Hemelvaartspreek 2016 Johannes 16 vers 20

Hemelvaartspreek 2016

Johannes 16 vers 1-28

Tekst 20: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, dat gij zult schreien, en klagelijk wenen, maar de wereld zal zich verblijden; en gij zult bedroefd zijn, maar uw droefheid zal tot blijdschap worden.

 

1.       Verdriet op de aarde

2.       Vreugde in de hemel

3.       Vreugde op de aarde

 

Gemeente. Jezus Hemelvaart. Wat is dat nu eigenlijk voor een feest? Al onze Christelijke feestdagen worden toch gekenmerkt door iets feestelijks? Het kerstfeest. Het Kindeke in de kribbe, het Licht in de duisternis. Het Paasfeest, Zijn lijden en Zijn sterven, voor ons om de zonde van ons te betalen. Binnenkort staan we stil bij het Pinksterfeest. Maar wat houd nu het feest Hemelvaart in? Althans het lijkt voor de discipelen niet echt in de eerste plaats op een feest. Hun dierbare Heere en Heiland gaat naar de hemel. Juist door Zijn lijden en Zijn sterven , zijn ze na Zijn opstanding dichter en dichter bij hun Heiland gekomen. Hun Heere en hun God.

Maar toch mogen ze de woorden gedenken die Hij tot hen eens sprak: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, dat gij zult schreien, en klagelijk wenen, maar de wereld zal zich verblijden; en gij zult bedroefd zijn, maar uw droefheid zal tot blijdschap worden.” Want hun Heere en hun Heiland ging wel naar de hemel, maar Hij ging voor hen naar  de hemel. Voor hen ? Ja, om ten eerste een plaats te bereiden voor Zijn Kinderen, ten tweede om tot een Voorbidder te zijn, ( Om voor Zijn kerk en Volk te bidden) , ten derde om ons door de komst van de Heilige Geest te troosten. En door de kracht van Zijn Heilige Geest om onze harde harten te verbreken. En als laatste om ook zo eens terug te komen, om Zijn kinderen op te halen en Thuis te halen. En de Goddelozen te oordelen naar recht en naar oordeel.

Maar allereerst onze eerste gedachte :

 

1.Verdriet op de aarde

Ook al ging Hij heen toch kwam er een verdriet en een hemels heimwee hier op aarde. Als een meisje verlangt naar haar jongen. Zo verlangen de discipelen naar hun Heere. Ze waren zo aan Hem gehecht. Door dat Hij voor hen persoonlijk hun zonden wou betalen. Die hoge prijs voor al hun zondige daden. En nu staan ze daar bedroeft naar omhoog te kijken, Christus vaart op tot de hemel. We zongen het daar straks, ‘God vaart voor het oog, met gejuich omhoog’. Maar de discipelen stonden daar niet te juichen , ook niet te roepen, ze stonden stil naar boven te kijken. Menig discipel zal zijn tranen weggeveegd hebben. Daar hun Verlosser, hun Redder laat hen hier achter op aarde. Geheel alleen , of toch niet? Nee want ze mogen zich vertroost weten door de woorden die Hij sprak, Hij zal de trooster sturen, en dat woord geeft hen kracht en moed. Hij laat hen niet in de steek, Hij laat hen niet aan hun lot over. Nee Hij gaat zelfs heen voor hen naar de hemel. Om zo plaats te bereiden voor Zijn kinderen, ja om de Trooster te sturen. En ook al is de bruid nu nog alleen op deze aarde te midden van de vijanden, ze mag schuilen in die rots welke is Christus. Want Hij zal hen behoeden en voor hen bidden, ja en eens zal Hij met gejuich wederkomen , om Zijn schapen op te halen.

En te midden daar op die Olijfberg, stuurt God al enkele troosters, twee engelen. “Gij Galilese mannen, wat staat gij en ziet op naar den hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is in den hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar den hemel hebt zien heenvaren.”  Wees niet bedroeft Johannes, wees niet bedroefd Petrus, wees niet bedroefd allen, want Hij zal komen. Hij heeft het voorzegt en al Zijn woorden zijn gewis en zeker, Hij doet wat Hij belooft. “Ja Ik ga heen om uw plaats te bereiden.” En gemeente mogen we daar iets van weten? Hoe dat in uw leven is? De discipelen mochten het weten. Hij gaat heen om onze plaatsen te bereiden, nog een ademtocht en Hij haalt ons op. En wij? Mag u door genade weten dat Hij heen is gegaan ook voor u, om uw plaats te bereiden? Anders houdt dat feest toch weinig in, is het niet? Als u zich niet gered mag weten door het bloed, wat blijft dan die Hemelvaart een leeg feest. Misschien juist een verschrikking, omdat Hij immers gezegd heeft dat Hij zal terugkomen om te oordelen de levenden en de doden. En ik hoop toch dat u het vandaag toch mag leren zeggen , wat is Hemelvaart toch een feest. Ondanks dat de Heere Jezus opstijgt naar de hemel, wat geeft het uiteindelijk een troost. De Trooster.

Christus spreekt hier al over Zijn Hemelvaart nog voor Zijn lijden. Johannes 16 vers 5 ‘En nu ga Ik heen tot Dengene, die Mij gezonden heeft, en niemand van u vraagt Mij: Waar gaat Gij henen?’ Ze begrepen Zijn woorden niet. En wat was het hart donker van de discipelen bij het graf van Christus. Was er dan geen hoop meer in hen? Christus had toch geprofeteerd dat Hij zou opstaan? En ze hadden Zijn machten en wonderen toch gezien? Kon Hij dan niet opstaan uit de doden? Mensen werden genezen, doden werden levend. Kon de Zoon des mensen dan niet opstaan? Niet alleen in de eerste plaats het verdriet wat er in hun hart was. Ja ze bleef vast zitten in dit verdriet. Christus had toch gezegd , Ik zal ten derde dagen opstaan. En hier in Johannes 16 spreekt Hij hier ook al van Zijn lijden, sterven, opstanding en Hemelvaart. Namelijk vers 16: “Een kleinen tijd, en gij zult Mij niet zien; en wederom een kleinen tijd, en gij zult Mij zien, want Ik ga heen tot den Vader.” Hadden ze zijn woorden niet begrepen, of erger nog waren ze die vergeten? Nee dat laatste waarschijnlijk niet, maar door hun verdriet werd het geloof op de woorden van God op de proef gesteld. “Een kleinen tijd, en gij zult Mij niet zien”. Ja de discipelen waren niet voorgoed hun Meester kwijt zoals ze dachten, nee een kleine tijd en gij zult Mij niet zien. “En wederom een kleinen tijd, en gij zult Mij zien, want Ik ga heen tot den Vader.” Die tussen periode na Zijn opstanding en Zijn Hemelvaart mochten ze Hem weer enkele keren zien. Onverdiend, want ze waren allen gevallen, en ze hadden allen Hem verloochend, door te vluchten, en Petrus in het bijzonder Christus drie maal te verloochenen in het paleis.

