Prekenserie liefde deel 4 Liefde tot je vijanden.

Prekenserie liefde deel 4 Liefde tot je vijanden.

 

Schriftlezingen:

Leviticus 19:10-18 +33-36

Romeinen 12:9-21

1 Johannes 3 vers 10-15

Lukas 6 ver 27-28

Mattheus 5 vers 43-45

 

Teksten 1 Johannes 3 vers 14c :Die zijn broeder niet liefheeft, blijft in den dood.

Romeinen 12 vers 20 Indien dan uw vijand hongert, zo spijzigt hem; indien hem dorst, zo geeft hem te drinken; want dat doende, zult gij kolen vuurs op zijn hoofd hopen.

 

1.       De wet van deze liefde ( Leviticus 19)

2.       De plicht van deze liefde

3.       De strijdt van deze liefde

4.       Het wapen van deze liefde

5.       Het gehoorzaam zijn aan deze liefde

 

1.De wet van deze liefde.

 

Gemeente afgelopen week hebben we stil gestaan bij het liefhebben van onze naaste. Het helpen, bemoedigen, er zijn voor de naaste. Maar vandaag staan we bij een heel ander aspect van deze naastenliefde stil. Namelijk de liefde tot je vijanden. Iets wat heel moeilijk is in het leven van Gods kinderen. Van alles is je aangedaan en hoe kan je dan zo de ander vergeven?

 

Moet je maar is denken aan zo’n I.S strijder. Die vele vrouwen verkracht, christenen onthoofd, daar filmpjes van online zet. En zelfs een zelfmoord aanslag pleegt waarbij vele onschuldige burgers het leven verliezen. Denk maar even terug aan Parijs twee weken geleden. En dan zo’n persoon te vergeven. Hoe kan je dat? Hoe kan ik dat? Iemand die zoveel je heeft aangedaan , ook andere mensen. Hoe kan je werkelijk zo iemand vergeven? Daar kom ik straks nog even op terug.

 

Maar eerst de wet van deze liefde. Zoals we de vorige keer hoorden is dat liefhebben geen nieuw gebod, maar al een oud gebod van het beginne van de bijbel. De wet van deze liefde hang samen in al Gods geboden. Wat zegt Leviticus ons over de naastenliefde?

 

We merken al op dat boven het hoofdstuk staat: Huiselijke en burgerlijke wetten. Eigenlijk best wel mooi. Dat was een van de vele richtlijnen waar het volk Israël onder moest leven. Daar schieten wij in Nederland veel in te kort. Wij hebben ook wetten. Maar vaak zijn onze wetten zo op ons zelf gericht. Word ik er beter van. Als je het huidige belastingstelsel hoort. Dat de tweeverdieners veel minder belasting hoeven te betalen als één eenverdiener. En gezinnen die minder kindertoeslag krijgen omdat ze meer dan 2 kinderen hebben. Het is toch te zat voor woorden. De SGP doet er dan ook alles aan om ook voor de eenverdieners een eerlijke lijn te krijgen met betrekking tot belasting geld en kindertoeslag.

 

En ook niet over de vreemdelingen in onze maatschappij te spreken. De vluchtelingen. Allen die over één kam worden geschoren. “ Het zijn allemaal IS- strijders”. Die mensen vluchten juist van IS vandaan voor het wrede geweld wat daar plaats vind en we willen hen dat in de schoenen schuiven. We hebben geen plaats voor hen. De grenzen moeten dicht vindt Nederland. Rutte wil grens bewaking. En dat is op zich geen slecht idee. Maar ook de vluchtelingen die werkelijk voor het geweld op de vlucht zijn. Laten we die voor de poorten van Europa staan? Wat als wij dat waren geweest? Wat als onze kinderen daar stonden met bijna geen kleding aan en het weinige voedsel wat ze bij zich hebben? Maar ook binnen Nederland. Mensen kijken schuw naar die vluchtelingen. Ze doen net alsof het beesten zijn. Zo onmeedogenloos naar de naaste te kijken.

 

Zo heeft ook vandaag dit hoofdstuk van de wet der liefde ons veel te zeggen. In Israël was dit heel anders geregeld. Daar waren er wetten hoe je met de naaste en de vreemdeling moesten omgaan.

Zo ook lezen we in Leviticus 19 vers 10 dat de hoeken van het veld nooit geoogst mochten worden of dat alles wat geoogst was en wat uit de kar viel dat, dat moest blijven liggen. Dat was voor de armen en voor de vreemdelingen bestemd. In onze taal zou je kunnen zeggen dat is voor de mensen die geen werk meer hebben (werkeloos) en voor de mensen die hier als vluchteling verkeren. En waarom dan? Omdat zegt vers 10 :Ik de Heere ben uw God. De Heere is ook een Heere over de vreemdelingen en voor de armen. Psalm 146 zegt niet voor niets. T’ is den Heer die vreemdelingen met een wakend oog beschouwd.  Weeuw en wees in twist gedingen en in kommer staande houd. Hij de Heere is ook een God van de armen, van de verdrukten , van de vluchtelingen.

