijk is wat God doet, kan ik toch niet anders zeggen dan nee. Dit eerlijk? Dat God Zijn Zoon gaf daar wij moesten sterven. Wij hadden geroepen als wij onschuldig waren geweest, ik ben onschuldig laat me vrij. Maar nu is God eerlijk? Gemeente ik heb zelf ook veel geworsteld met deze vraag, en als u deze vraagt heeft kom ik naast u in de bank zitten. Is God eerlijk dat Hij de ene mens zoveel voorspoed geeft en de ander zoveel tegenspoed? En toch is het eerlijk want we hebben het zelf verdiend, maar moeten we niet alles overgeven in Zijn handen. Want als je Zijn eigendom bent, mag je toch ook weten dat Hij ten alle tijden voor je zorg draagt.

Gods oneindige liefde, soms staan we alleen stil bij Jezus liefde, en dat toch helemaal terecht ,maar leren we ook te kijken naar de Vader. Hij gaf Zijn Zoon, dat is nog is wat gemeente, je Zoon over te hebben tot in de dood. We zien een dergelijke situatie in het oude testament, als Abraham zijn enige zoon aan God moest offeren. Is dat eerlijk, je enige zoon? Abraham had kunnen schreeuwen wat veel mensen vandaag doen. Nu is het genoeg Heere, dit gaat me te ver. U heeft mij deze zoon beloofd en nu na jaren moet ik hem weer offeren. Met eerbied gezegd bekijk het maar. Maar dat zei abraham niet, nee want hij geloofde dat God zelf voor een brandoffer zou voorzien. Hij deed het zelfde als Job, ‘de Heere heeft gegeven en de Heere heeft genomen, de Naam des Heeren zij gelooft’. Wat een geloof van Job en van Abraham. En ten diepste kreeg Abraham toch later ook gelijk, God gaf een offer ja een ram, maar daar heb ik het  nu niet over. God zelf zou Zijn eigen Zoon als brandoffer voor zien. Onschuldig geofferd voor de zonden van u en van jou. Dat was Zijn grote liefde, Zijn Zoon. Wat had Hij de mens lief, niet de wereld, nee maar als Hij kinderen naar die tekening zag, werd Hij bedroeft. Die tekening moet hersteld worden. “ Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons mede levend gemaakt met Christus.” Straks horen we meer over die levend making. Met Hem gestorven en met Hem opgestaan , ja tot in een nieuw leven.  

Het behaagde de Heere Hem te verbrijzelen, en dat voor mij. Het koste God Zijn enige Zoon en dat was niet alles, in plaats van dat de mensen dankbaar zouden zijn. Deden ze alles ervoor om Zijn lijden erger te maken, Hem te martelen, Hem te slaan en Hem te vermoorden. En nochtans, want God wist dat al van te voren, gaf God Zijn Zoon. Dat is de liefde Gods die alle verstand te boven gaat. In Zijn handen die spijkers die zijn er geslagen voor en door jou. Die doornen kroon, voor jouw hoogmoed. Die spot en die hoon en de dood, wijl ik die had verdiend. “ O Vader, dat Uw liefd’ ons blijk”. Meerder liefde dan Zijn Zoon voor jou. Hij liet Zijn schepping niet in de steek, maar Hij redde Zijn schepping. En wat droevig dan als je één van Zijn schepselen bent, en je hoeft Zijn redding niet.

Laten we nogmaals overdenken voordat we naar onze tweede gedachte gaan: Bent u levend gemaakt? Want door Zijn sterven is er verzoening voor onze schuld, is er vergeving van zonden. En door de liefde van God is er een weg terug naar boven. Een weg terug naar Hem, tot het eeuwige leven. En de Heilige Geest werkt in de harten van de ongelovigen opdat ze ook zullen geloven in Hem. Zoals Thomas het zei: “ Mijn Heere en mijn God”. Dat is levend making. Ontdekt worden aan zonden, en met oog op Hem schreeuwen om Hem en verlangen naar Hem. “ Mijn Heere en mijn God”. En wie tot Hem komt , wordt niet uitgeworpen , maar er word wel iets van jou uitgeworpen. De zonden. En die zonden worden met Hem gekruisigd aan het kruis. En de geest staat op in een nieuw leven met Hem. Met Christus gekruisigd en met Christus opgestaan. Zo komen we gemeente bij onze tweede gedachte.

