Meditatie Simeons verlangen

Beste lezers aan de hand van Lukas 2 wil ik met jullie nadenken en overdenken vanuit de geschiedenis van Simeon en de ontmoeting met de Heere Jezus. Simeon was een Godvrezend man. En wat fijn mag het zijn als we in deze tijd van deze mensen mogen tegen komen. Mensen die vol zijn van verlangen naar God en Hem zo hartelijk lief hebben dat hun mond er van over loopt. En zo een lieve lezers was Simeon. Sommige verklaringen spreken over dat Simeon een oude man geweest moest zijn. Maar voor 100% is dat niet bewezen, Simeon zou even goed een jonge man geweest kunnen zijn. En wat heerlijk als je op jonge leeftijd de Heere al mag leren kennen en Hem van harte lief mag krijgen. Want wat is dat een wonder beste mensen. Als we in deze tijd kijken welke rommel en verkeerde dingen kinderen allemaal door hun ouders met de paplepel krijgen ingegoten. Te slecht voor woorden. En in wat voor een tijd wij leven, een tijd van verleidingen en vele verzoekingen, van aanvechtingen en van strijdt. Het valt niet meer om daar tegen bestand te zijn en tegen te strijden. En weet je wat nou het beste middel en medicijn is om daar bestand tegen te kunnen zijn. Ja dat is het Woord van God. Het leven bij het Woord, het leven met het Woord. En is er haast geen betere plek te vinden als in het huis van de Heere waar Zijn Woord gepredikt wordt. En Simeon was vaak en gedurig te vinden, hij had God zo lief gekregen in zijn leven en hij week niet uit de tempel samen met een oude vrouw Anna genaamd die al heel lang weduwe was. En avonds als de tempeldeuren dicht gingen waren ze haast niet uit de tempel te krijgen zo lief hadden ze dienst van de Heere.

En om vandaag even naar ons zelf te kijken. Hoe zit dat met ons? Ik lees op Facebook ook van mensen die denken dat ze even goed thuis kunnen lezen. Maar dat staat niet in de Bijbel, nee de Bijbels spreek dat we de samenkomsten niet moeten verachten. En soms zien we er wel is tegen op denk ik of hebben we er geen zin in. Wat erg en verdrietig is dat, en juist als dat het geval is hebben we de kerkdiensten en prediking van het Woord ontzettend hard nodig. Want als christen horen we geen mensen te zijn die ‘alone’ leven. Mensen die zich afzonderen van de wereld. Nee we merken het verlangen in Psalm 84 van die Pelgrim die zo verlangt naar het Huis van de Heere. Ja hij belijdt: “Een dag is in Uw Huis mij meer, dan duizend waar ik U ontbeer.” En wat wil dat woordje ontbeer ons duidelijk maken. Dat woordje ontbeer, betekend: ‘iets heel erg missen’. Een dag in het Huis van de Heere is meer dan duizend dagen elders waar U niet bent. Ja denk daaraan aan de wereld en aan verkeerde plaatsen aan bepaalde festivals en noem het maar op. Ja dat Huis van de Heere is de plek van Simeon waar zijn hoop en verwachting ligt. In dat Huis van de Heere wordt Zijn Woord gepredikt. En als wij Hem mogen kennen, mogen we toch zeker wat van dat verlangen van Simeon in ons leven herkennen. Dat verlangen naar de Zondag, ja om naar het Woord van God te luisteren en ter harte te nemen. Dan gaan we als het ware heel de week uitzien naar de zondag, o wat zie ik er naar uit om in het Huis van de Heere te wezen, ja omdat Hij zelf heeft beloofd daar aanwezig te zijn en daar wil Zijn Heilige Geest in de harten van mensen werken.

