Goede Vrijdag 2016 Psalm 118: De Hoeksteen

Goede Vrijdag 2016       Thema : De Hoeksteen

 

Psalm 118 vers 16-29

1 Petrus 2 vers 1-10

Markus 15 vers 27-34

Tekst psalm 118 vers 22: De steen, dien de bouwlieden verworpen hadden, is tot een hoofd des hoeks geworden.

 

De Hoeksteen

 

1.       Verworpen

2.       Vernederd

3.       Verhoogd

 

1.Verworpen

 

Gemeente neem nu eens en gebouw in gedachte. Bijvoorbeeld deze kerk. Hoe is het mogelijk dat deze kerk hier overeind staat? Nou dat komt door de stenen en de cement die de kerk samen tot één vast en stevig gebouw maakt zegt één van onze kinderen. Zeker dat is waar, maar weet je en dat moet je goed onthouden! Jouw leven is wankel, jouw gebouw staat niet vast. En weet je hoe dat komt? Dat komt omdat we de Hoeksteen van nature uit missen. En als een gebouw op één van de hoeken één steen mist is heel het gebouw instabiel en zeker als het een grote steen is kan na verloop van tijd de muren gaan inzakken, of het gebouw gaat wankel staan. Dat is vandaag onze noodsituatie. We missen die ene steen in ons leven die ons bestaan kan redden.

De kinderen onder ons zullen het vast wel weten van die man die zijn huis op het zand bouwde, tot op een dag de regen kwam en het zand onder het huis vandaan spoelde en zo het gehele huis tot instortte bracht. Maar daarentegen die wijze man die zijn huis op de Rots had gebouwd. Dat kon de nood en de regen en de stormen tegen houden. Het huis stond vast op de Rots.

De Hoeksteen. Christus zelf, van nature missen we allemaal deze Hoeksteen, omdat we gezondigd hebben met Adam en Eva in het paradijs. En het gevolg? Ons leven staat op instorten, we missen de reddingsboei in de stormen, we missen Zijn bescherming in het vuur. En hoe komt dat dan? Lees maar mee in vers 22: “De steen, dien de bouwlieden verworpen hadden, is tot een hoofd des hoeks geworden.” Die ene steen die ons leven kan redden, die ene steen om het zo te zeggen waar wij door zalig kunnen worden. Jezus de Hoeksteen, is veracht en verworpen. En ten diepste zien we hier in psalm 118 een kijkje in ons hart zelf. “De steen, dien de bouwlieden verworpen hadden,” Ik? Hem verworpen? Ja gemeente een ieder van ons heeft die steen verworpen, heeft het genade middel Christus verworpen. En  daar hang Hij gemeente aan het kruis. Bespot en beslagen door voorbijgangers en een ieder die Hem haatte. Zo daar hangt eindelijk de zogenaamde Verlosser van Israël dachten de Farizeeërs en de Schriftgeleerden. En in hun triomf waren ze blij en gingen vrolijk en voldaan naar huis. Niet wetend dat ze over zichzelf een oordeel hadden geroepen en over het gehele volk wat met hen riep en juichte “Kruisigt Hem”. En gemeente ten diepste bent u en ben jij vandaag ook langs dat kruis geweest. Of dat nou knielend of spottend is, u bent er langs geweest. Ik hoop dat u heeft neer geknield. “Heere u bent gestorven voor zondaren, och toch ook voor mij”? Of en dat kan heel goed zijn, bent u langs het kruis geweest en haalde u daar u schouders op. Die onschuldige Jezus, och laat Hem maar hangen , of zelfs, u loopt langs Hem en kijkt Hem in Zijn ogen en geeft Hem een slag in het gezicht. Ja gemeente ik overdrijf niet maar vandaag zijn er mensen die dit doen! En ook vandaag zijn er mensen die dit doen en die zitten hier in de kerk. Want als u zondigt en verhard bent in het zondigen en u weet het dat, dat verkeerd is , maar u wilt er niet mee stoppen is dat het zelfde of u vandaag Hem een slag in het gezicht geeft. Is het , hetzelfde wat die bouwlieden deden, de Hoeksteen weg werpen. Het genade middel verscheuren! “Ach ik kan mezelf wel redden, is één van de grootste argumenten in deze eeuw”. “ Ik kan mezelf verlossen, daar heb ik Hem niet voor nodig”. Is het ook zo met u? 

Daar loopt een stoet met mensen, nieuwsgierige mensen strijden om de voorrang om te zien wat daar op die heuvel Golgotha gebeurd. Een executie, en als er iemand geëxecuteerd word zijn de mensen er als de kippen bij. Denk maar aan de Arena vroeger en het Stadion , het zat helemaal vol met mensen die ervan genoten om mensen te zagen lijden en te zagen sterven. In de tijd van de martelaren evenzo. Massa’s mensen stonden daar te kijken naar het sterven van een kind van God. En ook hier op Golgotha verzamelden de mensen zich. ‘Jezus’ daar hadden de meesten wel van gehoord. Ook velen hadden Hem gezien, ze hadden Zijn wonderen gezien van de vermenigvuldigingen van het brood en de vissen, tot aan de wonderbaarlijke genezingen van vele mensen. En of zij Jezus kende, ze waren telkens verlangend naar meer wonderen , meer, en meer, en meer. Maar hun Verlosser, nee dat kon Hij niet Zijn. De mensen verzamelden zich rondom het kruis. En de meeste mensen zullen er echt niet bij gestaan hebben uit medelijden voor Hem. Nee ze vonden het prachtig , daar de zogenaamde Verlosser. “ Kom dan af van het kruis”. Ze lachte en ze tierde, we zouden het kunnen vergelijken met de massa executies van IS vandaag de dag. Op gruwelijke wijze mensen vermoorden, er zelf filmpjes van maken en niet te vergeten die mensen , en al die moslims die deze filmpjes bekijken en dit heerlijk vinden om dit te zien.

