God alleen de eer.

God alleen de eer.

 

Lof zij de Heere van nu aan tot in eeuwigheid.

Hij die de hemel schiep en de aard.

Door Zijn machtig arm nog steeds bewaard.

En ze door Zijn Majesteit en almacht leidt.

 

De natuur en duizenden vogelenkoren.

Prijzen en zingen van Zijn grote daden.

Hij die ons bewaard op onze levenspaden.

Met Hem behouden en niet verloren.

 

Door de dalen en heuvels, door de zee.

Ja Hij is getrouw en gaat met mij mee.

Hij beschermd mij voor t’ duivelse kwaad.

Voor zonde, leed en mensenhaat.

 

Geeft God en Hem alleen de eer.

Want Hij is de ware God en geen andere heer.

Hij is nabij en troost de ziel die zucht.

Beschermd en omring ze met liefde wie tot Hem vlucht.

 

Welke god zou zich kunnen evenaren aan deze, onze God?

Want Jezus wilde sterven en verdroeg voor ons het lijden.

Hij leed pijn, werd veracht en droeg alle spot.

Om zo door Zijn bloed ons van de eeuwige ondergang te bevrijden.

 

Ja want deze God is onze God.

Een God van liefde, trouw, macht en heerschappij.

Een God van genade, groot van geduld.

De straf voor de zonden, in Zijn Zoon aan het vloekhout vervuld.

 

Door het geloof en in Christus verzoenend bloed.

Wordt ik deel van het grootst en zaligst goed.

Om eens bij Hem voor eeuwig te mogen wezen.

Ja Hij alleen de roem, heerlijkheid en Zijn naam in eeuwigheid geprezen.