 

Zo komen we bij onze tekst gemeente, vers 20: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, dat gij zult schreien, en klagelijk wenen, maar de wereld zal zich verblijden; en gij zult bedroefd zijn, maar uw droefheid zal tot blijdschap worden.” Ja in de ene kant wordt hier het verdriet voorzegt van hun dierbare Heiland die weldra lijden en sterven zal. Ten andere zien we hier ook een belofte in voor de discipelen. Namelijk ze zullen vertroost worden. Christus belooft hen, ik sta weer uit de doden op en Ik zal aan jullie verschijnen. Doch een verschil, alles wordt niet meer het oude. Nee Hij gaat heen tot de Vader, tot hun God, de bron van vreugd. Wat een troost voor de discipelen want anderzijds krijgen zij de belofte mee, uit Johannes 17 vers 24: “Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt; want Gij hebt Mij liefgehad, voor de grondlegging der wereld.” Ja Zijn kinderen mogen Hem volgen. Het sterven met Hem. Welke is het afsterven van de oude mens, de begeerlijkheid van het vlees. En ze zullen opstaan in een nieuw mens, een wedergeboren mens. En eens als Hij terug komt zullen ze ook net als Hem een nieuw lichaam krijgen, een verheerlijkt lichaam. Zonder zonden, zonder begeerte tot de zonden. Geheel geheiligd aan Hem. Wat zal het een dag zijn als de bruid verenigd wordt met de Bruidegom. “Men ziet u blij, in statelijke reien, Door dochtren zelfs van koningen geleien.” Dat is het blij vooruitzicht wat hen en Gods Kinderen streelt. Zij zullen eens verzadigd wezen. Maar hoe moet dat nu zonder Christus op de aarde? Hoe nu te leven zonder Hem?

“Gelijk een schaap heb ik gedwaald in 't rond, Dat, onbedacht, zijn herder heeft verloren”. “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, dat gij zult schreien, en klagelijk wenen, maar de wereld zal zich verblijden; en gij zult bedroefd zijn, maar uw droefheid zal tot blijdschap worden.”

 

De wereld lacht je uit, is dat nu jouw God? Kan dat wel iemand die zo ten hemel vaart? En als jouw God liefde is, waarom is Hij dan niet gebleven op de aarde om recht te doen? Allemaal vragen die je naar je hoofd geslingerd kan krijgen. Wat moet je dan zeggen? Christus is opgestaan en opgevaren naar de hemel. Zijn Koninkrijk was niet op de aarde, maar is het komende koninkrijk, waar geen einde aan zal breken. En waar geen zorgen en geen noden en nooit meer pijn zal zijn. Dat is Zijn Koninkrijk en dat Koninkrijk mag ik verwachten en daar mag ik als christen naar uit zien, in een wereld waar het alleen maar draait om genot, geluk, en geld. Want al gaat Christus naar de hemel, Hij geeft hen ook iets uit de hemel. De Heilige Geest! Met Pinksteren zullen we meer stil staan bij de komst van de Heilige Geest en Zijn werking.

En wachtend en biddend met elkander, is het geen zielig hoopje discipelen wat depressief zit aftewachten wat er nu toch gaat gebeuren. Nee ze zijn allen eendrachtig bij één vurig van het verlangen van de uitstorting van de Heilige Geest. En daar bidden ze ook om. Pleitend op Zijn belofte. Hij zal de Trooster sturen. En wat wachten ze daar met innig verlangen naar. Naar de uitstorting van de Heilige Geest. Naar het werk van de Heilige Geest die dode zondaren levend maakt. Ze wachten, op Gods vrucht van Zijn sterven, en Zijn opstanding, namelijk zij die tot Hem , tot geloof mogen komen.

 

Wat kunnen we veel leren uit deze geschiedenis. De discipelen zijn geen opgevers, zij zijn mensen die pleiten op Zijn beloften. Wetend dat deze gegeven zullen worden, omdat ze het in Zijn Naam bidden. Wat een vertrouwen in Hem hun Zaligmaker. In de eerste plaats dat grote verdriet. Hoe moet het nu zonder Jezus? Is dat ook uw vraag in uw leven? Hoe moet zonder Jezus in mijn leven? Of anders gezegd , is er wel buiten Hem leven? Wat zou het groot zijn als u zo’n groot vertrouwen in Hem mag hebben zoals de discipelen. Ze blijven niet hangen in het gemis en in het verdriet van hun Heere. Want ze weten de uitkomst, Hij heeft beloofd ,dat Hij heengaat voor hen om hun plaatsen te bereiden. En nu mogen zij al zien, dat ze het zaad der kerk mogen zijn. Namelijk hun bloed zal vloeien , tot een zegen voor vele heidenen. Uiteindelijk zal elke discipel gedood worden, hoewel we dat niet zo goed weten over hoe het met Johannes is afgelopen. Toch mogen we uit verschillende bronnen weten dat buiten Johannes alle discipelen zijn vermoord. En die bange Petrus in het paleis die Hem toen verloochende, bang te zijn om te sterven, terwijl Hij had gezegd tegen Jezus dat Hij met Hem zou sterven, als Hij zou sterven. Deze Petrus, is niet meer bang voor de dood. Voor Zijn sterven lag de toorn van God nog over hen. Hun zonden, maar door Zijn sterven en Zijn opstanding mochten ze tot Hem komen en een nieuw hart krijgen. Het nieuwe leven. En in dat nieuwe leven, welke Christus het wedergeboren leven noemt aan Nicodemus, draait het niet meer om hun zelf. Nee dat zien we straks op de Pinksterdag als we die mogen gedenken. Petrus overvloeiende van de Heilige Geest, mag nadat Hij Christus verloochend heeft nu op de Pinksterdag , Hem de mensen belijden.