Al hun haat en hun wrok tegen Hem konden ze eindelijk uitstorten. De één spoog in Zijn gezicht, de ander liep smadend langs Hem heen. Weer een ander maakte voortdurend grapjes over Hem waarom de mensen smakelijk konden lachen. En tussen deze menigte lopen ik en u vandaag. En het scheelt nogal onder welke groep u vandaag naar het kruis gaat. Want ook ging Maria met enkele vrouwen en Johannes naar het kruis. Voor hen hing daar hun Verlosser, hun Redder en hun Zaligmaker.

En voor u? Bent u gekomen om Hem te verachtten of Hem te dienen? Want jongeren zolang je vandaag het genademiddel niet aanneemt ben je niets beter dan deze woedende en tierende menigte die Christus belachelijk maakt, Hem bespot en Hem slaat. Dat is in het hart van jezelf kijken. Ben ik zo, ben ik werkelijk zo? Ja gemeente, wij zijn zo. “IK kost Hem die slagen”. En toch kreeg Hij ze. Onverdiend wel ik die verdiend had, ging Hij aan het verachtte kruis, waar ieder mij zou moeten bespotten , waar ieder mij zou mogen slaan. Maar Hij deed het, wat een wonder. De steen, ‘de Hoeksteen’. Het fundament waarop je leven kan en mag rusten. Die steen die je miste, waardoor heel je bestaan over de kop lag. Deze steen die weggeworpen is door u en ik, ligt en hangt daar niet verloren aan het kruis. Nee dat mogen we straks zien in onze laatste gedachte. Deze steen word tot een Hoeksteen. Die steen waarvan de mensen zeiden dit kan de Verlosser niet Zijn, en dit willen wij ten diepste niet dat Hij onze verlosser is, die weggegooide steen tussen de rommel van je zonden. En Deze steen toch de mooiste steen, de sterkste steen waar heel dat gebouw , waar heel je leven op mag rusten. Wat een wonder ook dat later op die Pinksterdag velen deze verachtte steen , die zij zelf hadden weggegooid tot een Hoeksteen konden maken in hun leven.

En hoe kan je het voorstellen, Hij die Zijn leven geeft aan een volk , aan ons die het niet verdiend hebben en vervolgens hoeven wij Zijn genade niet. Als God Zijn gerechtigheid belangrijker vond dan Zijn genade waren we verloren geweest. Hij had na de dood van Zijn Zoon kunnen zeggen. En nou is het genoeg, nou verbrand ik de gehele aarde met al de mensen en ze zullen  huilen voor Mijn voetbank, de eeuwige straf tegemoet!! Hij had dat terecht kunnen doen! En daarom is het ook nog steeds een wonder dat u en jij en ik nog vandaag mogen leven. Dat onkruid wat nog steeds schittert tussen het tarwe, als het aan ons had gelicht hadden we dat onkruid toch wel zeker weggehaald! Maar Hij die kostbare steen. Die verachtte Steen en toch zo van grote waarde. Het lijkt een vuile, grove steen , maar het is een parel, een edelsteen. Het ‘Fundament’ wordt aan het kruis verworven om voor een ieder tot een Fundament te zijn. Als deze kerk gemeente deze Hoeksteen miste was deze ingestort, was deze gemeente nooit staande gebleven. En dat zien we in de secularisatie die elk jaar weer toeneemt. Kerken die leeg lopen, en hoe komt dat? Een vraag die je kan stellen, aan de manier van prediken , aan de omgeving en de wereld, aan de moderne manier van denken deze tijd? En gemeente , het is allemaal waar, kerken waar geen zuivere prediking is of niet meer is , waar de verwondering weg is in het offer van Hem, waar verkondigd wordt dat God liefde is en toch uiteindelijk iedereen in de hemel laat komen. En wat moeten wie hier voor waken! “ Och Heere bewaar ons voor dwaling, dat wij  bij U en Uw Woord mogen blijven en door de kracht van UW Heilige Geest.”

Mensen ergerden zich aan Jezus, Hij het Levende Brood en het Levende Water, en,.. Wie dacht Hij wel dat Hij was? En toch waren er ook mensen die Hem geloofden, een Simeon en een Anna bij Zijn geboorte, en Maria die al die wonderen en al die woorden in haar hart bewaarde en ook Maria Magdalena. Ze konden niet meer zonder dit Kind, ze konden niet meer zonder hun Verlosser. “Hij is het, die verlossing zond, Aan al Zijn volk; Hij zal ’t verbond. Met hen in eeuwigheid bewaren.”