 

2.Met Christus gestorven

Misschien had u meer een andere tekst verwacht over Zijn opstanding en Zijn verschijning aan Zijn discipelen of aan Maria. Maar deze tekst mag toch ook gaan over de opstanding. Immers degene die met Hem gekruisigd worden in hun zonden , zullen met Hem opstaan. En misschien vraagt u het zich af, wanneer en hoe word ik gekruisigd met Hem? Dat is een hele goeie vraag gemeente als u daar mee zit. Maar met die vraag moet u niet blijven zitten, maar zoeken naar het antwoord. Hoe word ik met Hem gekruisigd? Ja gemeente, dan is het van allereerst het belang dat u , uw zonden en verderf in ziet. Iemand die zijn zonden niet ziet, kan nooit worden levend gemaakt. Daar is zondekennis voor nodig. En dan ga ik vandaag niet een rijtje opnoemen van wat u allemaal moet hebben mee gemaakt, of hoeveel zonde kennis genoeg is om tot Hem te komen. Dat doen sommige kerkgenootschappen, die plaatsen een hek rondom het kruis van Christus. Je moet eerst dit en dat hebben mee gemaakt en dan wijzen ze naar een lijstje of naar andere bekeerde mensen volgens hen. Als het zo zou zitten gemeente , mag je, je afvragen word ik nog wel zalig, kan ik wel met Hem opstaan in een nieuw leven? Want wat we dan aan het doen zijn is niets meer als het oude werkverbond weer proberen in te stellen, door wetjes en regeltjes. Door eisen en plichten. Het volk Israël probeerde de Heere ook zo menig keer te dienen, maar God zei door middel van Jesaja , dit is Mij een gruwel. Die sabbat dagen en die offers, ik hoef ze niet. Als het niet uit liefde gebeurd, maar alleen uit omkoping van Zijn liefde. Zo ook wij, als wij alleen maar gaan zitten peuren in ons leven, heb ik wel genoeg zonde kennis , zijn we dan niet het zelfde bezig als Israël. Immers wat we doen is doorgaan met zondigen en buiten Christus verblijven. Eerst wachten tot ik meer zondekennis heb en meer berouw en meer dit en meer dat.

Ja gemeente dan kunt u lang wachten, want uit ons zelf komt het niet. We moeten worden gedreven naar het kruis. Of dat nou met of zonder zondekennis is, want gedreven tot Hem en naar het kruis, werkt daar de Heilige Geest berouw over je zonde. We kunnen en mogen geen hek rond het kruis plaatsen. Want ook zijn er mensen die zeggen: voor jou, voor jouw kan het niet. Je bent veel te zondig of je voldoet niet aan de eisen volgens hen. Dat is de Heere en gruwel, Hij zei niet voor niets tegen Zijn discipelen toen ze de kindekens wilden tegen houden: “Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet; want derzulken is het Koninkrijk Gods.”

Laten we dan gaan. Moede, arm en naakt tot Hem die zalig maakt. Want Christus kijkt niet naar de grote van een zondaar, voor allen is er geen verschil. Elke zondaar verdient de dood. Of je nu tegen 10 geboden gezondigd hebt ,bij wijze van spreken of 100 keer gezondigd hebt. Bij  Hem is het evenveel en is de slotsom de dood. Voor elke zondaar is er vergeving mogelijk. Soms kan je denken, is er voor mij wel vergeving, ik heb zo erg gezondigd? Maar als je dan toch ziet dat die moordenaar aan het kruis vergeven werd en werd levend gemaakt. En dat goddeloze koningen zoals Manasse toch tot inkeer mogen komen. Wat blijft het dan een wonder. Je zou kunnen zeggen, hoe erger je zonden, hoe groter de drang en het verlangen naar vergeving. Die moordenaar durfde het zelf bijna niet te vragen en zei alleen slechts, ‘denk toch mijner als Gij in Uw koninkrijk gekomen zult zijn’. En we lezen dat de Heilige Geest al begint te werken in het hart van die  moordenaar. ‘Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn’. Ja zijn zonden werden hem terstond vergeven, ondanks de moord of moorden die hij had gepleegd. En als het voor een moordenaar kan, kan het toch ook voor u gemeente. Wij zijn niets beter dan die moordenaar aan het kruis, en toch zijn we dezelfde straf onderworpen .Als we vast blijven houden in onze eigen redzaamheid. Want we blijven zo ons in eigen cirkeltje leven, ik kan me zelf wel redden. Maar wat kwam daar die moordenaar bedrogen achter, ik heb Hem toch nodig. Het was letterlijk twee voor twaalf voor hem. Nog even en hij zou sterven en dan zou hij voor altijd in de hel zijn. Ja zelf voor u kan het nog, ook al bent u 80 jaar, ook al ben jij 20 jaar en heb je ,je leven versleten aan zoveel zonden. Heden is er nog genade tijd. En hoe worden die zonden vergeven? Ja gemeente, het lijkt zo moeilijk, maar wat is het kinderlijk eenvoudig. Te gaan naar het kruis en te zien op het kruis naar Christus. Dan is Pasen ook voor jouw verlossing, dan kniel je neer voor Hem. ‘O Heere wees mij de zondaar toch genadig.’ En dat beseffend dat je het niet verdient hebt en dat je de eeuwige straf verdient hebt. Als je naar Christus gaat gemeente krijg je zondekennis. Dan gaat ja hart spreken, al die zonden , al die zondige woorden en zondige daden. Het oordeel wacht, totdat ik weggenomen word. O Heere red mij toch van het verderf.