Het is toch raar hoe wij in Nederland zo onbarmhartig met deze mensen omgaan en ook de regering. Dat zelfs Koning Willem Alexander zich er tussen moet mengen in het belang voor de vluchtelingen. En wat niet te denken van het Rode Kruis. 20% van de 1300 ondervraagden vrijwilligers van het Rode Kruis wil geen vrijwilligerswerk doen voor vluchtelingen. Waar zijn we mee bezig?

 

Hoe gaan we met de naaste om? In Leviticus 19 vers 11 wordt ook gesproken over het  bestelen van de naaste en het valselijk handelen. Daar wordt niet alleen diefstal mee bedoelt zoals je iemand zijn geld of goederen steelt. Ja dat ook maar ook het afzetten van de naaste. Zoals de regering doet is eigenlijk ook een soort van stelen van de armen. Eén verdieners meer geld af te troggelen dan twee verdieners. En ook de ouderen zorg, waar steeds meer op bezuinigd wordt en ouderen die een goed pensioen hebben opgebouwd veel moeten betalen aan de regering. De regering steelt van de naaste. En hoe gaan wij met de naaste om. In ons bedrijf? Geven we de werknemers waar ze recht op hebben of proberen we in te spelen op de economie? Het personeel is toch genoodzaakt te blijven werken in ons bedrijf want het komt in deze tijd niet meer snel aan de bak.

 

Er worden dan op allerlei dingen bezuinigd of er wordt gesjoemeld met de arbeidsvoorwaarden. Het bestelen van het personeel. Om er zelf beterder van te worden. Dat is nu Anno 2015 aan de gang. Hoe komt dat dan? Omdat ons land niet meer afhankelijk wil zijn van het Woord van God. Het wil zijn  eigen rechten en eigen plichten bepalen. Gelukkig zijn niet alle wetten verkeerd. Je hebt de ziektewet en je kan een uitkering krijgen van de overheid als je werkeloos bent. Ook al is dat loon klein wat je daarvan ontvangt, maar toch is het bijzonder in vergelijking met andere landen. Waar ze doen aan kinderarbeid. Of waar je als je ziek bent zelf maar moet uitzoeken hoe je aan je eten komt.

 

Opvallend is dat in dit gedeelte elke keer de zin begint met gij zult. Het is dus niet een voorstel van God waarvan Hij zegt : kijk maar wat je ermee doet. Maar het is een gebod!

Denk maar aan de tien geboden die we elke zondagochtend horen. Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. Gij zult niet stelen. Gij zult niet doodslaan.

 

Kortom God gebied ons, naar Zijn geboden te luisteren en die te onderhouden. En in Leviticus gaat het hierbij voornamelijk om de richtlijnen  naar de naaste. Net hoorden we dat we niet mogen stelen van de naaste. En dat ook in betrekking tot de overheid die geld steelt van de armen. Maar er zijn ook andere manieren waardoor je steelt van de naaste.

 

David die zijn oog laat vallen op de vrouw van Uria. Bathseba. Hij pleegt overspel met haar. Tot grote gevolgen. Bathseba is zwanger. En omdat te verbloemen verzint David een plan. Als Uria een paar dagen terug is uit het leger vraagt hij aan Uria of hij niet thuis wil slapen bij Bathseba. In de hoop dat ze samen die avond geslachtsgemeenschap zouden hebben. Maar Uria wilde bij de anderen van het leger blijven. Dan verzint David een gemeen plan. Hij stelt Uria op in het voorste gedeelte van het leger. Waardoor de kans groot is dat Uria sterft.

 

En dat plan van David lukt, Uria wordt gedood. Vervolgens neemt David Bathseba ter vrouw. Niemand zal het ooit te weten komen dacht hij. Maar toch, de profeet Nathan kwam naar David. Die vertelde over die arme man die  één schaap had en die rijke man die vele schapen had. En toen die rijke man gezelschap verwachtte en hen iets te eten wou voortzetten nam hij het schaap van die arme man. Het enige schaap wat hij had en slachtte het. David: zei “die man moet gedood worden”. Toen zij Nathan : “Gij zijt die man.”

 

David die meerdere vrouwen had nam die ene vrouw van zijn naaste af. Ja gemeente zonde kan ver gaan. En zonde brengt nog meer zonde met zich mee. David kwam daarachter. Zijn dochter werd verkracht, Zijn zoon Amnon vermoord en Absalom zijn zoon die een staatsgreep pleegde. En David van zijn troon wou stoten.

 

Zonde blijft nimmer ongestraft. Maar wacht op de toorn van God. Stelen hoeft niet alleen geld te zijn of goederen , maar kan al beginnen met het begeren van de naaste. De lust om die vrouw die al een man heeft om daar mee naar bed te gaan. Of de lust om dat wat de naaste heeft ook te hebben. Jaloezie een van de grootste oorzaken van de zonde.

 

David nam die ene vrouw van Uria af terwijl hij al zoveel vrouwen had. Zo kan zonden gaan gemeente ,meer willen hebben en steeds weer meer. Zo gaat het dikwijls in het leven van de mensen die opgaan in de wereld. Dorsten naar telkens weer meer. Maar in Christus die fontein Gods. Als je daarvan drinkt wordt het water van Hem in je tot een fontein. Dan heeft de wereld je niets meer te bieden.