Hij volbracht Zijn belofte , en toch geloofden ze het niet. Is er nog ongeloof in uw hart?  ‘Ja ik voel zo weinig van Hem, en merk soms zo weinig van Hem’, zegt iemand. We zijn soms zo gefocust op ons gevoel, maar leren we ook leven door het Woord en door de Geest? En soms kan het inderdaad lijken of God niet aanwezig is in ons land of in je eigen leven. En daar zijn ook allerlei redenen voor te geven. De zonden waar je niet meer wil stoppen drank, porno, en allerlei andere zonden. Maar het kan evengoed zijn dat de Heere je geloof op de proef stelt, zo lezen we dat ook bij Job. En dan ga je pas zien hoe zwak je bent, hoe makkelijk je in zonden valt, hoe zondig je bent, hoe klein je bent. Maar dan is het altijd gebed “Heere , haast u tot mijn hulp en red”. En dan zal Hij horen, zoals Hij ook belooft heeft, “ Zie Ik zal met u zijn tot aan de voleinding van de wereld”.

Maar weer even naar onze tekst toe. “De steen, dien de bouwlieden verworpen hadden, is tot een hoofd des hoeks geworden”.

Die ene steen is meer dan een gewone steen. Het is de Hoofdsteen, de Hoeksteen. Ja verworpen door de gehele mensheid, en toch tot een Hoeksteen geworden. “Dit is de dag der roem der dagen, die Israëls God geheiligd heeft”. Deze dag is zo een gehele bijzondere dag. De dag dat de zonden worden betaald aan het kruis. Misschien ga je straks weer naar huis en ben je de preek vergeten. Neem dan deze woorden mee in je hart als kern voor de preek : “ IK voor u, daar gij anders de eeuwige dood moet sterven”. De duivel bracht zijn laatste grote wanhoops daad aan, de moord in Bethlehem was mislukt, de verleiding in de woestijn was op niets uit gelopen. En tenslotte en dan nog eenmaal aan het kruis, “Kom dan van het kruis af als je nu werkelijk Gods Zoon bent”. Maar Hij was liefde, eeuwige liefde waar mensen elkaar laten vallen hield Hij staande. “ Ik voor u”. ‘ Nee duivel ook deze beproeving en wel de hevigste , omdat de hele menigte werd opgehitst door de duivel om Hem van het kruis te krijgen, ging in rook op. Christus hield staande en daarom kon Hij later ook roepen met grote stem: “ Het is volbracht”. Die gehele strijd tegen de verleidingen , van de wereld en de duivel had Hij doorstaan. Voor de mensen op deze aarde die Hem zaten te bespotten had Hij die bijzondere en onverdiende woorden: “ Vader vergeef het hun”. En ook voor u en voor jou en voor mij, als  je met de vraag worstelt. Ook voor jouw is vergeving mogelijk, als de Heere Jezus zelf de moordenaar aan het kruis zijn schuld vergeeft, waarom jou niet? God is liefde, Hij gaf Zijn Zoon. En wat een vreugde als je een blik mag werpen op dat Kruis! Hij verlossing, ook voor mij. En dan in diepe ootmoed neer te buigen en te knielen, ‘och Heere ik heb straf verdien en wel de eeuwige straf, maar neem toch al mijn zonden weg en geleid mij als een kind naar het beloofde land’.

Ziende op dit Offer, mag toch die zware schuld in het open graf van Christus glijden. Ja want Hij stond op en door Zijn opstanding zullen wij eens opstaan met Hem in een nieuw leven.

Bespot en vernederd, geslagen en gehoond. Als we weer een blik op dat kruis mogen leggen. Daar hangt Hij, als een verloren man? Nee als een Redder en als een Verlosser. Zo komen we bij onze tweede gedachte: Vernederd.

 

2.Vernederd.

Ja gemeente wat ging die vernedering zo diep en zo ver. Dat de Vader Zijn Zoon ten prijs gaf van een verdraaid en wrevelig geslacht. Dat is de kern van Gods liefde, Hij had Zijn eniggeboren Zoon over tot in de dood voor onze zonden. En daarom klinkt het des te meer ook zo aangrijpend dat toch al die mensen joelden “ Kruisigt Hem”. Ze maakten er een feestje van zonder ook nog maar te bedenken dat Hij voor hen kwam. En al die menigten verwierpen Hem, “ Kom dan van het kruis af”. En Pilatus die dan toch Christus liet kruisigen ondanks dat zijn vrouw had geleden in een droom om Zijnentwil. Pilatus luisterde niet naar zijn vrouw. Zijn reputatie stond op het spel , zijn macht en zijn eer en de gunst van de keizer. “Ik ben onschuldig aan het bloed dezes Rechtvaardigen.” Maar is dat zo? Hij draagt eens ook de straf voor het kruisigen van Christus. Hij gaf hen over in moordenaarshanden. Zo’n situatie kan je, je ook voorstellen als bijvoorbeeld iemand , een burger in de Tweede Wereldoorlog onschuldige Joden verraadde omdat de grond onder eigen voeten te heet werd. “Onschuldig”. Neen en het volk dan, nee het volk al zeker niet. Het riep met grote stem, “Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen”. Wat gaat dat diep , om zoiets te durven zeggen. Letterlijk roepen ze hier om de straf voor hen en hun kinderen. Ze slepen als het ware hun nageslacht er in mee. En dan komen we ook bij ons uit, bij ons? Zijn bloed in onze handen. Maar Ik heb Hem niet gekruisigd ! Dan ken je, je eigen hart niet. Ten diepste riepen we en misschien zelfs nog , kruisigt Hem, Zijn bloed niet aannemen is hetzelfde als Hem verwerpen en Hem opnieuw kruisigen.