Bent u op weg gemeente? Ja u bent op weg maar waarheen? Of naar het kruis, of naar de ramzaligheid? Gaan naar het kruis is jezelf en je ego opgeven en overgeven. Je zonden neerleggen, en misschien is dat nou juist wat u niet wilt. De zonden hebben zo’n aantrekkingskracht zegt u. Ga dan in gebed, ‘ O Heere de zonden laten me niet los, maar maakt U me toch los van de zonden’. Dat vraagt niet om af te wachten zoals veel mensen doen in deze tijd. Ik zie wel of het voor mij bestemd is, of als ik ben uitverkoren kom ik er toch wel. Nee de bijbel spreekt over het zoeken naar Christus en over de toevlucht  nemen tot Hem, tot het eeuwige behoud. ‘ Haast u om uws levenswil.’ ‘Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft,  Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus’. Wat is dat een genade gemeente, daar is niets van ons bij. Niet ik heb mij bekeerd. Niet: ‘de Heer heeft tot mij gesproken en ik heb mij bekeerd.’ Ook al kan het zo lijken , er is niets van ons bij , God geeft de levend making en niet wij. ‘ Want uit genade zijt gij zalig geworden’. De Heere kwam met Zijn liefde in uw leven, en begon u aan uw zonde te ontdekken. Ja één voor één, anders zou het ons veel te zwaar worden als we werkelijk door krijgen hoeveel zonden we nu doen en welke gevolgen dat heeft. En die genade is 100% genade. Het is genade dat u deze genade van Hem mag ontvangen. En daarom veracht die genade nou niet. Heeft u last gekregen van uw zonden? Verlangt u al naar vergeving? ‘ O Heere ik kan het niet, maar kom toch in mijn leven.’ Ik heb zo weinig schuld besef, maar wilt U het mij geven. ‘Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft,  Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus’. Wat een heerlijk woord gemeente vandaag. Gooi die zonden uit je leven , en begin vandaag op nieuw. In de kracht van de Heilige Geest. Dat oude vlees met zijn begeerlijkheden gekruisigd aan het kruis. Dan komt er in de opstanding van het nieuw geestelijk leven een ander mens voor terug. Paulus zegt: “ Niet meer ik, maar Christus leeft in mij.” Kruisig uw zonden, en ga naar het kruis. De schuld en de zonden gedragen en betaald. O Lam Gods dat Gij dat wilde doen. En Uw opstanding, de kroon van Uw sterven en heen gaan. De verheerlijking na Uw vernedering. Als we zo gemeente met Hem gaan wordt ook ons leven vernederd, tot aan het stof toe. De zonden en de schuld gaat klagen bij de rechtbank om boete. Maar het bloed van Christus druppelt op uw vonnis. “ IK voor u daar gij anders de eeuwige dood moet sterven.” Weet je nog kinderen ? Die tekening? Laat Mij nou jouw tekening weer mooi maken, met al je veegjes en scheurtjes op die tekening. Wil je dat? Dat is het vragen om een nieuw hart kinderen.

“ Het vlees met de begeerlijkheden gekruisigd.” En dan komt ook voor Gods kinderen de kroon.

 

3.Met Christus opgestaan

‘Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft, Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus; (uit genade zijt gij zalig geworden), En heeft ons mede opgewekt, en heeft ons mede gezet in den hemel in Christus Jezus.’

Maar ook wat wonderlijk dat, dat dode lichaam van zonden opstaat in een nieuw leven met Hem. De kroon der wedergeboorte. Toen Christus opstond was het de overwinning over de zonden. De overwinning over de dood en de satan. De satan werd de genade slag gegeven. Hij die eerder geprobeerd had Christus nog van het kruis af te krijgen en omdat hij bang was dat Hij zou opstaan had hij Romeinse soldaten laten wachthouden bij Zijn graf. Het had alles niet geholpen, toen Christus de dood en in de hel neer daalde, naast de duivel. Duivel je hebt het verloren, je hebt het onderspit gederfd. Wat was hij razend geweest, nu was er toch vergeving van zonden. Misschien kon hij Zijn opstanding nog tegenhouden. Hoewel dit natuurlijk onmogelijk was daar de duivel slechts aardse machten bezat en Christus de hemelse. Hij stond op en kondigde het nieuwe leven aan. “ Want nu de Heer is opgestaan, nu vangt het nieuwe leven aan.” Zo hoorden we net, door Zijn kruisiging kunnen wij met Hem sterven en door Zijn opstanding kunnen wij met Hem opstaan in een nieuw leven.