Misschien herkent u veel uit deze geschiedenis van het verdriet van de discipelen. Een geliefd familielid verhuisde, of nog erger u moest uw man overgeven aan de dood. Wat kunnen wij dan soms, zo verbitterd raken naar God. Waarom o Heere, is het dan allemaal tevergeefs? En waarom ik en waarom niet zij? Een vraag waar ik veel in mijn leven persoonlijk mee geworsteld heb. Hoe kan het dat ik zoveel lijden moet mee maken en waarom bijvoorbeeld niet die mensen die God letterlijk uitdagen en die met de een na de ander in het bed kruipen. Of die al hun geld besteden aan feesten, party’s en die op gaan in de wereld en haar begeerlijkheden. Waarom overkomt mij dit? Ja gemeente, wat kunnen soms de antwoorden op die vragen tekort schieten. Of zijn er soms wel antwoorden die je vertroosten kunnen? Maar wat kunnen we hier veel van leren. Als de discipelen in het gemis van hun dierbare Heiland, blijven bidden, blijven smeken om Zijn Heilige Geest.

En wat zullen ze allen uitgerukt worden straks, als een Petrus wordt gekruisigd, een Johannes wordt verbannen naar Patmos. Wat waren hun wegen zo zwaar, ik denk nog wel veel zwaarder als wij het tegenwoordig mee maken. Eerst hun Heiland weg, later wordt de discipelen kring uit elkaar gerukt, maar nochtans houden ze staande in het geloof. ‘ Duizend zorgen, duizend doden kwellen mijn angstvallig hart?’ En hoe blijven die discipelen dan staande in de wereld? Ja want na Zijn sterven horen ze niet meer op deze wereld. Ze Zijn vreemdeling geworden zoals psalm 119 dat zegt, vreemdelingen hier op aard. Hoe blijven ze staande?  Ja beseffend dat ze reizen naar boven, naar het Vaderlijk huis, en dan keer op keer in het lijden klinkt het uit hun verslagen harten, ‘daarom zal ik niet sterven, maar leven en des Heeren daan verkondigen’, omdat Hij wilde sterven voor mij en dat blijft hunner lied. Omdat Hij gestorven is voor mij en dat lied zal mijn ‘zwanenzang’ zijn.

En wat kunnen ze niets liever dan die Heiland verkondigen op deze aarde. “In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen.” Christus heeft de wereld overwonnen, en zij mogen zijn krijgsheren zijn. Om te krijgen tegen het oude vlees van de wereld, om mensen door middel van de Heilige Geest te mogen laten ontdekken in wie ze zijn en wie zijn voor God. En in het geloof dat wie tot Hem komt nimmer zal uitgeworpen worden, maar zal behouden worden. Zalig zijn zij die zullen geloven, ook voor ons, die Hem niet hebben gezien.

Kinderen weet je waarom de discipelen zo staande blijven? Omdat ze niet leeg achter blijven, Christus woont in hun harten. En wat zou het mooi zijn hé als jij mag weten dat je een nieuw hartje hebt gekregen.  Nee de discipelen voelen zich niet meer alleen, omdat Christus verlaten werd in Zijn sterven worden zij nimmermeer verlaten. En mogen ze door het geloof weten dat er een Voorbidder is in de Hemel. Die voor hen waakt met een goddelijk oog, en bid voor hen, dat ze staande mogen houden in het geloof. Dan worden die Hij eens tot Petrus sprak zo waar: “ Simon, Simon, ziet, de satan heeft ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwe; Maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude.” En dat doet Hij voor elk van Zijn discipelen, Heere, Vader bewaar hen. Lees vanavond eens het Hogepriesterlijk gebed, zo’n krachtig gebed van Christus voor Zijn kinderen. En dat gebed bid Hij ook vandaag vanuit de hemel. ‘Heere bewaar hen van de boze’ en straks wat we mogen horen in onze derde gedachte de vreugde die de discipelen is voorgesteld. “ Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt.” Zo bid Hij en dat houd de discipelen staande in het verdriet. “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, dat gij zult schreien, en klagelijk wenen, maar de wereld zal zich verblijden; en gij zult bedroefd zijn, maar uw droefheid zal tot blijdschap worden.”

Deze tekst is zo toepasselijk voor Zijn discipelen naar Zijn Hemelvaart. Ze zullen wenen en huilen als kinderen die hun Vader moeten missen. Maar door de Heilige Geest zullen ze vertroost worden. Ja dat laat ons iets zien. Dat kinderen van God niet alleen maar blij kunnen zijn en halleluja kunnen roepen. Nee Gods kinderen die huilen ook vaak, tranen van verdriet, en tranen van blijdschap. Een Petrus huilt nadat Hij Zijn Meester heeft verraden, een Thomas roept het uit met tranen van blijdschap in Zijn ogen, “Mijn Heere en Mijn God.” Maar ze worden vertroost, Ik zal bij hen blijven vanuit de hemel tot de voleinding der wereld. En zo beloofd Hij ook aan al Gods kinderen en ik hoop dat u er vandaag mag weten dat U Zijn eigendom bent, want zij zullen vertroost worden en worden staande gehouden in het geloof. En zij mogen pleiten op Zijn belofte, want die zullen geschieden, en wie in Zijn Naam bid zullen worden verhoord. En daarom zeggen wij toch ‘ Om Jezus wil’ in ons gebed, als het goed is. Dat kunnen we uiteraard alleen zeggen als dat Gebed ook geheiligd is door Zijn bloed. Als er geen werken van het vlees in het gebed zitten vastgeplakt. Heere ik wil dit en wil dat. Geen verlanglijstje. Nee maar een waar geloof in een beproefde wereld, mogen Zijn kinderen het bidden. Bidden in Zijn Naam, om Jezus wil. En Hij zal horen, omdat Hij voor die Naam duur heeft betaald.

Zo komen we gemeente bij onze tweede gedachte.

 

2.Vreugde in de Hemel.

Ja gemeente we hebben eerst gehoord hoe de discipelen in verdriet achter bleven en toch getroost mochten worden, straks in onze derde gedachte daar meer over. Maar wat een vreugde mocht er zijn in de hemel na Zijn Hemelvaart. Immers de Bruidegom en de Overwinnaar van de wereld kwam weer naar de hemel. Heel Zijn leven was als een strijd hier op aarde. We gaan met onze gedachte terug naar die stal in Bethlehem. Daar waar Jezus geboren werd. Met kerst hebben we enkele dingen daarover gehoord, als u die nog kan herinneren. De strijd die rondom Zijn geboorte plaats vond. Allereerst leek er daar niet veel op toen dat Hemelse leger van engelen rondom de velden van Efratha van Gods liefde kwam zingen. “Vrede op aarde”. Blijdschap in de hemel omdat Hij werd geboren op aard, en dat Hij Zijn leven wou geven om mens te worden, om de relatie tussen God en mens weer te herstellen.