Ze wouden wel een koning die de gehate koning Herodus van zijn troon zou stoten en op zijn troon zou zitten en die hen van het gehele Romeinse juk zou bevrijden. Maar een koning van en over hun hart wouden ze niet. De Heere Jezus zag als het ware hun boze harten al aan, toen ze daar eens eerder Riepen: “Hosanna, gezegend is Hij die komt in de Naam Des Heeren”. Maar nu klinkt het, “ Wij hebben geen koning dan de keizer”. Hoe kan je zoiets zeggen? Hoe zou het zo geklonken hebben als al de mensen in tweede wereld oorlog in Nederland gezegd zouden hebben Hitler is onze koning! Bijna precies het zelfde gebeurde hier. Ze wouden liever die heidense keizer met al zijn wreedheden dan die ware koning als Lam, als een ware en dierbare Vorst. Geef dan mij de keizer, die heeft tenminste nog macht. Maar deze keizer zal buigen voor de Koning en zal eens aan Zijn voetbank liggen, en ook Pilatus en al die Hem doorstoken hebben zullen eens huilen. Grote mannen ,zullen als kinderen huilen voor Zijn troon.

Vernederd. Het ware genade middel lag in hun handen, ze hoefden het niet. Ze gooiden die steen weg. En die weggeworpen steen word toch de Hoeksteen. Wat een wonder, een verachte Zaligmaker, word toch de reddende Zaligmaker voor een ieder die in Hem gelooft.

Heel Christus bestaan was als het ware een vernedering, Zijn leven werd getekend door lijden en door beproevingen. En op Hem drukte ter meer de eenzaamheid en het verlaten gevoel. Ieder had Hem verlaten , nu stond Hij alleen voor de stadhouder Pilatus en eerder voor die gehate koning Herodus. Die drinkbeker wou Hij toch helemaal leeg drinken. Hij zette door , opdat Hij mocht geloven dat er eens toch mensen tot Hem zouden komen. “ Opdat men op deez eerstelingen, een rijke oogst van voorspoed zag”.

Ik herinner mij een waargebeurd verhaal in de tijd van de hugenoten. Verschillende broeders en dominees werden op de brandstapel geleid. En daar zongen ze het prachtige lied, “ Dit is de dag der roem der dagen” en “Opdat men op deez eerstelingen, een rijke oogst van voorspoed zag”. En daar achter het raam van een gebouw keek een getrouw vriend en dominee naar zijn vervolgde en ter dood veroordeelde broeders samen met een priester. En die priester die was Rooms maar toch verbonden met de hugenoten en later mocht de priester in zijn hart verslagen worden en mocht hij waarlijk christen worden. Dat is de zegen op het sterven van Gods kinderen. “Het bloed der martelaren is het zaad van de kerk”. En Christus aan het kruis mocht dit voor ogen zien, Zijn lijden en Zijn beproeving al leken die vergeefs, de Vader mocht Hem toch in Zijn hart al iets van die Pinksterdag in Zijn hart open baren van al die mensen die verslagen zouden worden in hun hart , omdat zij de ware Messias en Verlosser hadden gekruisigd. En gemeente dat is de diepste vernedering van de Zoon. Zijn lijden en Zijn kruisgang. En zo gaan toch ook bij al Gods kinderen in het spoor van Hem. Geen één van hen zal er bespaard blijven van lijden. Maar toch mogen ze weten, als de Heere mij geleidt zal heel mijn lijdens leven toch niet te vergeefs zijn. Heel mij leven lijden, wilt u dat? Dat is de weg die u moet gaan om Hem te volgen. Maar het heeft een doel, het wacht eens op de verheerlijking en op de oneindig rijke troost in de grootste schatten van de nieuwe Hemel en de nieuwe aarde. En dan mogen we slechts in een wereld van secularisatie toch het zaad zijn van de kerk. Want zo blijft Anno 2016 de kerk nog levend, zo blijft de kerk vandaag de dag nog bestaan. Zo het in Zijn voetstappen treed. Zoals die vervolgde christenen in Noord- Korea, China en Nigeria. Daar groeit de kerk nog steeds, dat mag zijn de vrucht van het sterven van Hem en Zijn kinderen, het lijden is nooit te vergeefs.