Er was de duivel alles aan gelegen om Christus opstanding te verbloemen, het was immers de kroon van Zijn verheerlijking na Zijn vernedering en hij kon het niet verdragen dat hij verloren had. Hij liet rondbazuinen dat de discipelen Zijn lichaam hadden gestolen, doch gelukkig geloofden dat niet alle mensen. Maar tot de dag van vandaag zijn er nog mensen die in deze leugen geloven. Maar er is een wolk van getuigen, zo lezen we dat Hij aan de discipelen is verschenen, aan Zijn moeder, Maria Magdalena, de Emmaüsgangers, aan Zijn broer Jacobus en aan nog is aan 500 mensen. De duivel delfde het onderspit. Zijn werk om Christus te laten zondigen en Zijn genade tegen te houden waren mislukt. Maar dat maakt niet dat hij de mensen nu gerust laat. Nee Christus kan hij niets meer aan doen, maar Zijn kinderen wel. Ze blijven zo zwak, de duivel weet precies waar hun zwakke plekken zitten. Hij gaat rond als een briesende leeuw , om ongeloof, haat , dood en vervolging te zaaien. Daar begon hij direct al mee na Zijn opstanding. Na de Pinksterdag barste al snel de vervolging los. Vele discipelen werden gevangen genomen en velen ter dood gebracht. Stefanus werd gestenigd. Maar in plaats van dat Gods gemeente kleiner werd, werd deze groter en groter. ‘ Het bloed der martelaren is het zaad van de kerk’. ‘Wat moet ik doen om zalig te worden, klonk het op de Pinksterdag. “Geloof in Jezus Christus en wordt behouden.” Zo simpel is het dus gemeente. Je hoeft er niets voor te doen, geen goede werken, niet zoveel gebeden per dag en één keer per jaar naar Jeruzalem. Nee je hoeft alleen maar te bidden , “Heere wees mij de zondaar genadig”. Dat is de opstanding met Christus. 180 graden omdraaien, bekering. Van verderf tegemoet, het leven tegemoet. Het leven, Christus zelve. Zijn kinderen sterven als Hij sterft en staan op, als Hij opstaat. Het sterven van Christus en Zijn opstanding maakte dat Zijn kinderen met Hem zouden sterven en zouden opstaan. De zonden in hun leven betaald door het offer van Hem, en opgestaan in een nieuw leven om te wandelen met Hem in een nieuw en in een godzalig leven. Het vlees met de begeerlijkheden gekruisigd. “En indien de Geest Desgenen, Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zo zal Hij, Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken, door Zijn Geest, Die in u woont.” Rom 8

Wanneer sterft de oude mens? Als je, je gaat zien als een Mefiboseth , die zei tegen David dat gij hebt omgezien naar een dode hond als ik ben. Dat leren Gods kinderen door genade ook te zeggen. Dat Gij hebt omgezien naar een dode hond als ik ben. Dood vanwege mijn zonden, dood vanwege mijn vleselijke begeerte , dood vanwege de hoogmoed, en het volgen van de duivel. Maar nu werkelijk, werkelijk levend! Levend gemaakt daar Gij dood waart door de zonden en de misdaden. Bent u gemeente levend gemaakt? Zo niet vraag het vandaag toch, opdat u straks kan zingen, “Daar juicht een toon , daar klinkt een stem die galmt door gans Jeruzalem. En want nu de Heer is opgestaan, nu vangt het nieuwe leven aan. Een leven door Zijn dood bereid ,een leven tot in eeuwigheid.” Hoort u het , hier gaat het over het nieuwe leven. Een leven door Zijn dood bereid. Door Zijn sterven is er leven, en door Zijn opstanding eeuwig leven. Want Zijn kinderen zullen geestelijk in een nieuw leven opstaan. De wedergeboorte, maar zullen ook eenmaal waarlijk opstaan in een nieuw lichaam zoals Hij. Een lichaam wat geen pijn meer heeft, een lichaam wat geen gebrek meer heeft en voelt , een lichaam geheel volmaakt. Op de dag der roem der dagen. Want de geestelijke opstanding wacht op de tweede opstanding, het opstanding van het nieuwe lichaam en dan is het lichaam verandert in een onsterfelijk en een lichaam wat niet en nooit meer kan zondigen en luisteren naar de duivel. Maar des tegelijk moet ik toch helaas waarschuwen voor deze dag. Omdat er ook mensen zijn die nog steeds buiten Hem leven en helaas ook buiten Hem willen sterven. Deze zullen ook een nieuw lichaam krijgen en wat is het erg als dat onsterfelijk lichaam voor altijd pijn zal moeten lijden in de hel.

