Stil vertrouwen

Stil vertrouwen

 

Als de weg waar ik loop zo donker is.

Of schoon ik mensen liefde mis.

In die donkere tunnel, ach waarheen?

Och ware het dat de zon toch scheen.

 

Door die donkere tunnel heen.

Verloor ik vriend en kind.

Het leek of Gods liefde koper was.

De weg waar ik liep, leek als grind.

 

Die tunnel leek geen eind te hebben.

Ik moest al maar verder en verder die donkere tunnel in.

Zonder een keer lucht te kunnen scheppen.

Leek het, of ik was nog bij het begin.

 

Tot er een hand vertrouwen gaf.

Jouw lot is veilig in Mijn handen.

Ook al verdien je de hoogste straf.

Hij versloeg die zondaars banden.

 

En door dat stil vertrouwen.

Ging dat door die donkere tunnel heen.

Met een Gids door de doodse schaduw.

Waar ik anders nooit meer uit verdween.

 

Deze Handen waren het die mij leidde.

Bij elke afgrond hield Hij mij vast.

Opdat ik niet in de afgrond zou glijden.

Door mijn zware last.

 

En in die donkere tunnel gebeurde dit.

Toen mijn voeten niet meer konden, Geen redder was in nood.

Schreeuwde ik in mijn angst tot Jezus.

Hij alleen, met uitkomst in de dood.

 

De woorden die ik wilden bidden.

Haakten in mijn mond.

Wat kon ik beginnen?

In die donkere diepe grond?

 

Doch ik was vergeten achterom te zien.

Daar liep Jezus vol van liefde en van kracht.

Hij pakte mij op Zijn schouders.

En gaf mij Zijn juk, dat was zacht.

 

En door die donkere jaren.

In dat stille vertrouwen.

Raakte ik bij het einde van de tunnel.

Daar zag ik licht, o wat een wonder.

 

En toen ik uit die tunnel kwam.

Zag ik, het was niet voor niets.

Daar lag het eeuwig leven.

Als een schat voor mij versierd.

 

Als ik terugkijk in die donkere tunnel.

Zie ik het, er brand nog licht.

Want God is dichtbij in het lijden.

Waar Hij Zijn Kind in tranen vind.

 

Geen trooster als Hem kan er wezen.

Omdat Hij zich met Zijn Kind verbind.

In zorgen, smarten en in lijden.

Is Hij het, die met lief’ d, Zijn Kind bemint.

 

En wandel je in die tunnel,

Ga met het hoofd omhoog.

Want eens komt er een einde.

Dat die tunnel bereikt, bij hemels Regenboog.

 

Daar stralen alle kleuren,

Daar wordt het hart versterkt.

Bij Hem, in Koninklijke hoven.

Zing ik mijn lied : Ik zal U eeuwig loven.

En weg is dit donker lied.