Christus vernederd aan het kruis. Tussen de moordenaars hangt Hij in , als een dief,  een oproerling en een moordenaar. Maar toch geen van die drie , als een onschuldige ter dood geleid. Ja, “als een Lam ter slachting geleidt”. Gewillig ging Hij deze weg, Hij had van het kruis kunnen gaan. De duivel had dan Zijn plan gewonnen. Dan zou nooit en nooit meer de mens gered kunnen worden. Dan was ze aan haar lot over gelaten. Dan was alles vergeefs, uw leven , uw lijden en God dienen. Maar Hij liet zich gewillig vernederen. Hij liet zich gewillig in elkaar slaan, Hij liet zich bespotten , Hij liet het toe dat mensen zoals u en ik, in Zijn gezicht spogen. Maar de duivel had het niet door , dit was de vooravond van Zijn verhoging. Want de Hoeksteen hang nu wel aan het kruis. Maar Hij zou ten derde dagen opstaan en duivel de genade slag geven. Dan zou Zijn verhoging komen , als een Koning die haar macht nooit meer zou verliezen als een heersende en een reddende Koning.

“U dan, die gelooft, is Hij dierbaar”. Is Hij u dierbaar? Ach elk jaar gaat het weer over het lijden en sterven van Christus het raakt me niet meer zegt iemand. Hoe zou dat komen? Bent u de verwondering kwijt van Zijn lijden en Zijn sterven voor u? “ Ik kost Hem die slagen, dat riet, die doornen kroon.” Als Christus je leven binnen komt ga je het zien, ik heb Hem gekruisigd, ik had verdiend om gestraft te worden , om bespot te worden, om vernederd te worden, om bespogen te worden, om  gedood te worden. “ Leer mij o Heer, Uw lijden recht betrachten, in deze zee verzinken mijn gedachten”. Wat eindeloze zee van Zijn goedheid waar ik met mijn korte verstand nooit bij zou kunnen. Hoe bestaat het en hoe kan het dat Hij toch Zijn leven geeft aan zondaren? Je raakt er verwonderend over, wat een genade en dat voor een dode hond als ik.

Christus weende bij het zien van Zijn geliefde stad Jeruzalem. ‘Jeruzalem’. “ En als Hij nabij kwam, en de stad zag, weende Hij over haar.” De stad van David en meer dan David stond daar te huilen, ze zouden Hem verachtten , ze zouden Hem kruisigen. Jeruzalem hoefde Zijn redding niet, en dan kom die vraag dikwijls weer naar ons. Willen wij Zijn redding? Hij liet zich zo diep vernederen in het stof voor u , en wat is er dan niets erger dan te zeggen ik hoef Zijn redding, ik hoef Zijn bloed niet. “Zijn bloed kome over ons”. Dat roepen vandaag vele mensen, elke keer als ze met Hem bespotten , als ze met Hem vloeken, als mensen bewust dingen doen die God verboden heeft en er toch plezier aan beleven.

Hou je redding maar, ik heb het niet nodig roepen de mensen. Wij willen Barabbas, een moordenaar. Een onschuldige aan het kruis laten sterven, op zo’n zaligheid geen acht slaan. Wat komt er dan eens een groot oordeel over je, als je volhard in het afwijzen van Hem. Want ook die mensen die Hem hebben bespot en Hem aan kruis hebben genageld zullen voor de rechtbank verschijnen en dan zonder genade.

En Christus weende over Jeruzalem, ze wouden Hem niet kennen en erkennen als de beloofde Verlosser. En Christus weende bij het zien van al die rampen die over de stad zouden komen. En Hij weent ook over u! Veracht Mij nou niet, “ Verhard u niet maar laat u lijden”. “Neemt Zijn gena, ootmoedig aan”. Verhard die Hoeksteen nou niet. “ En de zaligheid is in geen anderen; want onder den hemel is geen andere Naam, die onder de mensen is gegeven, door welken wij moeten zalig worden.” Hij de Verlossing hangt vandaag voor u aan het kruis. Of u knielt of u veracht. Of u bespot of u kust. Geen andere naam dan Christus. “ Leg wereld leg schatten gij kunt niet bevatten wat Jezus mij geeft”. Een ontzettende diepe rijkdom in Hem en door het offer van Hem. “Brandofferen nog offer voor de schuld, voldeden aan Uw eis noch eer”. Toen kwam Christus , de wereld verloren in schuld en in zonden. En Hij liet zich gewillig aan het kruis nagelen, voor u. Zo’n liefde heeft geen enkele God, want er is ook geen andere naam onder de Hemel gegeven dan Jezus Christus alleen. Hij is het redmiddel vandaag, en Hij is de poort der ingang van het koninkrijk van God. “Een ieder die in Hem gelooft heeft het eeuwige leven”. Niet die krijgt het, maar die heeft het. Heeft u het? Ga vandaag  nou niet stil zitten denken ik laat alles wel over me heen waaien en ik geloof het allemaal wel. Maar haast u naar het kruis , daar is het behoud van zondaren , daar is de kern der liefde, daar is de verlossing van uw ziel. Kom tot Hem, want Hij zal geven een vlezen hart in plaats van een stenen hart. En aan dat kruis vergeeft Hij die moordenaar en aan dat kruis kan Hij u vergeven. “IK voor u”.

“De Zijnen hebben Hem niet aangenomen.” Wat een verdriet in het hart van deze Heiland, Hij die Zijn leven gaf voor de mensen , en de mensen moesten Hem niet.