Ja gemeente , buiten Hem is er geen leven. Kom daarom naar Hem en verwondert u, kijk een leeg graf. Het sterven van Hem was niet het einde, nee Hem was hét leven bereid. Voor degene die van Hem zijn wacht ook dat leven. De zonden gekruisigd aan het kruis. En opgestaan met Hem. Maar wat kunnen die zonden zo blijven drukken. Ze verlangen telkens naar meer, meer en meer zonden. Lust in de begeerten van de wereld. En dat vraagt elke dag opnieuw die dagelijkse bekering tot Hem. Heere weer opnieuw gezondigd, weer opnieuw op Uw hart getrapt en in Uw gezicht geslagen. Wat doet dat pijn, dat oude vlees, dat steeds weer probeert opnieuw de kop op te steken. De duivel laat Zijn kinderen nooit met rust, het wil de ondergang van hen. En Christus voorzag dit al, en troostrijk dat Hij bad voor Zijn kinderen. Dat lezen we in het hogepriesterlijk gebed. “Ik bid voor hen; Ik bid niet voor de wereld, maar voor degenen, die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn Uw.” En met deze levende God, die leeft tot in alle eeuwigheid bid Hij voor Zijn kinderen, opdat ze niet in verzoeking vallen en dat ze staande houden in het geloof. De wereld strijd tegen Zijn kinderen, u word niet met rust gelaten : ‘Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen’. Maar levend gemaakt met Hem ,blijven ze staande door Hem. “ Want Hij ondersteunde mij, in het leed dat mij genaakte”. De duivel verliest, dood waar is uw prikkel, hel waar is uw overwinning? En gemeente dit zeg ik met diepe eerbied. Maar ook deze aanslagen kunnen Gods kinderen werkelijk bang maken, maar niet wanhopig, want ziende op Hem en op die vreugde die hen voorgesteld is op de overste en Voleinder Christus Jezus. De duivel zaait haat en verderf in Europa, “ Ziet Ik heb het u voorzegt”. Oorlogen , geruchten van oorlogen, verkilling van de liefde. Binnenkort hoop ik daar bij stil te staan in de prekenserie liefde, de verkilling van de liefde. Maar als dit begint te geschieden zegt Christus: “ Heft u hoofden opwaarts opdat u verlossing nabij is.” Nog even en dan vangt het nieuwe leven aan , en dat kan de duivel nimmer afnemen. Wat Hij gegeven heeft, heeft Hij gegeven. En in dit leven met zoveel tegenspoed en tegenslag. “ Als ik omringt door tegenspoed, bezwijken moet , schenkt Gij mij leven.” “En in Hem jaagt de dood geen angst meer aan, want alles, alles is voldaan, wie in’ t geloof op Jezus ziet, die vreest voor dood nog helle niet.” Dan kan je nog wel bang zijn voor de dood, echt waar, maar toch het leven is mij bereid, “God neemt mij op in Zijn heerlijkheid”.

Vorige week moest ik naar Rotterdam, en na die aanslagen zat het mij eerlijk gezegd niet lekker. Ik moest naar Rotterdam Zuidplein, eerst met de trein en dan met de metro. De dag daarvoor spookte het erg in me hoofd, als er een aanslag komt en ik sterf ben ik bereid? Als ik sterf kom ik dan bij de Heere? En eigenlijk worden we zo weinig op de feiten gedrukt, dat we alleen door een aanslag of door een dergelijk groot ongeluk of tegenslag pas dan aan het denken worden gezet. Gemeente ga vandaag nou is na, als u daar op het vliegveld van Zaventem had gelopen, en u was omgekomen, wat zou u bestemming zijn? Vraagt het niet dag aan dag die dagelijkse bekering tot Hem. Ben jij, bent u bereid om te sterven? Om God te kunnen ontmoeten. Jongeren onder ons, je denkt niet graag aan het sterven, maar het is zeker ook in deze tijd nodig om dagelijks voorbereid te zijn om te sterven. Je leven kan op de éne dag zomaar wegrukt worden.

Met Christus gestorven en met Christus opgestaan. Over deze heeft de duivel geen invloed meer. Hij probeert ze wel te verleiden en helaas lukt dat ook dikwijls, maar zij zijn, Zijn eigendom, gekocht met Zijn bloed. Zij blijven staande in het geloof in Hem tot op de dag waarin het werkelijk leven begint. Een leven bij Hem, in het eeuwig Jeruzalem.

Ja gemeente een rijkdom in Zijn sterven en Zijn opstanding en ook wat een rijkdom in het afsterven van de oude mens en het opstaan van de nieuwe mens. Zo komen we bij onze laatste gedachte:

 

4.De rijkdom van Zijn sterven en Zijn opstanding

“En heeft ons mede opgewekt, en heeft ons mede gezet in den hemel in Christus Jezus;  Opdat Hij zou betonen in de toekomende eeuwen den uitnemenden rijkdom Zijner genade, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.”