 

Wat merken we na Zijn geboorte direct die strijd van de duivel al. Eerst moest Zijn geboorte worden verhinderd. Waarin we dat kunnen merken, aan de kindermoord in Egypte. De jongetjes in de Nijl. Wat betekende geen voorgeslacht en dus geen Messias. Maar wonder boven wonder, werd daar een Mozes geboren en mocht Mozes in Gods kracht het volk uitleiden uit Egypte. Dat volk, wat in de woestijn al gauw begon te mopperen op de Heere, ze waren wel uitgeleid. Ze hadden dankliederen gezongen, waarschijnlijk ook dankoffers gebracht. Uit de wrede hand van de Farao bevrijd, en gelijk begint de duivel al met Zijn volgende plan. De moord in Egypte liep te einde raad, toen Mozes het volk uit Egypte leidde. Maar nu, er mocht en zou geen Messias geboren mogen worden. De kinderen Israëls begonnen te mopperen, en als Mozes die hoge berg op klimt om de tien geboden in ontvangst te nemen, maakt het volk onderaan de berg een afgod, een Gouden Kalf. Allemaal voorzien in het boze plan van de duivel, om Zijn komst te verhinderen. Ja nu zou God wel Zijn volk levend verslinden. En God wou het volk uitdelgen, doch wat een liefde van Hem mag Mozes uitstralen, hij wenst niet alleen zijn leven over te hebben voor dit verdraaid en wrevelig geslacht, nee hij heeft zelfs zijn eeuwige bestemming er voor over. Wat mogen we hier iets in zien van de Heere Jezus. Hij had alles over voor de zaligheid van zijn volk en de heidenen. En Gods genade blijkt hierin dat Hij Zijn volk toch niet straft met de dood, wel moeten ze nog 40 jaren in de woestijn zwerven. Ja want het blijft niet bij deze ene zonde van het volk, ze zijn ontevreden over Mozes, en over het eten wat ze krijgen van God. En tenslotte bij het beloofde land, geloven ze niet meer in die sterke hand van God. Kan Hij dit land met al dikke muren en reuzen verslaan? Ze zullen allen sterven , buiten Kaleb en Jozua. Zij bleven staande in het geloof van de almachtige God. En zullen het met de woorden vast eens geweest zijn die David later zong. “ Ik kan met U door sterke benden dringen, met mijnen God zelfs over muren springen”. Maar wonderlijk dat toch dat nageslacht mag blijven leven wat in die 40 jaren in de omzwerving in de woestijn geboren wordt, wijl de ouders van hun ongeloof moeten sterven. Mogen hun kinderen die geboren worden blijven leven, ze worden niet gestraft om de zonden van hun ouders, en zo mag toch de komst van de Messias aanstaande zijn.

Dan eindelijk in Bethlehem, in die kleine stal, wordt het Kind geboren. En gelijk merken we al dat de duivel er alles aan doet om de vergeving van de zonden door het bloed van Christus tegen te houden. Allereerst blijkt dat uit, de kindermoord door middel van Herodus die vele kinderen in en rondom Bethlehem laat doden. Wonderlijk, blijft het Kind gered, door de hand van God , die Zijn Kind beschermd en Maria en Jozef met het Kind laat onderduiken in Egypte.

 

Wat een strijd kende Jezus leven. We kunnen nog denken aan de verzoekingen in de woestijn, die Christus afvallig zouden moeten maken. Maar Christus hield staande, tenslotte dan aan het kruis. De duivel wou dat Christus stierf, maar Hij mocht niet voor de zonden betalen. En wat kon de duivel niets beters doen dan, het bloed onder de nagels van de Vader te halen. Opdat Hij misschien het lijden van Zijn Zoon niet meer kon aanzien, en Hem van kruis zou laten afkomen. En toch verliest de duivel ook dit laatste en wrevelige plan. Want de duivel kan niet winnen van Christus. Hij is Heere en almachtig. De duivel verliest! En Christus staat op.‘ De dag der roem der dagen, dien Israëls God geheiligd heeft’. En Christus gaat als overwinnaar naar de hemel. Eerst gaat Hij naar Zijn Vader. Wat zou dat verlangen naar Zijn Vader zo groot Zijn geweest. Hij kon niets doen zonder dat Hij het de Vader had zien doen. Meer dan dertig jaar, was Hij gescheiden geweest van het aangezicht van God. Hoewel Hij voortdurend met Zijn Vader bad, wat was Hij verlangend om Zijn Vader weer te zien. Ten eerste omdat de Vader en de Zoon, alle twee wilden dat er verlossing zou komen door het bloed van één die kon betalen voor de zonden. En daar niemand was dan Christus die dat kon, deed Hij het. Wat een liefdesverdriet ook van de Vader, Hij zend Zijn Zoon naar een wereld die Zijn Zoon gaat geselen, gaat kwellen, gaat vermoorden. Hij staat alles toe, om die éne grote zaak, voor de zaligheid van de mens, welke is in Christus bereid. Christus wou Zijn leven geven, voor dat van u en dat van mij. En na Zijn opstanding gaat Hij dan ook eerst na de ontmoeting met Maria Magdalena naar Zijn Vader. Om daar de triomf te vieren van Zijn overwinning.

Maar omdat Hij Zijn kerk niet vergeet, gaat Hij daarna weer terug naar de aarde, en laat Hij zich verschijnen aan zijn droevige discipelen. Hij openbaart zich nog aan Zijn broeder Jacobus, welke tot het geloof mag komen in Hem.  Maar Hij kan niet voor altijd op deze aarde blijven. Immers Zijn schat ligt in de hemel. Lees maar mee in vers 28: “Ik ben van den Vader uitgegaan, en ben in de wereld gekomen; wederom verlaat Ik de wereld, en ga heen tot den Vader.” Ja Zijn doel is vervuld, de zaligheid bereid voor mensen verloren van zichzelf. Verloren in schuld en toch vertrouwend op de Heere, ja in dat geloof dat Hij Zijn bloed gaf voor hen. Jezus de overwinnaar van de wereld. Hij doorstond Zijn lijden, en volbracht de straf voor de mensheid, Hij daalde door Zijn sterven af in het dodenrijk, in de hel. Wat moet de duivel zich verslagen hebben gevoelen! Zijn staart werd door midden geslagen, zijn kop werd er afgerukt. Maar maakt dat een vijand die niet meer in staat is om God tegen te staan? Nee, ja Gods Zoon kan hij wel niks meer aandoen, maar Zijn Kinderen wel. En daar maakt Hij dan ook graag gebruik van. Zijn kop is er wel af, maar toch zijn staart kan nog veel schade aanrichten. En met Zijn staart kan hij nog steeds mensen ten onder doen gaan in de hel, waar hij eens zal komen. Vraagt dat niet alle dag om het gebed tot de Heere of Hij ons wil beschermen van deze grote vijand.  Hij gaat rond als een briesende leeuw, en menig christen heeft hij vastgegrepen in zijn klauwen, en heeft hij geleid naar de hel. Laat u niet meevoeren met de wind van de satan. Hij lijkt op een schaap , maar is een wolf, en zonder dat we het misschien zouden doorhebben, zou hij zo de kerk binnen sluipen. En de schat van Christus krachteloos maken door zijn kracht, het ongeloof in de harten te zaaien en de haat tegen Hem. Hij is de vader haat, en der leugen, zoals hij al wordt genoemd in het paradijs. Laten we oplettend zijn op deze vijand!