Maar bij Simeon zien we ook nog een heel ander verlangen naast de lust en verlangen om naar het Huis van de Heere te gaan. Ja we mogen wat zien van het verlangen naar de Messias. De Heilige Geest had hem in een droom kenbaar gemaakt dat hij niet zou sterven eer dat hij de Messias met eigen ogen gezien had. En wat was zijn verlangen groot om een de Messias te mogen zien en ontmoeten. Ja Hem in zijn armen te houden, te dragen, te omhelzen, te kussen. O wat was dat een zo groot verlangen in zijn hart. En precies toen Maria en Jozef het Kindeke Jezus naar de tempel brachte om te doen naar de wet zoals alom geschreven was werd Simeon geleidt door Gods Geest om naar de tempel te gaan. En ziende Maria en Jozef met hét Kindeke in Maria’s armen, snelde hij naar Maria toe en nam het Kindeke in Zijn armen. Ja dit Kindeke moest de Verlosser en Zaligmaker wezen. Ja dat gevoelde hij met heel zijn hart, dit Kindeke zou straks aan het kruis sterven voor zijn zonden. Ach hij wist nog niet hoe Christus straks voor hem aan het kruis zou sterven. Maar hij wist wel dat Christus zou gaan sterven en wat voor een verdriet er in het leven van Maria zou gaan komen. Want Jozef heeft waarschijnlijk het sterven van Christus niet meer meegemaakt, omdat hij voor die tijd gestorven was. En hij sprak van en over het Kindeke en als we vandaag daar als het ware een blik konden werpen in de tempel zagen we de stralende ogen van Simeon. Ja nu kan ik sterven Heere. “Nu laat Gij, Heere! Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord; Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken: Een Licht tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van Uw volk Israel.” Hij mocht Christus aanschouwen, Hij die straks voor Simeon aan het kruis genageld zou worden en voor Zijn zonden zou betalen en zou sterven en voor de onze. Ach wat had Simeon Hem lief, vol van blijdschap en vrede straalde zijn gelaat. Nu kan ik in rust en vrede sterven! Ja wat een evangelie, het Licht is gekomen in een duistere wereld.

Ja want wat was het donker in die tijd. Hoe velen waren er nog die uitzagen naar de komst van de Messias? Ach sommigen geloofden het wel, en vonden het zo wel best en van andere waren met hele andere dingen bezig! Ja wat droevig als wij ook zo met andere dingen bezig zijn in ons leven in plaats van met de dingen van God en van Zijn koninkrijk. Simeon en Anna zullen zich vast vaak eenzaam hebben gevoeld tussen de menigte van Schriftgeleerden en Farizeeën. Ach ze waren voorbeeldige mensen vonden ze zelf, niks op aan te merken. Ze hadden allerlei regels en wetten erbij bedacht en waar het draaide het geloof nog om? Ze waren voortdurend bezig met zichzelf, zie hoe goed ik ben en wat ik allemaal doe en hoe goed ik, en hoe goed ik dat doe.. Wat erg als wij zo met ons zelf bezig zijn met ons presteren en met ons zelf. En de ander, ach daar hadden ze altijd wat op aan te merken. Zie die tollenaar nou zeiden ze, doordeweeks vragen ze veel meer geld van de mensen dan ze werkelijk zouden moeten betalen als tol. ‘Zo ben ik niet, kijk hoe ik leef.’ Ach wat kwamen ze bedrogen met zichzelf uit. Wat als je het allemaal alleen maar van jezelf moet hebben. Uiteindelijk hou je dan voor Gods rechterstoel niets en ook helemaal niets daarvan over! Maar ze misten het droevige hart en het nederige hard van de zondaar, wat berouw had over de zonden, wat haast niet om vergeving durfde te vragen vanwege die torenhoge schuld. De roep om vergeving en om bekering, nee daar waren zij te goed voor. Ach wee hen, die zo leven, en denken het door het houden van wetten en allerlei regeltjes het in Gods ogen goed te kunnen doen. Er zat immers helemaal geen liefde achter en ze vonden er ook helemaal geen lust in het houden van Gods wet. Ze gingen naar de tempel en deden de offerdienst om zo te laten zien aan de mensen om hen heen dat ze voorbeeldige Joden waren die Gods dienst serieus namen. Om zo te pronken met hun zelf. Ja wat erg als we zo net als die Farizeeën te koop lopen met ons zelf. Zie hoe goed ik ben en wat ik allemaal doe. Ze liepen letterlijk met hun borst naar voren over de straat. Ik hoorde van een predikant ooit die sprak over deze zonden. Ja namelijk, ‘ het gezien’ door anderen willen worden. Je wilt dat andere mensen tegen je opzien en aankijken en zeggen sjoh, wat een voorbeeldige christen. Ach maar wij zien slechts de buitenkant, maar God ziet de binnenkant. Hij ziet naar het hart en weet of wij Hem vanuit ons hart lief hebben.