Ja de Levende steen, door God zo dierbaar , maar door de mensen verworpen. En tot Hem gaande word het een Hoeksteen. Nee het blijft niet bij Zijn vernedering en Zijn verachting. Dit alles leidt naar Zijn verhoging. De  koperen slang die tot redding moest dienen in de woestijn, en meer dan die slang hing daar aan het kruis. Meer dan die koperen slang die voor de genezing moest zorgen voor het lichaam, hing aan het kruis voor de genezing van de zielen van de mensen. Ja zo moest Hij verhoogd worden in en door Zijn vernedering heen werd Hij toch verhoogd. Ja Hij de Rotsteen der behoud en der Rotsteen van het leven en Het Fundament van je bestaan. De kerk kan nog het bordje kerk dragen, maar als er geen verlossing en geen verzoening door  Christus gepredikt wordt. Is het geen kerk, maar een gemeenschap die uit elkaar zal vallen.

En wie in Hem gelooft heeft het eeuwige leven, op naar het kruis, naar de redding, daar het bloed van de vergeving der zonden. Het Brood van Zijn lichaam tot een offer voor de Zijnen en het bloed tot vergeving voor Zijn kinderen. Bent u op weg naar het kruis, op weg naar Golgotha? Niet door nieuwsgierigheid of belangstelling gedreven, maar door de nood in het hart wat schreeuwt om verlossing.

Zo gaan we gemeente al weer naar onze derde gedachte: Verhoogd.

 

3.Verhoogd

We stonden net stil bij de  verworpen Hoeksteen, de vernederde Hoeksteen en als laatste staan we nu stil bij de verhoogde Hoeksteen.

Christus werd verworpen op de aarde, vernederd aan het kruis ,maar tegelijkertijd ook verhoogd, door Zijn lijden .Door Zijn lijden werd Hij geheiligd. Door Zijn sterven bracht Hij redding voort en tenslotte door Zijn opstanding werd Hij verhoogd en werd alles volbracht. De kostbare Hoeksteen die verworpen werd door de mensheid, word dankzij de genade van de Heere gezet tot een Hoeksteen voor vele volken. Twee  muren liggen vast op één Hoeksteen. Zo wordt ook duidelijk gemaakt dat de heidenen en de Joden samen één worden in diezelfde muur. Voor hen geld even zo het evangelie. Voor Jood en Griek. Wij als christenen hebben zo vaak een vooroordeel en als het aan ons zou liggen, zouden we het Joodse volk verwerpen als Gods volk. Zij hebben immers Jezus gekruisigd, maar dan moeten wij ook met diepe schaamte bedenken dat wij dat even zo hebben gedaan. Wij zijn geen haar beter.

Die stokbewaarder die zich zelf van het leven wou beroven, omdat de gevangenis open was gebroken door een aardbeving, schreeuwde het uit, wat moet ik doen om zalig te worden? Bekeer u tot Jezus Christus. Hij bekeerde zich met zijn gehele gezin. En vandaag de dag mogen door genade velen Joden komen tot het Licht en mogen Christus zien als hun Zaligmaker. De Steen die ze veracht hadden wordt ook voor hen een Hoeksteen en zal ook voor het gehele volk eens de Hoeksteen zijn, als het zich geheel zal bekeren tot de levende God. Want dat staat in de bijbel en daar mogen wij als christenen toch ook juist om pleiten en om bidden, voor de bekering van Zijn Volk. Want wij hebben Hem ook veracht en wij zijn ook des doods schuldig, dat vraagt verootmoediging en diepe eerbied. “O Jeruzalem, dat , zo Ik u vergete.” Nee Zijn volk bleef in Zijn gedachten, en Hij stierf in de eerste plaats ook voor dat volk en ten tweede ook voor ons.

Wij hebben de Hoeksteen verworpen en versmaad , we hebben Hem gehoond en bespot en nochtans had Hij ons kunnen ombrengen , maar Hij bad om vergeving, Hij bad zoals een Stefanus later om bekering van Zijn vijanden. En zoals u weet mocht daar wat van uitgaan ook op Paulus, een christenvervolger die later tot bekering mocht komen. Door de mensen was deze Hoeksteen verworpen, maar God zelf maakte Zijn Zoon , deze Steen tot een Hoeksteen ja voor vele volken.

Zo maakt Hij zich bekend op deze Goede Vrijdag, de Levende Steen. Wie op Hem bouwt zal nimmer wankelen. Kinderen jullie weten het nog hé? Die man die zijn huis op de Steenrots bouwt is een gezegend man. In tijden van tegenspoed en van stormen blijft het huis staan op het Fundament Christus. En op dat Fundament mogen we door genade op bouwen , omdat Hij stierf voor de goddelozen is er redding en behoud.