Gemeente, wat een rijkdom voor deze eeuw en al de eeuwen achter ons. Tegenwoordig hoor je dat aan verschillende mensen wordt gevraagd wat hun enige troost is , of hun enig houvast. En in de meeste gevallen hoor je niets van dat mooie antwoordt. De meeste mensen is hun enige troost, muziek, familie, geld of nog zoveel meer. Wat betekend geloof voor jouw? Het werd mij eens gevraagd toen ik nog aardig jong was op een beurs. Ik liep een zaal binnen en gelijk stond die man voor me en vroeg me dit. Het overviel me, en al rondkijkend om heen , omdat ik me een beetje schaamde durfde ik daar geen antwoord op te geven. Aan onbekend iemand, en ook zomaar over Hem te durven praten. Een stuk verlegenheid, maar ook een stuk schaamte. Als u vandaag gevraagd wordt. Wat is uw enige troost beide in het leven en in het sterven? Paulus zegt: “Want ik schaam mij des Evangelies van Christus niet; want het is een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk, die gelooft,”. Wat kunnen we daarvan veel leren. Als je veel mensen vandaag vraagt wat houd Pasen in, weten ze misschien nog iets, maar als je vraagt naar Goede Vrijdag halen ze lachend hun schouders op, ‘werkelijk geen idee’. Maar wat zeggen onze tekst verzen toch zoiets heel anders “En heeft ons mede opgewekt, en heeft ons mede gezet in den hemel in Christus Jezus;  Opdat Hij zou betonen in de toekomende eeuwen den uitnemenden rijkdom Zijner genade, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.”

Zijn  wij niet Zijn getuigen, wij hebben Zijn sterven en opstanding niet fysiek gezien, maar toch als uw proeft van de wijn aan het Heilig Avondmaal en de woorden hoort ‘Ik voor u’ ,kan het toch zeker niet stil blijven rondom je naasten. Een christen is toch zeker iemand die de bijbel niet voor zichzelf houd. Iemand die uitdeelt uit de schatten van Christus. ‘ Kom toch ook en doe als wij’’. Mensen die niets van het evangelie weten, laat toch weten wat het voor je inhoud en wat het voor je persoonlijk betekend. Hij heeft ons opgewekt en gezet tot een middel der bekering voor de naaste in deze eeuw. Zwijgende christenen , zijn toch niets meer als verloochende christenen. En dikwijls moet ik dit ook met schaamte bekennen. Verkondig het op je werk, weet je Christus is voor mij gestorven en heeft mijn zonden betaald. Laat het zien en merken wat er in je leeft. “Niet meer ik, maar Christus leeft in mij”. “En heeft ons mede opgewekt, en heeft ons mede gezet in den hemel in Christus Jezus;  Opdat Hij zou betonen in de toekomende eeuwen den uitnemenden rijkdom Zijner genade, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.”

Ja heerlijk, een kind van Hem wacht de toekomst de hemel in Christus Jezus. Want ook zij zullen eens met Hem opvaren naar de hemel, als Hij hen komt ophalen op de wolken des Hemels. En wat mogen Zijn kinderen toch nu een getuigen zijn. “Ik roem in God, ik prijz het onfeilbaar woord, ik heb zelf uit Zijnen mond gehoord.” Hij stierf voor mij, voor een dode hond. En als ik die wonden mag zien, zie ik het offer voor mijn zonden en voor mijn schuld. “Hoe groot is het goed dat Gij zult geven.” Ja Zijn Zoon, zover ging Zijn liefde. “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.” Den uitnemenden rijkdom Zijner genade. Een wolk van getuigen , roemend om wat Hij deed. Zijn liefde voor mij. “ En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden.” Die vraag waarmee we begonnen. Bent u levend gemaakt? Wat zou het heerlijk mogen zijn gemeente als u dat mag weten en wat een troost gaat er dan van uit.

Allereerst overdachten we het sterven van de oude mens en het opstaan van de nieuwe mens met Christus. Maar als we zien op Christus opstanding mogen we ook andere dingen gewaar worden. Ten eerste zegt de Catechismus dat Hij de dood heeft overwonnen. Het einde van de zonde , de dood. Hij mocht die overwinnen. Wat betekend dat een ieder die in Hem gelooft zal leven tot in eeuwigheid. “Ik zal niet sterven, maar leven; en ik zal de werken des Heeren vertellen.” De dood verslagen, de dood had het einde niet. Nee Christus stond op uit de dood. Hel waar is overwinning? De prikkel van de dood is weg. Ook al neemt dat niet weg dat Gods kinderen bang kunnen zijn voor de dood. Bang voor de dood blijft iets menselijks. Maar des tegelijk is die dood toch een doorgang geworden tot in het eeuwige leven. Want de dood houd geen mensen meer vast van Christus. De dood moet ze overgeven in de handen van Hem.

