Overdenking Psalm 22
Lieve lezers vandaag een overdenking uit Psalm 22 waarbij we het laatste vers als kerntekst in gedachte nemen: “Zij zullen aankomen, en Zijn gerechtigheid verkondigen den volke dat geboren wordt, omdat Hij het gedaan heeft.”
We herkennen in deze Psalm die David geschreven heeft de lijdensweg die Christus moest gaan. In vers 2 en 3 gaat het over het verlaten zijn door Zijn Vader. Enkele jaren geleden heb ik ook meerdere artikelen over deze Psalm geschreven. En telkens raakt het mij weer bij het lezen van deze Psalm dat Christus verlaten werd door Zijn Vader. Wat een ondragelijke pijn zal dat geweest zijn. Die diepe verlatenheid in een donkere wereld en zo geheel alleen. Hij was veracht en bespot, ja een smaad van mensen. De Farizeeën hadden het volk opgehitst tegen Hem en ze hadden Hem veracht, het doodvonnis over Hem uitgesproken. ‘Een iegelijk was als verbergende het aangezicht voor Hem.’ Ze konden Hem niet zien of luchten en spottend stonden ze bij het kruis, ‘kom dan van het kruis af als je werkelijk de Zoon van God bent’. Maar Christus hield staande, ja God zij dank. Als Hij van het kruis was afgegaan dan had de duivel zijn zin gehad dan was heel Christus komst naar deze aarde vergeefs geweest, dan was al Zijn lijden vergeefs en ijdel vergeest. Ja dan was ons geloof ijdel geweest. Och de duivel had zovaak geprobeerd om Christus te verleiden tot de zonden, of om Christus om te brengen zodat Hij niet meer aan het kruis voor onze zonden zou kunnen sterven.
We lezen hier al van bij de geboorte van Christus. Herodus laat alle kinderen van en onder de twee jaar vermoorden in de omgeving en in Bethlehem. Maar God de Vader geeft Jozef een droom dat Hij naar Egypte moet vluchten. En zo mislukt het plan van Koning Herodus. En nog talloze voorbeelden zijn er te noemen die duivel heeft getracht uit te voeren opdat Christus niet voor onze zonden zou kunnen betalen. Denk aan de poging van Farao in het oude Testament om alle jongentjes die geboren worden in de Nijl te werpen en denk aan de verzoeking van Christus in de woestijn. Maar Christus houd staande in de verzoekingen, waar wij voor de verleiding zouden bezwijken houdt Christus staande. En tenslotte zien we hier in deze Psalm als het ware de laatste wanhoopsdaad van de satan. Koste was kost, Christus mocht nooit betalen voor onze zonden. De omstanders honen Hem, ‘kom dan van het kruis af’. Maar ook hierin houd Christus staande. Tot in de diepe verlatenheid van Zijn vader toe. ‘Mijn God, Mijn God waarom hebt Gij Mij verlaten’. Als een hartenkreet, een schreeuw van verdriet. Vader, ik voel me zo alleen, waar bent U? ‘Ik roep des daags maar Gij antwoordt niet’. De schuld en de zonden van de wereld, ja uw zonden en de mijne lagen op Zijn schouders. Gehangen aan het vloekhout, als een verworpene van God. Nee daarom verliet de Vader Hem. Dat is de toorn over onze zonden. Hij werd van God verlaten opdat wij te nimmer van God verlaten zouden worden. Ja en dat betekend niet dat we ons voor ons gevoel wel is niet verlaten kunnen voelen. Ja want soms wil de Heere ons iets duidelijk maken als Hij ons tijdelijk verlaat. Dat kan doordat er een sta in de weg is in uw leven, een boezem zonde. Maar ook beproeft de Heere ons hart. Hoe zouden wij reageren als Hij ons verlaat? Sommigen zouden het niet eens merken, als God je zou verlaten en je zou het geen eens door hebben wat triestig is dat. Ja dan moet je je wel diep afvragen of je wel werkelijk God lief hebt en een Kind van God mag zijn. Maar somtijds verlaat Hij ons, om onze liefde tot Hem op de proef te stellen. Ja, opdat wij naar Hem zouden vragen, opdat wij ons hart voor Hem zouden storten. Opdat wij naar Hem zouden verlangen, opdat wij niet meer zonder Hem zouden kunnen leven. Hij is ons een en ons al geworden. Want Hij hoort zo graag onze stem. Hij wil zo graag dat we onze nood, verdriet, maar ook vreugde bij Hem bekend maken.
