Het eigendom van Christus
Ik heb een troost.
Een troost die blijft in eeuwigheid.
Al is de nood het hoogst.
Deze troost is het die nooit verdwijnt.
Mijn troost is deze.
Dat ik het eigendom van Christus ben.
In angst en vreze.
Mag ik mijn verwachting stellen op Hem.
Want Hij is mijn liefste.
En ik ben van Hem.
Hij heeft mij gekocht met Zijn bloed.
En nu mag ik horen naar Zijne stem.
Nu is Hij mijn Bruidegom.
Hij wacht op mij.
Totdat ik binnen kom.
En Hem in Zijn liefde verblij.
Zie daar komt Hij.
Springende over de heuvelen.
Om mij op te halen.
En te dragen.
Naar het Vaderhuis.