Ten tweede betekend ook Zijn opstanding dat wij door Zijn kracht opgewekt worden tot een nieuw leven. Een leven met Christus. Onvoorstelbaar dat toch God die kloof die door de zonden is gekomen weer geheeld heeft. Hij heeft er als het ware een brug geplaatst die, die  bergen naar elkaar toe verbinden. Die bergen Heiligheid , God en Wet. En die andere berg Mens, Zonde, Onheilig. Daar tussen die zo grootte verschillende bergen komt een brug te liggen. En die brug die heet naar Zijn Zoon, met mooie letters staat er op gegrafeerd “ Om Christus wil”. Door Zijn sterven wordt God weer met de mens verbonden. En door Zijn opstanding wordt deze brug vastgelegd tussen deze bergen. Wat zou het een droevig evangelie blijven als Zijn Zoon in het graf gebleven zou zijn. Immers de dood bleef dan onverslaanbaar, en ook de kracht van het evangelie was zo nietig klein. Immers Hij leefde niet meer, wie gelooft er nu in een dode God? Nee , maar nu de Heere is opgestaan, en als het ware neemt Hij het evangelie van Zijn lijden en van Zijn sterven en van Zijn opstanding mee naar Zijn kinderen. Gelooft en neem Mijn offer aan. Opgewekt tot een nieuw leven.

Ten derde is ook Zijn opstanding voor ons een pand, dat wij eens net als Hem zullen opstaan. De steen was weggerold, de dood hield Hem niet meer tegen. Zo zal het ook op de opstandingsdag zijn. De dood houd Zijn kinderen niet tegen op te staan. Maar zij staan op in glans en heerlijkheid. Als een bruid die voor haar Bruidegom versierd is. En ze zullen roemen en dat Lam prijzen omdat Hij leeft en regeert, en ze zullen eeuwig heersen met hét Lam. Zijn opstanding een pand voor ons. Misschien bent u wel is bang voor de dood. Zo als ik daar even vertelde toen ik naar Rotterdam moest. Het komt allemaal zo dichterbij ineens. En dan die vraag die altijd op de achtergrond bleef leven , komt ineens naar de voorgrond. Ben je bereid om te sterven? Ben je bereid om naar de kerk te gaan, te midden van zoveel aanslagen ook de dreiging rondom de Paasdagen. Gemeente hoe lang zal het nog duren dat we in vrijheid mogen leven? Of kunnen leven? Hoelang zullen de kerken gespaard blijven van geweld? Dan zullen ook eens de grote afval komen. Het kaf wordt het tussen het koren weg geschud. Kerken zullen zich weer met elkaar verbinden. Onvoorstelbaar de vele scheuren in de kerken, en samen misschien wel in de huizen, zullen ze samen luisteren onder één preek. Bent u daarbij of word u het dan te heet onder de voeten? Paulus had alles voor het evangelie over. (Romeinen) “Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, Noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere.”

Niets kan mij scheiden van de liefde Gods. En u? Hij leeft en Hij is opgestaan! Het bloed wat vloeide begint nu haar kracht te krijgen. Daar is kracht in het bloed van Het Lam. En wie met Hem eens zullen sterven, zullen eens met Hem leven. Mijn verlosser leeft beleid Job. Zegt u het hem vandaag na. Mijn  verlosser is niet dood, maar Hij leeft? Geloof je in die God, zeggen mensen. Ja mag je dan zeggen door Zijn genade, want Hij stief voor mij en ik stierf met Hem. En Hij stond op uit de dood en ik zal opstaan uit de dood. Want Hij leeft en Hij laat Zijn handen zien. Kijk maar naar die handen en die gaten. Dat waren jouw spijkers, jouw slagen. Jouw loon, maar Hij betaalde de straf die ons de vrede brengt. Nu mag ik het zeggen met Guido de Bres: “Nu zie ik allerlei vertroosting in de wonden van Christus.”  O wat een liefde van Hem, Mijn Zaligmaker. Want Hij handelde niet naar onze zonden, maar nam ze weg, mee naar het kruis, mee het graf in. En in het graf naar de hel en daar liggen u en jouw zonden nu, als u Hem kent. Wat een kracht van de opstanding van Christus. Het licht begon te schijnen. En ik hoop dat ook vandaag in uw hart , het Licht zal gaan schijnen. Dat de Morgenster op ga in uw harten. Want dat is het Paasevangelie. Hij leeft en regeert tot in eeuwigheid en Hij zal komen om mij te verlossen van de banden van de satan die zijn laatste wanhopige daden op mij tracht uit te voeren.

Maar in het geloof in Christus krachten, mag het klinken : ‘ Duivel, ik zal niet sterven, maar leven en de daden des Heeren verkondigen’. Want al sterf ik, is dat slechts het begin van het eeuwige leven en al neem je dan om het met de woorden van Luther te zeggen. ‘Al neem je dan bloed en goed mij af, het brengt je geen gewin, want wij gaan ten Hemel in en erven koninkrijken.’

Nee niet de duivel , en niet ik, maar God heeft het laatste woord en het eerste. Want zie Hij leeft en ik met Hem. O wat een liefde van U o Vader en van U o Zoon. Daar ik gezondigd had en de straf verdiend had klonk het.  “Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft, Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus”. En mag ik het zeggen door Mijn Heiland die opstond, “ Niet meer ik , maar Christus leeft in mij”. Halleluja Amen.

