Artikel 6 John Knox deel 2

Artikel 6 John Knox deel 2

Als een lopend vuurtje ging het door de stad. Heb je het al gehoord? John Knox is terug gekomen. Twee jaar had Knox op de Galleien gezeten en de man had er aardig onder geleden. Hij was verouderd en grijs geworden. In de tussenperiode hier in Sint Andreas had zich nog een voorval afgespeeld. Een oude man van omtrent tachtig jaar was tot bekering gekomen en trok rond in Schotland om het evangelie van Christus te prediken. Al snel kwamen de vijanden hem op het spoor en door verraad werd hij al spoedig gevangen genomen en op de brandstapel gebracht. Daar sprak hij die diepe woorden uit. ‘Wat mij betreft, ik ben oud en zal niet lang meer leven. Maar honderden beteren dan ik zullen verrijzen uit mijn as.’ Ja het bloed der martelaren is het zaad van de kerk. Voor de terechtstelling hadden ze gauw iemand vanuit het hof tot rechter laten aantreden omdat geen enkele wereldlijke rechter hem wou veroordelen. En ook de koopmannen onder het volk werkten zoveel mogelijk tegen. Ze verkochten geen touw meer wat voor de brandstapel gebruikt zou kunnen worden.

En nu ineens sloeg het als een bom in, in een vergaderruimte van de provinciale Synode. Knox was terug gekomen. Nee hij was niet bang om naar zijn land terug te keren ondanks de hevige vervolging. Nee dat evangelie van Christus was hem heilig dat moest en zou gepredikt worden!  En hij wist God zou eens het volk verlossen van deze tirannie! De mannen aan de vergadertafel schrokken zich naar. Wat moesten ze doen? Ze hadden korte tijd geleden vier predikanten gevangen genomen en waren ze van plan om ze te laten verbranden zoals ze met Walter Mill handen gedaan. Deze sprak de profetie uit dat er niemand na hem nog op de brandstapel zou sterven omwille van het geloof in Schotland. Mede door deze profetie waren hun vijanden extra verbitterd om deze predikanten juist te laten verbanden zodat de profetie niet in vervulling kon gaan. Maar nu ineens dat nieuws Knox was terug gekomen. De man waar het Schotse volk behoefte aan had. In Schotland stond op het punt een burgeroorlog uit te breken. Er werd besloten de vier predikanten voor te leiden in Glasgow voor de koningin. Aldaar zou hun doodvonnis uitgesproken worden. Doch toen John Knox dit hoorde was hij vast besloten om met deze predikanten mee te gaan. ‘ik laat mijn broeders in de nood niet alleen.’ Al snel kwam dit bericht bij de koningin terecht, zij had zoveel gehoord over Knox dat ze er niet over peinsde hem in haar paleis te ontvangen. Vervolgens vaardigde zij een bevel uit dat de predikanten niet voorgeleid zouden worden maar werden op een laffe manier vogelvrij verklaard. Heel Schotland sprak hier schande van en niemand dacht er nog aan in geheel Schotland om John Knox en de andere predikanten nog wat aan te doen. Zo kwam de profetie van de stervende Walter Mill op de brandstapel toch uit!

Nog enkele malen ging Knox voor in Sint Andreas. Hij had het verlangen gekregen om nog eenmaal te prediken in deze kathedraal. Op de galleien waren ze langs Sint Andreas gevaren en hij had het zonlicht zien schitteren op deze kathedraal en geloofde vast dat de Heere hem nog een keer de gelegenheid zou geven om in deze kerk te prediken. De plaats waar hij in gevangen werd genomen. Ze hadden de verdediging niet stand kunnen houden en de stad was in de handen van de vijanden gevallen na lange onderhandelingen en Knox was weggevoerd naar de Galleien ondanks de belofte dat hij zou mogen waar hij wou werd deze belofte gebroken.

In een klein huis zaten mannen bij elkaar. Het waren de hoofden van de Schotse Hervorming. Knox was ook aanwezig. Morgen zou Knox preken in de kerk van Sint Andreas. Alleen nu was er een bericht komen van de Aardbisschop dat als hij zou preken in die kerk dat ze hem van de preek stoel zouden afschieten. Toen de mannen dat hoorden waren ze vast besloten om de preek van morgen niet te laten doorgaan. Het zou een bloedbad kunnen worden want er waren honderd soldaten van de Aardbisschop in de stad en bovendien op vijf uur afstand bevond zich nog een leger van de Franse Koningin. Doch Knox was een moedig man en sprak; ‘Wanneer wij dit plan, op het ogenblik dat wij het zullen gaan uitvoeren zouden opgeven, zou dit een bewijs zijn van zwakheid en waarvan de gevolgen niet over te zien zouden zijn.’ Hij had eens de kerk zien schitteren vanuit de galleien en tegen de verwachtingen in heeft de Heere het geleidt dat die hoop in vervulling zou mogen gaan. dat was zijn diepe wens. ‘Maar dominee, wij hebben geen soldaten genoeg om u te verdedigen!’ ‘Ik begeer ook geen wapens en soldaten’, zei Knox. ‘De Heere Wiens ere ik zoek, zal mij tot een schild zijn. Ik vraag u alleen om gehoor te worden, belet mij dit nu niet!’