Maar ook al is de Heere Jezus de overwinnaar van de wereld, wat zien we de haat van de satan, zich steeds meer richten op Zijn kinderen en op Zijn volk. Denk maar aan de Holocaust, miljoenen Joden worden vermoord en vergast in werkkampen, omdat ze het Volk zijn van Hem, die voor dat Volk wilde sterven. Maar niet alleen tegen Joden, ook christenen verspreid over de gehele wereld worden vervolgd en gedood. Denk maar aan die landen zoals Noord-Korea, en Nigeria. En nog zoveel landen te meer, de satan gaat steeds woeler rond omdat hij beseft dat zijn tijd bijna op is. En is het dan ook niet te verbazen dat sinds 2014 de vervolging zo is toegenomen , zo meer als ze nog nooit geweest is. En nog is het einde niet, zegt schrift. Er zullen oorlogen komen, rampen en ze zullen de handen naar u uitstrekken om te doden. De vader der haat is zijn laatste uur geslagen, hij probeert op de aarde nog zijn laatste verliezers triomf te maken, door dood en verderf te zaaien. Wat zien we daarom ook tot onze grote angst vele aanslagen in de wereld. En nog en nog is het einde niet. De bijbel zegt zelfs, het is nog maar het begin. Ook in Nederland gaat hier wat gebeuren, wij blijven niet gespaard, en zeker ook niet na onze afvalligheid van de Heere. Ons land wat altijd zo gevochten heeft voor het geloof en waar menig volksgenoot en Oranje zijn bloed voor heeft gegeven, wordt verkocht door D66 voor een verradersloontje. Als die miljoenen Nederlanders van vroeger wisten hoe wij met het prille leven van jongen kinderen en het leven van oude mensen tegenwoordig omgaan, zouden ze zich allemaal omdraaien in hun graf! Hebben zij voor dit Nederland hun bloed gegeven? Zijn wij zo diep en ver gevallen dat wij, en ik noem ook wij. Want wij zijn toch medeverantwoordelijk voor wat hier gebeurt. Laten wij wel genoeg onze stem horen in de samenleving, of laten we dit allemaal zomaar gebeuren? Dat baby’s vermoord worden in de moederschoot, dat ouderen een spuitje krijgen wanneer ze het willen, waardoor  ze sterven. Zijn onze tijden niet in Zijn hand? En wij maken hier zelf de regels uit over het leven! Het oordeel hangt over het vrije westen, het oordeel hangt over Europa. Vreemdgaan wordt gekeurd, waar vroeger de doodstraf voor werd gegeven in Israël, omdat het leven als man en vrouw niet is om de schaamte van andere vrouwen en mannen buiten je zelf en je eigen man of vrouw om te ontdekken. Nu staat het tegenwoordig op internet, ik hoef Second Love niet te noemen, deze naam kent u vast wel, overal gratis reclame. Zoals ik las bij een snelweg voor alle twee een uitje voor een erotisch uitgaan. Het is toch niet meer normaal. Is het gek, dat de Islam overal oprukt? We leven in het einde, en wie zich mee laat slepen in de stoet van de satan zal met hem ten onder gaan. Hoe gaan wij om met de naaste? Of denken wij in 2016 niet meer aan onze naaste? Het zou zomaar zo kunnen zijn, want ook dat is voorzegt, de mens zal verkild worden van liefde. Een moeder, zal haar dochter gewillig overleveren tot in de dood en ook andersom. Het 2016 wordt gekenmerkt door het ego. Denk maar aan de vluchtelingen, het is trouwens goed om te horen dat die politicus uit de EU is geschrapt om haar opvatting, dat we mogen schieten op vluchtelingen die de grens willen overgaan. Omdat we niet meer vluchtelingen kunnen opnemen. Zou deze vrouw één dag willen ruilen in Palmyra, in Syrië?

En toch horen we hier, het troostvolle woord. Hij is de overwinnaar van de wereld. En alles is in Zijn handen en het leid alles naar het einde van de wereld. Doch hebt goede moed, Hij heeft de wereld overwonnen.

Weer teruggekomen op Zijn Hemelvaart, wat een triomf voor de Koning. Geen koning als Hij die zijn leven gaf voor mensen , die Hem haatten. “ Zingt des Hoogsten eer, opdat ieder leer, hoe Hij heerst alom over ’t heiden dom”. Lof zij deze koning. En heel de discipelen kring zullen na deze dagen toch gezongen hebben: “Verhoogt o poorten, nu den boog , rijst eeuw’ ge deuren rijst omhoog, opdat de Koning in moog ’rijden”. De engelen zingen mee, Lof zij Het Lam.  Wat een grote prijs die Hij wilde betalen. En al de heiligen lagen aan Zijn voeten, toen Hij als overwinnaar wederkwam in de hemel. De hemel dreunde van gejuich. Hij heeft overwonnen, die sterke Held. Geen zonde, geen dood, geen duivel was Hem te sterk, of Hij won die slag, dies noem Ik Hem mijn Held. Een Abraham, een Izaäk, een Jakob, een David voor Zijn troon. Prijzen Hem, om Zijne daden, waarlijk Zijnen Zoon. Die de satan schrik liet beven. Die mij gaf, het eeuwig leven. Hij brak de banden van de zond. Schoon ik Zijn hoogste Majesteit schond. Gaf Hij Zijn leven, voor een dode hond. Schoon ik die straf aan lijve ondervond. Wijl ik die straf zou moeten sterven. Daar ik die torenhoge schuld, die beker van Hem met mijne schuld gevuld. Deed Hij mij Zijne bloed eens smaken. Dies juichte ik tot Mijn Heer, Hij vaart op met gejuich te meer. De hemel van heerlijkheid vervuld. Wacht op Hem in smart gehuld. Om de overwinnaar te kussen en Hem te beminnen, ja dan zullen al mijn zinnen. Niet meer bevlekt zijn van ijdelheid, maar met Zijner heerlijkheid. Het bloed van het Leven is het zaad van Zijn koninkrijk, daarvan zingen de engelen, in dat offer zo rijk. Kom binnen , kom binnen o Gij. Mijn Heiland en liefste zijt gij. En zet g’ U daar op hemelse troon, die heerlijkste plaats voor de overwinnende eeuwige Zoon.