 

Psalmenkeuze:

Voor de preek:

 

Psalm 40 vers 1 en vers 7

1.'k Heb lang den Heer' in mijnen druk verwacht,
En Hij heeft zich tot mij geneigd.
Ik riep, door nood op nood bedreigd,
Hij gaf gehoor aan mijne jammerklacht.
Mij, in den kuil verzonken,
Mij heeft Hij hulp geschonken,
Gevoerd uit moddrig slijk;
Mij op een rots gezet,
Waar ik, met vasten tred,
Die jammerkolk ontwijk.

 

7. 't Behaag, U mij te redden uit den nood;
O Heer', bied vaardig onderstand,
En overstort met schaamt' en schand'
Hen, die mijn ziel vervolgen tot den dood;
Laat z' achterwaarts gedreven,
Met schand' in 't vluchten sneven,
Wier lust is in mijn kwaad.
Verwoesting zij het loon,
Voor al den schimp en hoon
Van hem, die mij versmaadt.

 

Gezang 12 vers 6 en 7

6. Behoed het ganse Christendom;
Geef dat in kruis Uw vreugd weerom;
Vertroost het neergebogen hart,
En heel in gunst der kranken smart.

 

7. O Vader, dat Uw liefd' ons blijk';
O Zoon, maak ons Uw beeld gelijk;
O Geest, zend Uwen troost ons neer;
Drieenig God, U zij al d' eer.

 

Psalm 51 vers 9

Gods offers zijn een gans verbroken geest,
Door schuldbesef getroffen en verslagen.
Dit offer kan Uw heilig oog behagen,
't Is nooit, o God, van U veracht geweest.
Doe Sion wel, laat om mijn zwaren val
Uw goedheid niet van zijne burgren wijken;
Bouw Salem op, laat nooit zijn muur en wal,
Door Uwe straf, voor 's vijands macht bezwijken.

 

Psalm 138 vers  1- 4

1. 'k Zal met mijn ganse hart Uw eer
Vermelden, Heer',
U dank bewijzen.
'k Zal U in 't midden van de goon,
Op hogen toon,
Met psalmen prijzen;
Ik zal mij buigen, op Uw eis,
Naar Uw paleis,
Het hof der hoven,
En, om Uw gunst en waarheid saam,
Uw groten Naam
Eerbiedig loven.

 

2. Door al Uw deugden aangespoord,
Hebt Gij Uw woord
En trouw verheven.
Gij hebt mijn ziel op haar gebed,
Verhoord, gered,
Haar kracht gegeven.
Al 's aardrijks vorsten zullen, Heer',
Uw lof en eer
Alom doen horen,
Wanneer de rede van Uw mond ,
Op 't wereldrond,
Hun klinkt in d' oren.

 

3. Dan zingen zij, in God verblijd,
Aan Hem gewijd,
Van 's Heeren wegen;
Want groot is 's Heeren heerlijkheid,
Zijn Majesteit
Ten top gestegen.
Hij slaat toch, schoon oneindig hoog,
Op hen het oog,
Die needrig knielen;
Maar ziet van ver met gramschap aan
Den ijdlen waan
Der trotse zielen.

 

4. Als ik, omringd door tegenspoed,
Bezwijken moet,
Schenkt Gij mij leven.
Is 't, dat mijns vijands gramschap brandt,
Uw rechterhand
Zal redding geven.
De Heer' is zo getrouw als sterk,
Hij zal Zijn werk
Voor mij volenden,
Verlaat niet wat Uw hand begon,
O Levensbron,
Wil bijstand zenden.

 

Na de preek:

Psalm 49 vers 6

Men denkt niet meer aan hun verleden staat,
Wijl al hun glans met hen in 't graf vergaat;
Maar na den dood is 't leven mij bereid:
God neemt mij op in Zijne heerlijkheid.
Vreest hem dan niet, die grote schatten heeft;
Wiens machtig huis in eer en aanzien leeft.
Want hij zal niets in 't sterven met zich dragen;
Zijn naam, zijn roem, 't ligt al terneer geslagen.

 

Psalm 118 vers 8, 12

8. Gods rechterhand is hoog verheven;
Des Heeren sterke rechterhand
Doet door haar daan de wereld beven,
Houdt door haar kracht Gods volk in stand.
Ik zal door 's vijands zwaard niet sterven,
Maar leven, en des Heeren daan,
Waardoor wij zoveel heil verwerven,
Elk, tot Zijn eer, doen gadeslaan.

 

12. Dit is de dag, de roem der dagen,
Dien Isrels God geheiligd heeft.
Laat ons verheugd, van zorg ontslagen,
Hem roemen, die ons blijdschap geeft.
Och Heer', geef thans Uw zegeningen;
Och Heer', geef heil op dezen dag;
Och, dat men op deez' eerstelingen
Een rijken oogst van voorspoed zag.