Een Licht in een donkere tijd. Vorig jaar mocht ik daar een preek over schrijven. Want wat leven wij ook nu in een zo donkere tijd. In een tijd van aanslagen een geesteloosheid. De kerken lopen in Europa in grote getallen leeg. En Gods eer en geboden worden omver  en naar beneden gehaald. Psalm 11 spreek hier ook over. ‘Zekerlijk de fondamenten worden omgestoten.’ In andere landen worden christenen vervolgd en ter dood gebracht. En vele rampen vandaag de dag en oorlogen eisen talloze levens. Het gaat voort naar het einde van de wereld. ‘Zie zegt Christus IK heb het U allen voorzegt’. Ja waakt dan en ga in uw binnenkamer. Dat we mogen waken bij het Woord van God en in de gebeden. En zo mag ook in deze donkere tijd waarin wij leven en in de eindtijd waarin we nu ons begeven een Licht opgaan in een donkere wereld. Hoor maar wat Simeon zegt: “Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken: Een Licht tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van Uw volk Israel.” Ja en Simeon mocht al iets van dat offer weten dat Christus zou sterven aan het kruis voor zijn zonden. En tegelijkertijd Christus het Licht der wereld. Ja een Licht tot verlichting der heidenen. Ja Christus is ook gekomen voor onze zonden en om onze schuld te verzoenen met God. Over Abraham staat een tekst geschreven dat in zijn zaad gezegend zullen worden alle volken der aarde. Ja dat verbond wat God eens met Zijn volk Israël maakte mag ook voor ons gelden.  En daarvan mag Petrus later de blijde boodschap prediken met het Pinksterfeest op het tempelplein. “Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen. Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal.” Ja het evangelie is door genade ook aan ons als heidenen gegeven. Ik hoorde ooit van een dominee die het had overgenomen van een bekende theoloog die het over de vraag had wat Pilatus met Christus moest aanvangen. Hij zei; ‘Pilatus als je met Christus geen raad meer weet, geef Hem dan maar aan mij.’ Ja is dat ons verlangen beste lezers? Dat wij Christus van harte lief mochten krijgen en door het geloof mochten omhelzen. Want ook vandaag wordt de Zaligmaker ons in liefde aangeboden. En wat een wonder mag het zijn als we niet meer zonder Hem konden en leren leven. Ja dat ons hart brandend uitziet en verlangd naar Christus. Als we niet meer kunnen wachten zoals met Hem te omhelzen. Ja dat je naar Hem toesnelt, Heere ik kan niet meer zonder U, och Heere mag ik toch van U zijn. Ja wat een heerlijk evangelie wat ons gepredikt wordt. Het behoud in Christus Jezus en Zijn offer alleen! En zo even zei ik al dat Simeon daar tegen Maria over sprak. Dat Hij zou leiden en dat er een zwaard door haar ziel eens zou heen gaan. En later bij het kruis van Gogoltha drongen de woorden die Simeon eens tot haar gesproken had weer in haar hart. Haar Zoon, haar geliefde Zoon hing daar bespot en veracht, versmaad en gehoond aan het kruis. Wat een ondragelijke pijn zal er door haar moederziel heen zijn gegaan. Een zwaard ging door haar ziel en met ondragelijk veel pijn zag ze aan hoe het volk Hem bespottelijk maakte en de Romeinen Hem vast nagelden aan het kruis. En vol van verdriet verliet ze later het kruis nadat Christus gestorven was. Och ze had nog niet verstaan dat Hij op de derde dag zou opstaan en dat Hij voor haar zonden aan het kruis gestorven was. Maar later mocht ze het allemaal gaan begrijpen en wat was die liefde groot geworden tot haar Zoon. Ja omdat Hij voor haar aan het kruis wou sterven, omdat Hij  haar ongerechtigheid en zonde had verzoend.