Daar aan kruis hangt Christus verlaten door God, verlaten door de mensheid. En toch dronk Hij de beker van Gods toorn tot de bodem leeg. Die liefde waarmede Hij ons heeft liefgehad, wat was Zijn liefde groot. Gekomen in een donkere een duistere wereld. Wat een strijdt zal het voor God de Vader geweest zijn om Zijn Zoon naar deze aarde te sturen. Maar Zijn liefde was zo groot, niet willende dat één van ons verloren zou kunnen gaan. Denk het je in dat je je zoon of dochter naar een gebied zou sturen, zoals Syrië en Irak, waar het de grote kans loopt in de handen van I.S strijders terecht te komen en de gevolgen zijn niet te overzien. Tot een marteldood toe! Maar Hij zend Zijn Lieve Zoon, opdat er voor ons leven zou zijn. En Hij kwam in een wereld waar men niet op Hem zat te wachten. Weg met Hem, kruisig Hem! En de Zoon was bereid te gaan, o Liefde Gods die alle verstand te boven gaat. ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.’ Het lijkt allemaal zo’n vredig beeld met kerst. Een Kindje gewonden in doeken en gelegd in een kribbe. Maar dit Kindje in de stal van Bethlehem zal straks voor onze zonden aan het kruis gehecht worden. Ja Hij heeft betaald aan het kruis. En zie, op de Pinksterdag werden zij verslagen in het hart. Ze worden overtuigd door den Heilige Geest van zonden, gerechtigdheid en oordeel. Wat moeten we doen mannen broeders om zalig, om behouden te worden? Is dat ook onze vraag in ons leven geweest of geworden? Heere wat ik moet doen om zalig te worden. Nee daar hoeven we geen goede werken tegenover te stellen zoals bij het Boeddhisme, de Islam en alle andere godsdiensten in de wereld en dan is het in die godsdiensten nog maar de vraag of je werkelijk in de hemel kan komen want je weet het maar nooit. Maar het wonder en het evangelie mag zijn, dat wij niets er voor behoeven te doen. Want wat zouden wij zelf aan Christus kunnen aanbieden? Zie Heere hier ben ik arm en naakt, tot de God die zalig maakt. Mijn zonden Heere, hoe vind ik ooit vrede met U? Door het geloof in Hem en de overgave tot Hem. Maar zie daar zit een zondaar beneden in de put van zijn leven en bestaan, ja hopeloos verloren. Maar wat geen enkele god doet, doet Christus wel, Hij daalt af in de put en steekt Zijn hand uit. Grijp naar het eeuwige leven. Ja grijp de handen van Christus! Zonder Hem zijn we reddeloos verloren. ‘Verhard u niet neemt Zijn gená, ootmoedig aan’. Want hoe zouden wij op een zulke groot zaligheide geen acht slaan!
En zie door Gods genade zien we een stroom van mensen gaan naar het kruis. ‘Heere, ik was het die U gekruisigd heb. Heere ik heb U bespot, ik heb U geslagen, ik heb U versmaad.’ Aan de voeten van het kruis vind men de verloren zondaar. Een verbroken hart, Hij voor mij. Hoe kan ik dat begrijpen, nee onbegrijpelijk en toch deed U het. Ik had daar aan het kruis moeten hangen, maar Hij ging voor mij aan het kruis. En daar schittert de trouw en de genade van God. God had ons terecht kunnen verdoemen. Wie zij wij dat God ons genade wil bewijzen? Wie zijn wij dat God aan ons gedenkt? Dan staat er geen hoogmoedig mens meer voor het kruis, maar een nederig klein hoopje mens. Wat alles alleen nog van Hem verwacht. ‘Nu dan wat is het dat ik verwacht, mijn hope staat op U alleen.’ Ja verloren, maar toch gered door het bloed van Christus wat reinigt van alle zonden. En als ik denk aan het kruis waar Hij geleden heeft en Hij voor mij gestorven is. Dan klinkt daar dankbaar uit mijn hart. ‘Mijn God U zal ik eeuwige loven, omdat Gij het hebt gedaan.’ Zie; ‘Zij komen aan, door Goddlijk licht geleid, Om 't nakroost, dat den Heer' wordt toebereid, Te melden 't heil van Zijn gerechtigheid
En grote daden.’ En zie Hij riep met grote stem: ‘Het is Volbracht.’ Allen van harte dit hoogste goed en geluk in Hem toe gebeden. Amen.