Een Psalm voor Israël

Een Psalm voor Israël

 

1.       Mijn Volk zal huppelen. Zal huppelen onder Mijn Naam.

Die eens veracht, maar nu aanbeden zal worden.

2.       Gelooft zij die God die Israëls wonderen werkt.

Hij zal bevrijden onder het juk van deze wereld.

Hij zal Zijn hateren verjaagt, verstrooid doen zuchten.

3.       Ja Israël is Mijn, Mijn volk, Mijn uitverkorene. Ik zal ze redden uit het graf. Uit hun doen lijkende ondergang, want die zal niet zijn.

4.       Ja want Ik zal hen bevrijden. Ik zal Mijn volk nooit vergeten.

5.       O Israël hoor Mijn stem, Hoor naar Mijn naderende voetstappen. Geloof Mijn Heilig Woord.

6.       Dat is dat Ik voor u gestorven ben daar gij eerst de eeuwige dood moest sterven

7.       Verwacht u hoop niet van ijdele mannen die u Volk trachten te redden, Want door hen zal het niet geschieden.

8.       Ten dage dat gij tot Mij zal roepen en Mijn Naam welke is Jezus Christus zal belijden.

9.       Ja Ik zal dan voor u strijden en gij Mijn volk zult stil Zijn.

10.   Verwacht o Israël. Betrouw u op den Heere. Roept Hem aan terwijl Hij te vinden is.

11.   Gij zijt zwak, Maar zult worden sterk door Christus.

12.   U vijanden zullen buigen, zullen vallen en zullen de ondergang delven. Want Ik ben een Heilig God. Zij zullen weten de God van Israël zal leven, zal regeren tot in eeuwigheid. Amen.

13.   O Israël waar is uw hoop, waar is uw verwachting? Och dat Gij toch woud horen naar Mijn stem.

14.   Bid tot Mij en Ik zal u genezen. O Israël Mijn liefste. Dat is ten ware dat ik voor u gestorven ben.

15.   Veracht mijn bloed niet, drinkt en gedenkt Mijn bloed dat uitgegoten is tot een volkomen verzoening voor al u zonden.

16.   Roept Mij aan , want Ik zal u verlossen en gij o Israël zeg Ik dan u.

17.   Heden zo gij Mijn stem hoort en belijden zal. Ik zal u opnemen tot in de eeuwige Heerlijkheid. O Israël al waardet dat gij naar Mijn roepende stem Hoorde.