Vrede met God.

Vrede met God.

 

In mijn hart is het oorlog.

Oorlog met God.

Ik wil genieten van het leven.

En niet luisteren naar Zijn gebod.

 

De Heere doet een vredesvoorstel.

Het is de preek.

Wat ik er mee doe?

Ik verscheur het vredesblad.

 

Ik wil liever neutraal blijven.

Bekering later misschien.

Ik heb een sterke bondgenoot.

De duivel en zijn tirannie.

 

De duivel heeft een plan.

Een nieuwe aanval.

We gaan tegen Gods Woord in.

We verpletteren Zijn vredesliefde.

 

De slachtoffers zijn veel.

Vele erge zonden worden gedaan.

Ook hebben ze een krijgsgevangenen.

Het is Jezus de Zoon van de Vredes Heer.

 

Zijn vonnis is getekend,

een houten kruis staat klaar.

Ik sla de spijkers in Zijn handen

De duivel viert een feest.

 

Het onschuldig bloed stroomt over mijn handen.

Ik kijk er niet naar om.

Ik zie de duivel lachen,

in zijn triomf.

 

Maar er gebeurd iets onverwachts.

De Heere Jezus staat op.

Hij gaat naar het leger van Zijn Vader terug.

De duivel jammert, maar ik zet de strijdt voort.

 

Op een dag worstelt er een Man met mij.

Hij grijpt naar het gewricht van mijn heup.

Het gewricht van mijn heup wordt verwrongen.

De preek is de worsteling.

Het gewricht van de heup is mijn hart.

De preek snijdt mij dwars door het hart.

 

Ik voel de gaten in Zijn handen.

Ik wist wie het was.

Ik had die Man gekruisigd.

Ik voelde in gedachte het onschuldige bloed stromen over mijn handen.

Het bloed van vergeving.

Tranen liepen over mijn wangen.

De  Heere zei, ‘laat Mij gaan’.

Maar ik zei: ‘Ik heb U lief gekregen.’

Ik laat U niet gaan tenzij Gij mij zegent.

De Heere zegent mij en vraagt: ‘wat is uw naam Mijn kind’?

Mijn naam is onderdaan.

Gij zult voortaan leerling, discipel heten.

 

Van oorlog naar vrede door genade

 

20-oktober-2013