Lijdends gedicht.

Lijdends gedicht.

 

O Heere als ik Uw lijden gadesla, wat U deed voor mij.

Die straf betaald door striemen en door sterven.

Tussen moordenaars in, een speer in Uw zij.

 

Verlaten van mensen, bespot van het volk.

Bebloed aan het kruishout gehesen.

De zon verduisterd, een donkere wolk.

 

God de Vader verliet Zijn Zoon, o wat een eenzaamheid.

Verraden door Judas, beproeft en aangevochten door Satanas.

En toch wilde Hij Zijn leven geven, voor ons koste wat kost en toch bereid.

 

Daar hing Hij, ruwe spijkers in Zijn gebonden en bebloede handen.

Een doornenkroon stekend op Zijn hoofd.

Gehaat, vernederd, voor Zijn kruis duizenden vijanden.

 

De zonden dragend en betalend onze schuld.

Voor zondaren en vijanden die Zijn beker vulden.

Heeft Hij die straf en vloek vervuld.

 

Moegestreden, pijn, hoon en toch hield Hij vol.

Opdat Hij zou volbrengen onze welverdiend en eeuwige straf.

En ondanks onze bespotting, betaalde Hij liefdevol.

 

De liefde die Zijn gezicht vol glans deed stralen,

brak menig zondig en ellendig mens.

Door de dood ter helle nederdalen,

Zijn liefde voor mij die had geen grens.

 

Zie het Lam Gods dat de zonden heeft betaald.

Die mijn schuld en mijn vloek op zich heeft opgenomen.

Zie het kruis wat een glans omstraald.

Waar Zijn kinderen knielen en tot Christus zullen komen.

 

O zalig kruis, nee niet dat hout, maar Jezus de Zoon van God.

O Liefste en Heiland wat heb ik U vernederd.

En toch verdroeg U mijn slagen en mijn spot.

 

Maar door genade, versloeg u dat harde hart van mij.

U bent mijn eeuwige vreugde, U mijn deel en zaligst lot.

Want U kocht mij, door Uw bloed van schulden vrij.

 

-Harm-Jan Breugem- 1ste  druk januari 2013, 2de en herziende druk november 2016