En hoe is dat in ons leven. Mogen we met Maria meespreken en mee jubelen. “Mijn ziel maakt groot den Heere, en mijn Geest verheugd zich in God mijn Zaligmaker.” Ja wie mag Christus voor u zijn? Ja wat een genade als u Hem mocht kussen, als u niet meer zonder Hem kon zoals Simeon.

We gaan afronden. Simeon verwachte de vertroosting van Israël staat er. De komst van de Messias. Dat was zijn gebed en verlangen, daar hunkerde hij naar. Dat alleen kon hem echte troost en vrede bieden. En zo was een Simeon een voorbidder voor het volk Israël. Daar velen Hem vergeten waren, was het Simeons gebed dag en nacht, Heere wilt U spoedig komen. “Ja zie Ik kom, in de rol des boeks is van Mijn Naam geschreven”. En mag dat ons gebed ook wezen. Ja Simeon bad om de eerste komst van Christus op de aarde. Hij mocht een pleiter zijn op het Woord van God waaruit hij elke dag mocht leven. En mogen wij zo ook een pleiter wezen op het Woord van God. Ja als er in deze donkere wereld niet meer aan God gedacht wordt en al helemaal niet meer aan de wederkomst van Christus. Ja laat dat toch ons gebed wezen, ons zuchten en ons voortdurend wachten en verlangen. Ja kom Heere, ja kom haastig! Psalm 71 spreekt hier zo mooi over: ‘Uw komst is 't, die mijn heil volmaakt.’ Ja als Hij komt en al Zijn kinderen tot een vergaderd wat in de hemel en op aarde bij een brengt tot een schare die niemand tellen kan. Ja een schare die Hem prijst, die Hem verheerlijkt en Hem groot maakt. Ach wat zie ik daar met een groot verlangen naar uit. U ook? Mag u daarvan getuigen op de aarde? Weet je wat we mogen gedenken met kerst? Ik denk dat het een hele goede vraag is als je deze is aan je collega’s of mede studie genoten stelt. Wat is voor jouw kerst en dat je dan ook iets mag vertellen wat voor jouw kerst is en mag betekenen. Van dat grote wonder, dat Christus naar de aarde kwam en zich liet vernederen tot in het diepste der aarde. Gelegd in een kribbe, veracht door het volk, bespot aan het kruis, en nochtans en daar mogen je ogen dan van stralen. Hij stierf voor mij, omdat er voor mij genade en leven zou zijn. En kijk mag je dan zeggen, dat kruis waar Christus aan hing was mijn verdiende straf, maar ik heb Hem zo lief, dat Hij daar wilde hangen, dat Hij mijn schande en vloek wou dragen. Dat Hij verlaten werd door Zijn Vader, opdat ik nimmer door de Vader verlaten zal worden. En dat je zo Hem in liefde net als Simeon, Christus tegen je hart mag aandrukken, je wilt Hem niet meer kwijt! Hij is je een en je al geworden en in liefde kus en omhels je Hem. O God wat ben ik U zo oneindig dankbaar dat U voor mij wilde sterven aan het kruis.

Een Licht schijnend in een duistere wereld. Ja laat ons tot een licht wezen, getuigend van het grote Licht. Om de dierbaarheid en reuk van Christus te verspreiden op deze wereld. “En het woord, dat uit Zijn mond uitgaat, ook zijn, het zal niet ledig tot Hem wederkeren; maar het zal doen, hetgeen Hem behaagt”. Ja Hem zei alle eer en heerlijkheid tot in der eeuwigheid. Uw Naam zei alleen de lof geprezen! Amen, ja Amen.

       “Een licht, zo groot, zo schoon,

Gedaald van 's hemels troon,
Straalt volk bij volk in d' ogen;
Terwijl 't het blind gezicht

Van 't heidendom verlicht,
En Isrel zal verhogen.”

Een ieder alvast een goede en eerste Adventsweek toegewenst.