Zo komen we gemeente bij onze laatste gedachte.

 

3.Vreugde op de aarde.

Gemeente we overdachten het verdriet van de discipelen en de vreugde die er kwam in de hemel toen Christus als overwinnaar van de wereld wederkwam in de hemel. Tenslotte zullen we stil staan bij de vreugde op de aarde. We mochten er strak als iets van zien in onze eerste gedachte dat hun verdriet toch werd veranderd in vreugde. “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, dat gij zult schreien, en klagelijk wenen, maar de wereld zal zich verblijden; en gij zult bedroefd zijn, maar uw droefheid zal tot blijdschap worden.”

 

De discipelen mochten in de eerste plaats weten na Zijn Hemelvaart dat Hij heen ging om voor hen plaats te bereiden.  Wat gaf dat voor hen troost, het pand van hun zaligheid lag in het bereiden van hun plaats in de hemel. Ja ze zouden als vreemdelingen zo hoorden we net op deze aarde verkeren, om Christus en dien gekruisigd te prediken. God had Zijn Kinderen ook kunnen wegnemen, mee naar de hemel, maar wat zou de aarde dan geestelijk leeg zijn gebleven. Immers de Heilige Geest woont in mensen en werkt vaak door mensen. Door de kracht van de prediking, is de zaligheid uit het gehoor, door het woord van God. Als de discipelen er niet meer waren geweest, wie zou dan verkondigen aan de Joden dat zij Christus de Messias hadden gekruisigd? En toch mag het rijk zijn dat Christus niet Zijn Kinderen gelijk tot zich nam, met de Hemelvaart. Nee, o wat hadden ze dat graag gewild en wat willen u en ik dat graag naar ik mag hopen. Maar Christus zet u op deze aarde om Zijn evangelie te verkondigen en te roepen tot bekering en tot behoud en geloof in Hem. Als de discipelen met Hem waren opgevaren , wat was het dan een lege Pinksterfeest geweest. Of te wel, was het dan wel een feest? Jazeker de Heilige Geest kon en kan ook zonder de mens werken. Maar wat een heerlijkheid dat Zijn Kinderen mogen vertellen en dat door Zijn Kinderen  soms mensen tot geloof mogen komen en dat ja en dat alleen niet uit onze verdienste, maar uit enkel genade.

 

Ten tweede hoorden we straks al, dat Hij vanuit de hemel voor hen bid tot de Vader. Hij wist en weet precies wat elke discipel van node heeft, een Petrus en een Johannes. Hij bid voor hen allen, opdat ze niet ten prooi zouden vallen aan de satan en niet in verzoekingen verleid zouden worden. En ten laatste bid Hij ook dat hun geloof niet zal ophouden. Zo bid Hij ook gemeente voor ons. Voor u en voor jou. Hij weet precies wat u, jij en ik nodig hebt. En Hij bid tot Zijn Vader dat Hij u bewaart in alle verleidingen van de wereld. Wat heerlijk dat er een Voorbidder mag zijn in de hemel die voor ons bid. En ook, wat een zegen dat we tot Hem mogen bidden in de kracht van Zijn Naam. “En in dien dag zult gij Mij niets vragen. Voorwaar, voorwaar Ik zeg u: Al wat gij den Vader zult bidden in Mijn Naam, dat zal Hij u geven. Tot nog toe hebt gij niet gebeden in Mijn Naam; bidt, en gij zult ontvangen, opdat uw blijdschap vervuld zij.”

Je mag tot Hem bidden in Zijn Naam. “ Weest in geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God. En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus.” En al weet u niet vandaag wat u moet bidden gemeente, dan moet u toch tot Hem gaan en uw hart geheel uitstorten voor Hem. “ Wij weten niet wat bidden zullen, maar de Geest bid voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen”. Wij weten helaas niet hoe we bidden moeten, maar toch als is dat gebed van ons met allerlei gebrekingen bevlekt, de Geest zal het maken een gebed bereid, als reukwerk voor Zijn aangezicht. En we mogen pleiten op Zijn belofte. Zoals de discipelen dat doen, ze zitten bij elkaar en er zijn ook enkele vrouwen bij. En met z’n alle pleiten ze op Zijn belofte, om de Heilige Geest. Ja gemeente, ze bidden om de levendmaking van de Jood en heiden. Wat schieten wij hier vaak tekort. Als ik moet vragen of u zondags bid voor het naar de kerk gaan? En dikwijls ik met u. Is het niets Gods wil dat we allen bidden om de levend making van zondaren. Om de zegen over de preek en de verlichting van de Heilige Geest. Zonder de Heilige Geest hadden de discipelen zoveel kunnen vertellen en kunnen prediken op het plein, maar er zou er geen enkel zalig zijn geworden. Wij zijn immers afhankelijk van het werk van de Heilige Geest. En zo werkt ook de Heilige Geest in onze harten. Hij laat ons eerst de wet zien, het oordeel, de Toorn van God, de Vader die toornt over de zonden. Ja en dan mogen we ook door Zijn volbrachte werk van Christus het middel zien ter verlossing, Jezus Christus. En toch gemeente, zou u zonder de Heilige Geest niet zalig zijn geworden. Want de Heilige Geest werkt het schuldbesef, want zonder dat schuld besef, hebben we geen Verlosser nodig en dus geen Zaligmaker. En daarom mogen we des te dankbaarder zijn dat de Heilige Geest is uitgestort, de weg tot levendmaking van de ziel.