Ziet u het kruis weer voor u? tientallen mensen , misschien wel honderden dringen zich om het kruis heen. Ha weer een voorstelling, ze genieten ervan. Tegenwoordig hoef je dat niet meer live mee te maken , je kan zo naar de bioscoop om de meest afschuwelijke beelden te zien of je kan ze kijken op je mobiel. Maar deze mensen gingen heen naar het kruis voor vermaak en voor lastering. Onvoorstelbaar zul je misschien denken dat er zovelen mensen die Zijn tekenen en Zijn wonderen hadden gezien , toch bij het kruis stonden om Hem te bespotten. Wij zouden zeggen , als wij in de tijd van de Heere Jezus hadden geleefd hadden we beslist geloofd. Maar de werkelijkheid maakt het anders, mensen verdringen zich om Hem te zien lijden. En al Zijn discipelen hadden Hem verlaten bij zijn gevangenneming en toch zien we later Maria en Johannes bij het kruis staan. Ze konden Jezus niet missen, ze hadden Hem zo lief gekregen. Ze stonden hier om bij Hem te zijn,  bij hun stervende Heiland.

“Geef mij Jezus of ik sterf, buiten Hem geen leven, maar enkel zielsverderf.” De dag der Roem der dagen was aan gebroken. De dag dat Christus Zijn leven gaf ten offer en de dag dat de toren hoge schuld van zonden werd betaald. En dat mocht toch Jezus troosten aan het kruis. Het is niet voor niets, het heeft een doel , het gaat uit naar de pinksterdag.

Gemeente nog even we gaan zo naar huis. Bent u al langs het kruis geweest? Of zo zei ik daar straks bent u langs geweest om voor Hem te buigen of u bent langs geweest zoals velen van die mensen, voor het vermaak en in uw diepste haat misschien  heeft u Hem nog bespot en Hem geslagen.

Het is van tweeërlei een. En kunnen we dan niet beter belijden aan de Heere dat we nog zo vaak Hem verachten en dat we nog zo vaak ons nog laten leiden door de wereld, en door de begeerlijkheden van het vlees. “Want het goede dat ik wil dat doe ik niet”. We zijn nog zo vaak geneigd om God en de naaste te haten en om Zijn offer te verachten.

Zijn kruisoffer voor dode zondaren, ja verloren zondaren, die niets verdiend hebben en toch vergeving krijgen aangeboden. Het wonder van Pasen, dat Hij stierf daar ik moest sterven. Daar ik moest lijden en Hij die beker geheel leeg dronk met alle zorgen en alle noden en alle zonden en alle ellenden. Hij nam de staf op Zijn schouders, die ik zou moeten dragen. Hij werd geslagen wel ik geslagen zou moeten worden, Hij werd bespot wel ik bespot zou moeten worden, Hij hing aan het kruis , daar ik aan het kruis zou moeten hangen en ja zelfs Hij stierf en daalde neder in de hel daar ik daar mijn eeuwige straf zou moeten uitzitten. Ja zo geheel beproefd en zo’n grote last kwam er op Zijn schouders opdat Zijn striemen ons genezing zouden brengen. Denk maar is na aan  de velen zonden die je per dag doet. Denk zonden, zondige daden en zondige woorden. Zijn het er niet honderden en dan keer 365 dagen in een jaar, keer de zoveel miljard inwoners op de aarde. Zo’n schuld droeg Hij op Zijn schouders, ja zo zwaar drukte de last dat Hij er bijna onder zou bezwijken. Maar Hij droeg de schuld , tot aan het kruis , ja tot Zijn dood. En door Zijn sterven is er leven voor zondaren. Kom tot het kruis, kniel en buig, in diepe ootmoed voor Hem neer. Hij die Zijn leven over had voor het jouwe. Jouw zondige pak , Mijn zachte Juk, en Ik jouw zondepak . Dat is genade, ja 100% genade, dat u deze genade mag ontvangen.

Deze Steen verworpen, mensen spogen Hem uit, “ Kom af van het kruis”. Maar deze Steen de ware Hoeksteen, wachtte op de belofte dat de steen die verworpen is ja tot een Hoeksteen zou worden. En heden , het is geschied. “Wij zien het maar w’ doorgronden het niet”. Die onuitputtelijke zee van Zijn goedheid, wat kunnen we daar maar zo een heel klein beetje van begrijpen. Het gaat al ons verstand te boven. Hoe kan Hij zo , Zijn leven geven voor mij? Waar ik heb dat aan verdiend? Of moet ik zeggen vind u het gewoon en gepast dat de Heere Jezus stierf en vindt u  het geen wonder? Dan kent u de Heere Jezus niet. Want wie Hem kent en dat ook mag proeven aan Heilig Avondmaal, “IK voor u”. Mijn lichaam verbroken en Mijn bloed voor u vergoten. Dan mag er iets geraakt worden in je hart, wat een liefde! Jazeker God is liefde, Hij heeft Zijn Zoon niet gespaard maar gegeven.