Knox was een moedig man, ‘als we nu zouden durven is de Hervorming gered in Schotland zei Knox, indien we laf zijn is de Hervorming in Schotland verloren vrienden vergeet dat niet!’ Met een bevend hart gaven de heren hun verzet op en de volgende dag stroomde de kerk vol. Edelen, priesters en burgers verdrongen elkaar om een plaatsje te vinden in de kerk. De kerk zat stampend vol met begerige mensen, hongerig naar het Woord. Het zaad was in hun harten gestrooid en de vervolging had hen niet weerhouden om naar de samenkomsten te komen. Sommigen zaten er uit nieuwsgierigheid en omdat ze Knox eens wouden horen prediken ze hadden zoveel van hem gehoord! Maar het ging niet om Knox, het ging en het gaat om de God van Knox. Een diep stilte hing in de kerk, de mensen dronken de woorden in van het Woord van God. Wie Knox gekend zou hebben zou een dapper man gezien hebben en een vurig prediker, een man die zich toevertrouwde aan de Heere. Ja die niets liever deed dan Zijn Zaligmaker te prediken onder de mensen. Hij preekte over de tempelreiniging, en hij schilderde de kooplieden op de heilige plaats toen Christus binnen kwam en hen uit de tempel wegjoeg. Zijn zware stem schalde door de kerk, en zijn scherpe blik kon je door de ziel snijden. Duizenden zaten in de kerk en tenslotte was er niemand meer wiens hart niet bonsde onder zijn gevoelige taal. De afgodendienst, de aflaten, ja alles kwam aan de orde. Het klonk als de stem van een die meerder is dan Knox sprak. Ja God zelf sprak door middel van Knox tot de gemeente. Verslagen van hart verliet de menigte het kerkgebouw. Na deze kerkdienst werden er de komende drie dagen nog drie toespraken gehouden. Dit optreden van Knox werkte zo beslissend dat Schotland voor de Hervorming gewonnen was.

John Knox. Een vurig prediker, hij ging de moeite niet uit de weg. De bloedige Maria zoals ze genoemd werd omdat ze zoveel mensen had laten ombrengen was bang voor deze man. Omdat ze wist dat Knox niet alleen was. De Heere was met Knox en Hij gaf Knox kracht om in deze tijd van vervolging te mogen zaaien de woorden van het evangelie van God. Nee Maria vreesde Knox meer dan een hele menigte van zijn troepen (kerk), omdat hij een voorbidder was voor de kerk. En zo lieve mensen mogen we dankbaar zijn dat de Heere ook ons land heeft vrij gemaakt van de tirannie van Spanje. Wat hebben er velen voor moeten sterven. Ik hoop over korte tijd nog een mooi artikel te mogen schrijven over Willem van Oranje. Hij verkocht alles om een leger aan te schaffen om ons land te bevrijden van het Spaanse juk. En zijn laatste woorden die uitsprak toen hij stervende was waren: ‘God, wees mijn ziel genadig, God, ontferm u over dit arme volk.’ Ja hij had zijn leven gegeven voor onze vrijheid van Godsdienst. En laten we dat lieve mensen koesteren. Niet zomaar al onze principes voor de grabbel te gooien. Maar een oprecht en standvastig christen zijn zoals Knox. Liever de Heiland te belijden en te sterven dan Hem te verloochen en te blijven leven. Nee Knox ervoer dat ook Gods naam belijden en in Hem geloven is tegen de wereld en haar begeerlijkheden inzwemmen. Maar wetend het gaat niet alleen, al komt er vervolging, al komen er noden in ons leven. God blijft trouw en aan mij zijde. Hij ondersteund mij in het leed dat mij genaakte. Door vuur, door stormen en rampen, Hij gaat met mij mee en voorop. Daarom kon Knox volhouden op de Galleien. Gij Heere , ‘Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht; Uw vrije gunst alleen wordt d' ere toegebracht;
Wij steken 't hoofd omhoog en zullen d' eerkroon dragen. Door U, door U alleen, om 't eeuwig welbehagen, Want God is ons ten schild in 't strijdperk van dit leven, En onze Koning is van Isrels God gegeven.’ John Knox de Hervormer van Schotland. In een o zo roerige tijd leefde hij, maar met één hoop en met één verwachting. Ja mijn hoop en verwachting staat op en is alleen van de Heere. Dat dat ook onze troost mogen zijn! Wat een gezegend mens mogen we dan zijn! Ja wat een wonder dat de Heere Knox wou gebruiken om te prediken tegen de dwalingen van de Roomse kerk, maar wat een nog groter wonder dat na zo lang tijd het ware evangelie weer mocht klinken in de kerk(en). Opdat zondaren niet door enkele woordjes of boetedoening door middel van een priester hun zonden vergeven zouden kunnen worden. Maar nee opdat zondaren gered zouden worden door het bloed van Christus. Hij stierf voor de zondaren en we hoeven niet tot Maria te bidden, maar mogen rechtstreeks toegang hebben tot Gods troon der genade. Laten we ook in onze tijd waken voor dwalingen binnen onze kerken. Dat we niet zouden verslappen, Gods wetten niet meer heilig achten of dat we de samenkomsten van de gemeente versmaden, (wat betekend verachten/ geen zin in hebben). Nee laten we getrouw blijven aan het Woord opdat we staande mogen blijven in een wereld van verzoeking. Dat kunnen we niet alleen, maar met een biddend en een strijdend hart gaat het door de enge poort naar het eeuwige Jeruzalem. “Daar zal ik mijn Heer ontmoeten, 
luistren naar zijn liefdesstem, daar geen rouw meer en geen tranen in het Nieuw Jeruzalem.”

Amen