 

Ten derde mogen we door Zijn Hemelvaart weten dat Hij eens ook ons zal opnemen, tot een pand van onze zalige opneming. Hij belooft namelijk dat Hij zal terugkomen. De engelen getuigen daar al van, dat Hij Zijn voetstappen eens zal zetten op de Olijfberg. O wat verlangen daar de discipelen naar, om te worden verenigd met hun Heere, hun Voleinder, hun Zaligmaker. En wat verlangd Christus daar ook naar. Om Zijn kinderen na zo lange strijd op te halen en te kronen met Zijn goedertierenheid. Want ze zullen met Hem heersen als koningen over de aarde. Over de nieuwe aarde. Want de eerste aarde zal vernieuwd worden door het vuur. En op de nieuwe aarde zal gerechtigheid wonen en ware liefde. Mensen zullen elkander niet meer haten , maar lief hebben en samen hun Redder belijden en verheerlijken. Want God zelf zal in het midden van hen zijn. Zijn Tabernakel staat op de aarde en ieder die in Hem gelooft is dat eeuwige leven bereid. Een leven bij Hem, geen bijbel meer, maar Hem. Om Hem te kennen en Hem te zien van aangezicht tot aangezicht. En op die dag dat het nieuwe Jeruzalem zal aanbreken, hoef je niet meer te zeggen met de woorden van Jesaja. “Wee mij , want ik verga”. Want de genade van de Heere Jezus is overvloediger dan allen zonden die je ooit het gedaan. Maar dan moet je wel Hem kennen en Hem lief hebben.

Ben je bereid daarvoor je leven te geven? Ja maar ik ben nog zo jong? Weet je, die 100 jaren die je nou misschien mag leven, zijn die te wegen tegen die miljarden jaren? Nee toch? “ Want t’ is mij goed, mijn zaligst lot, nabij te wezen bij mijn God, vertrouw op Hem geheel en al, den Heer wiens werk ik roemen zal.” Roem je in Zijner werken, mag je, je gered weten door Christus bloed? De discipelen mochten het weten, hun verdriet werd veranderd in vreugde, want Hij heeft belooft, in hun ellende, dat Hij hun Zijne Bijstand zal zenden. Zij gaan niet alleen het leven door. Het zou erg zijn als jij dat wel moet. Waar haal jij je troost vandaan? Mensen weten het niet hoe ze moeten omgaan met ziekte en met overlijden, maar als je mag kennen en de kracht van Zijn opstanding. Mag je weten, ik leef hier maar even. “Het hoofd omhoog , het hart naar  boven, hier beneden is het niet. T’ ware leven, lieven loven, t’ is men waar men Jezus ziet.” Als je Hem kent wordt je niet bespaart van lijden, nee dat staat nergens in de bijbel. Maar wel staat er, dat Hij bij ons zal Zijn, voor ons zal bidden, ons zal bijstaan tot de voleinding der wereld. En gemeente naar ik zie zullen velen van ons die waarschijnlijk mee maken. Die dag van de bruiloft, komt steeds dichterbij, en Zijn kerk roept, en Zijn discipelen roepen; ‘ Heere kom, Maranatha, o Kom Heere Jezus.’ Is dat uw gebed? Leeft u daar naar uit? Dat is de troost voor een wereldwijde vervolgde kerk. De zegen der Krijgsdag. Op die dag zullen de goddelozen geoordeeld worden, en Gods kinderen zullen worden opgenomen om voor eeuwig bij Hem te zijn. Een dominee die ik ken zei: nu zitten de bokken en de schapen nog gemengd in de kerk, maar straks zullen de bokken en de schapen gescheiden worden. En u? Weet u bij welke groep u hoort? Weet u van welke u het eigendom bent? Of u bent Zijn kind, of bent een speelbal van de duivel? En degene die Zijn woord gehoord hebben en niet hebben aangenomen zullen verloren gaan. Maar hoe kan ik nou dat woord aannemen zegt iemand onder ons? Ja gemeente, geef u zonden over aan Hem. Laat u zonden los en geef ze in de handen van de Zoon. Hij volbracht de schuld der zonden. En hoe wordt ik zalig? Door te geloven in Christus en dien gekruisigd. En dan moet u vandaag niet allerlei smoezen verzinnen, waarom u niet naar Hem kan gaan, want Hij is gekomen naar u. Ik hoorde pas een preek en die dominee zei het zo. Vandaag houd de Vader Zijn Zoon in Zijn armen voor jou. Wil je Hem? Neem je Hem aan? Ik kan het niet, ik heb geen zonde besef en..? Gemeente als we op ons zelf blijven zien, wanneer gebeurd het? Maar door Hem aan te nemen, en dat alleen, omdat Hij zichzelf aanbied, worden we door de kracht van de Heilige Geest gewerkt tot een ander mens. Een mens geheiligd door Zijn bloed, en gereinigd door Zijn offer. Zie hier Zijn Zoon voor u. Neemt u Zijn Zoon aan? “Verhard u niet, neemt Zijn gena, ootmoedig aan”.

Wat een heerlijkheid voor degene die Hem mogen kennen, immers Christus verlangt ernaar om eindelijk Zijn bruid te mogen halen vanuit deze verdrukte wereld. En Hij verlangd ernaar, zoals een jongen verlangd als hij verkering heeft met een meisje om zijn mooie dingen die hij heeft, te laten zien aan zijn meisje. Daar mag je best trots op zijn, zolang je maar niet hoogmoedig wordt. Zo verlangd Christus om Zijn schatten te delen met Zijn kinderen, zie hier Mijn geliefde Vader en Mijn engelen en het goude Jeruzalem. Mijn schatten zijn de uwe, om te mogen delen en putten uit Zijn schatten. Zie hier Mijn zoon, zie hier Mijn dochter, het is uw.

En hoe nou te leven nog op de aarde in deze verdrukking? Ja het hoofd omhoog, de verlossing is nabij. De discipelen gingen het lijden tegemoet, maar ze wachten de vreugde die hen voorgesteld is. En door die vreugde die hen voorgesteld is, dragen ze hun kruis vrolijk met de stille wetenschap, het lijden is niet tevergeefs. Het is het zaad van de kerk van Christus. Wat een wonder dat er velen door hen en door de Heilige Geest tot geloof mogen komen. En al zien ze het niet goed meer zitten, dan denken ze terug aan Zijn woorden. “Ik heb voor u gebeden, dat u geloof niet ophoude.” En zo in de scheuringen van de kerken en de samenleving, mensen zoeken elkaar weer op. Want ze hebben één ding gemeenschappelijk, Christus hun enige Zaligmaker. En dan is echt niet al het lijden opgelost als je Hem mag kennen. Zeker niet. David en Asaf verbazen zich erover, dat het de goddelozen voor de wind lijkt te gaan. Maar nochtans wisten zij. “Geen zondaar zal ’t gewis verderf ontkomen, als in het gericht door God wordt wraak genomen”. De goddelozen zullen eens moeten boeten voor hun zonden. Maar David en Asaf, mogen pleiten op het bloed van de Messias die na hen zou komen om ook voor hen te betalen.