En dan word Hij verhoogd door Zijn kinderen , die roemen in dat offer, in dat Lam. Hij voor mij, het zielenwonder. Het gaat al het begrip en  het verstand te boven. Wat een goedheid, wat een pure liefde voor mij. Christus verhoogd, door Zijn kinderen en ook door Zijn Vader, Hij mag heersen over de aarde en mag zitten aan de troon van God en eens komt Hij terug als verhoogde Koning en dan zullen alle mensen die Hem vernederd hadden vernederd worden. Dan zullen alle mensen die Hem bespot hadden bespot worden. Dan zullen de mensen die Hem gekruisigd hadden (zonder vergeving) de eeuwige dood ten onder gaan. Maar door Zijn kinderen verhoogd, ja “gezegend is Hij die komt in de Naam de Heeren.” “Looft Hem, die u al wat gij hebt misdreven, hoeveel het zij genadig wil vergeven,” Ja Zijn glorie zal eens klinken daar al Zijn kinderen gekocht en bevrijd van Het bloed het mogen zingen: “Gij zijt mijn God , U zal ik loven, verhogen Uwe majesteit. Mijn God niets gaat Uw roem te boven, U prijz’  ik tot in eeuwigheid.” En waarom, “omdat Gij het hebt gedaan.” Omdat gij toch die beker wilde leegdrinken met al onze zonden. En dat onverdiend. O Heere U Zij de eer en laat dan ‘mijn paaslied’ mogen zijn:  “Gestorven voor mij , zal mijn zwanenzang zijn.” Amen

 

 

Psalmenkeuze 

Voor de Preek:

 

Psalm 22 vers 1

Mijn God, mijn God, waarom verlaat Gij mij,
En redt mij niet, terwijl ik zwoeg en strij',
En brullend klaag in d' angsten die ik lij'?
Dus fel geslagen?
't Zij ik, mijn God, bij dag moog' bitter klagen.
Gij antwoordt niet; 't Zij ik des nachts moog' kermen.
Ik heb geen rust, ook vind ik geen ontfermen,
In mijn verdriet.

 

Psalm 41 vers 3

In plaats van troost, vervolgt mij 's vijands blaam.
Zij zeggen tot elkaar:
"Waar blijft zijn dood, wanneer vergaat zijn naam?"
Komt iemand van die schaar,
Om mij te zien, dan spreekt hij vals, en smeedt
Mij kwaad, zoveel hij kan;
Als hij terug van mij naar buiten treedt,
Spreekt hij er andren van.

 

Psalm 137 vers 3

Jeruzalem, dat, zo ik u vergete,
Mijn rechterhand niet van zichzelve wete;
Dat mijne tong aan mijn gehemelt' kleev',
Indien ik u niet steeds mijn achting geev';
Zo ramp of leed mijn hart van Sion scheure,
En ik Gods stad mijn hoogste vreugd niet keure.

 

Psalm 88 vers 4, 9, 10 en 11

4. Gij hebt mij in den kuil gelegd,
ln diept', in duisternis gesloten;
Uw grimmigheid heeft mij verstoten,
Mij neergedrukt, mij troost ontzegd.
Gij doet op mij Uw oordeel komen,
Als onweerstaanbre waterstromen.
 

9. Waarom is 't, dat Gij mij verstoot,
Waarom verbergt G' Uw gunstrijk' ogen?
'k Was van der jeugd af neergebogen,
Bedrukt, en worstlend met den dood.
Ik moet vol angst Uw gramschap dragen,
'k Ben twijfelmoedig en verslagen.

 

10. 'k Ben met verschrikking aangedaan;
Mijn moed verflauwt; mijn leden beven;
Uw dierbre gunst heeft mij begeven ;
De vlam Uws toorns doet mij vergaan.
'k Moet dag aan dag met duizend rampen,
Als met het woen der golven, kampen.
 

11. Gij hebt en metgezel en vrind,
Van mij verwijderd in mijn lijden,
Zodat mijn ziel, hoe z' ook moet strijden,
Bij niemand heul of bijstand vindt;
'k Zoek hen vergeefs, 'k moet eenzaam wenen;
Al mijn bekenden zijn verdwenen.
 

Na de preek:


Psalm 118 vers 10 en 11

10. Dit is, dit is de poort des Heeren:
Daar zal 't rechtvaardig volk door treen,
Om hunnen God ootmoedig t' eren,
Voor 't smaken Zijner zaligheen.
Ik zal Uw Naam en goedheid prijzen:
Gij hebt gehoord ; Gij zijt mijn geest,
Door Uw ontelbre gunstbewijzen,
Tot hulp en heil en vreugd geweest.
 

11. De steen, dien door de tempelbouwers
Verachtlijk was een plaats ontzegd,
Is, tot verbazing der beschouwers,
Van God ten hoofd des hoeks gelegd.
Dit werk is door Gods alvermogen,
Door 's Heeren hand alleen geschied;
Het is een wonder in onz' ogen:
Wij zien het, maar doorgronden 't niet.

 

Psalm 118 vers 12 en 14

12. Dit is de dag, de roem der dagen,
Dien Isrels God geheiligd heeft.
Laat ons verheugd, van zorg ontslagen,
Hem roemen, die ons blijdschap geeft.
Och Heer', geef thans Uw zegeningen;
Och Heer', geef heil op dezen dag;
Och, dat men op deez' eerstelingen
Een rijken oogst van voorspoed zag.

 

14. Gij zijt mijn God, U zal ik loven,
Verhogen Uwe majesteit.
Mijn God, niets gaat Uw roem te boven;
U prijz' ik tot in eeuwigheid.
Laat ieder 's Heeren goedheid loven,
Want goed is d' Oppermajesteit:
Zijn goedheid gaat het al te boven;
Zijn goedheid duurt in eeuwigheid!