 

Vers 20: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, dat gij zult schreien, en klagelijk wenen, maar de wereld zal zich verblijden; en gij zult bedroefd zijn, maar uw droefheid zal tot blijdschap worden.’ Is er nog verdriet in uw hart? Zijn er nog zorgen die u niet beleden hebt bij Hem? Hij draagt en ‘Hij schenkt meerdere vreugde, dan een andere smaken in een tijd’. De wereld begrijpt helemaal niets van deze smaken. Ze wenst geld, een lang leven, genot, seks, en macht. Maar de weg der goddelozen zal vergaan. De rijke man  sloeg zijn ogen op in de hel. Maar die arme Lazarus vol van zweren sloeg Zijn ogen op in de hemel. En werd omringt door de engelen, en opgenomen in de schoot van de heiligen. Zalig zijn zij die Christus komst verwachtten want zij zullen worden binnengehaald, met lof en bazuin geklank. En de engelen juichen over één zondaar die zich bekeerd. Wat een feest zal die Bruidsdag zijn. Ziet u er naar uit? Gaat u mee, de Bruidegom tegemoet?

De discipelen worden verstrooit, maar ze zullen elkander terug zien op de bruiloft en tezamen vrolijk zijn en zich rondom Het Lam scharen. Eindelijk, eindelijk Thuis, wat een vreugde, wat een dag, een dag die nooit meer een einde zal hebben. “En gij dan hebt nu wel droefheid; maar Ik zal u wederom zien, en uw hart zal zich verblijden, en niemand zal uw blijdschap van u wegnemen. En in dien dag zult gij Mij niets vragen.” Al heb je nu nog duizend vragen , op die dag zullen alle antwoorden duidelijk zijn. Waarom? ‘Om Zijns Naams wil’. Bent u bedroeft? Maar Hij zal komen en u wederom zien ‘en uw hart zal zich verblijden, en niemand zal uw blijdschap van u wegnemen’. Op die oneindige dag, zullen alle bazuinen galmen. En al Gods kinderen zullen opvaren met gejuich omhoog. Om Hem daar eeuwig groot te maken. En wie zal ooit hun vreugde daar van hen afnemen? “Schel bazuin geluid, galmt Gods glorie uit.” “Verhoog, o HEER’, Uw naam en kracht, zo zal ons vrolijk zingen, door lucht en wolken dringen; zo wordt Uw heerschappij en macht, door ons nog eeuwen lang, geloofd met psalm gezang.” Amen.

 

 

Psalmenkeuze: Hemelvaart 2016 Johannes 16

Voor de Preek:

 

Psalm 24 vers 4 en 5

4. Verhoogt, o poorten, nu den boog!
Rijst, eeuwge deuren, rijst omhoog!
Opdat de Koning in moog' rijden.
Wie is die Vorst, zo groot in eer?
't Is God, d' almachtig, Opperheer.
't Is God, geweldig in het strijden.

 

5. Verhoogt, o poorten, nu den boog!
Rijst, eeuwge deuren, rijst omhoog!
Opdat g' uw Koning moogt ontvangen.
Wie is die Vorst, zo groot in kracht?
't Is 't Hoofd van 's hemels legermacht;
Hem eren wij met lofgezangen.

 

Psalm 119 vers 88

Gun leven aan mijn ziel, dan looft mijn mond
Uw trouwe hulp; stier mij in rechte sporen;
Gelijk een schaap heb ik gedwaald in 't rond,
Dat, onbedacht, zijn herder heeft verloren;
Ai, zoek Uw knecht, schoon hij Uw wetten schond;
Want hij volhardt naar Uw geboon te horen.

 

Psalm 47 vers 1,3 en 4

1.Juicht, o volken, juicht,
Handklapt, en betuigt
Onzen God uw vreugd.
Weest te zaam verheugd;
Zingt des Hoogsten eer;
Buigt u voor Hem neer.
Alles ducht Zijn kracht;
Alles vreest Zijn macht;
Zijne majasteit,
Maakt haar heerlijkheid,
Over 't rond der aard',
Wijd en zijd vermaard.

 

3. God vaart, voor het oog,
Met gejuich omhoog;
't Schel bazuingeluid
Galmt Gods glorie uit.
Heft den lofzang aan,
Zingt Zijn wonderdaan,
Zingt de schoonste stof,
Zingt des Konings lof,
Met een zuivren galm,
Met een blijden psalm.
Hij, de Vorst der aard',
Is die hulde waard.

 

4. Zingt des Hoogsten eer'
Opdat ieder leer',
Hoe Hij heerst alom
Over 't heidendom.
Hoe Hij van Zijn troon
Geeft Zijn rijksgeboon,
Daar het al voor bukt,
Eedlen, gans verrukt,
Nu hun 't Goddlijk licht
Straalt in 't aangezicht,
Delen in ons lot,
Eren Abrams God.

 

Psalm 73 vers 12, 13 en 14

12. 'k Zal dan gedurig bij U zijn,
In al mijn noden, angst en pijn;
U al mijn liefde waardig schatten,
Wijl Gij mijn rechterhand woudt vatten.
Gij zult mij leiden door Uw raad,
O God, mijn heil, mijn toeverlaat;
En mij, hiertoe door U bereid,
Opnemen in Uw heerlijkheid.
 

13. Wien heb ik nevens U omhoog?
Wat zou mijn hart, wat zou mijn oog,
Op aarde nevens U toch lusten?
Niets is er, waar ik in kan rusten.
Bezwijkt dan ooit, in bittre smart
Of bangen nood, mijn vlees en hart,
Zo zult Gij zijn voor mijn gemoed
Mijn rots, mijn deel, mijn eeuwig goed.

 

14. Wie ver van U de weelde zoekt,
Vergaat eerlang en wordt vervloekt.
Gij roeit hen uit, die afhoereren
En U den trotsen nek toekeren.
Maar 't is mij goed, mijn zaligst lot,
Nabij te wezen bij mijn God;
'k Vertrouw op Hem geheel en al,
Den Heer', Wiens werk ik roemen zal.

 

Na de Preek:

Psalm 21 vers 13

Verhoog, o Heer', Uw naam en kracht;
Zo zal ons vrolijk zingen
Door lucht en wolken dringen.
Zo wordt Uw heerschappij en macht
Door ons, nog eeuwen lang,
Geloofd met psalmgezang.

 

Psalm 126 vers 3

Die hier bedrukt met tranen zaait,
Zal juichen, als hij vruchten maait;
Die 't zaad draagt, dat men zaaien zal,
Gaat wenend voort, en zaait het al;
Maar hij zal, zonder ramp te schromen,
Eerlang met blijdschap wederkomen,
En met gejuich, te goeder uur
Zijn schoven dragen in de schuur.