 

Leviticus 19 vers 14: Gij zult den dove niet vloeken, en voor het aangezicht des blinden geen aanstoot zetten; maar gij zult voor uw God vrezen; Ik ben de Heere!

 

In die tijd was het een gewoonte dat men dacht dat als iemand blind was of doof , of een handicap had dat mensen dachten dat zij of hun ouders wil erg gezondigd moesten hebben. Hoe kon anders zoiets gebeuren? Dikwijls werden die mensen dan ook veracht of bespot of verlaten. Denk maar eens aan die man die daar zovele jaren lag in Bethesda. Niemand zag naar die man om. Maar Christus wel. Hij stond op en liep tot die man en zei: “sta op en wandel”.

 

Maar ook in deze tijd zijn  er mensen die mensen met een handicap bespotten. Blinden uitlachen of over dove mensen grapjes maken. Misschien kennen jullie dat voorbeeld wel uit de bijbel over Elisa. Die man had weliswaar geen handicap maar werd toch bespot vanwege dat hij kaal was. En weten jullie wat de straf van God was kinderen? Die mensen , die jongeren die Elisa uitlachten werden door  woeste beren verscheurd. God laat niet spotten met Zijn profeet Elisa.

 

Zo ook deze dag hoe gaan wij om met de naaste die een handicap hebben? Bespotten wij hen omdat ze anders zijn als wij? Ook gehandicapten mensen kunnen Gods kinderen zijn. En wat de Heere zei: Wie Mijn volk aanraakt, raakt Mijn oogappel aan. Dominee Koppelaar gaf hier een mooie uitleg van.

 

Degene die dit gedeelte vertaalt hebben naar onze Statenvertaling hadden dit anders moeten vertalen. Immers een mens kan niet Gods oogappel aanraken zei hij. Maar wel je eigen oogappel.

Wat gebeurd als je, je oogappel aanraakt? Je kan niet goed meer zien, je uitzicht raakt vertroebelt.  Iedereen die Gods volk, Zijn kinderen aanraakt, raakt zijn eigen oogappel aan. De ondergang van jezelf. Je kan niet meer zien. Je weet niet meer wat je doet.

 

In Leviticus 19 vers 15: Gij zult geen onrecht doen in het gericht; gij zult het aangezicht des geringen niet aannemen, noch het aangezicht des groten voortrekken; in gerechtigheid zult gij uw naaste richten.

 

Aan dit vers denk ik terug aan die geschiedenis van Izebel. Koning Achab liet zijn oog vallen op een wijngaard die dicht bij zijn paleis lag. Hij vroeg of hij die kon kopen van Naboth. Maar Naboth wou die wijngaard niet verkopen omdat dit zijn erfenis was van zijn voorgeslacht. Achab was woest. Hij wou en zou die wijngaard wel krijgen. Koningin Izebel verzon een gemeen plan. Ze zocht valse getuigen die zeiden dat Naboth de naam van God gelasterd had. Waardoor hij vervolgens gestenigd kon worden.

 

Zij deden onrecht in het gericht. Wat betekende hun ondergang. Het bloed van Izebel zou opgelikt worden door de honden. En het geslacht van Achab zou uitsterven al wat mannelijk was zou sterven en hun vlees zou gegeten worden door de honden van het veld en gevogelte van de hemel.

 

Er zijn ook wel is recente voorbeelden dat mensen vals getuigen en dit met een eed doen. Ooit hoorde ik hier ook een verhaal over. Een vrouw die beweerde dat ze dit geld niet gestolen had en zij zwoer bij God. Even later viel zij dood neer. God laat Zijn naam niet misbruiken door leugens.

 

Wat een voorbeeld gaf Salomo hierin. Die bad om wijsheid om dit volk te richten. Later toen ook met die twee vrouwen. Die geschiedenis kennen jullie vast kinderen. Die twee baby’s waarvan de één gestorven was. En nu die vrouwen ruzie maakte om die ene levende baby. Van wie was die baby? En Salomo mocht er door zijn wijsheid door God gegeven ,antwoordt op vinden. Door net te doen of dat die ene baby gedood zou worden. Hierin werd de ware moeder kenbaar. Nee geef het dan maar aan haar. Salomo zei:  Dit is de moeder. Die moeder wilde koste wat kost dat haar kind bleef leven dan maar bij die andere vrouw.

 

Maar ook zegt vers 15 mag je niet de ene voortrekken. Niet het aangezicht van de grootten , noch van de kleine aan te nemen. Allen gelijk in het gericht. Niet de ene een ander proces te geven omdat hij uit een groot of beroemd geslacht komt of omdat hij of zij in aanzien staat onder de mensen. Of die vrouw die zoveel misdaan heeft niet te straffen omdat ze zo ellendig leven dit en dat heeft gehad zegt haar advocaat dan. Te richten in gerechtigheid.

 

Gaan wij ook in dit punt zo met de collega’s op ons werk om. De een voor te trekken omdat hij populair is. En degene die je niet mag , die promotie verdient geef je het hem expres niet. Of dat meisje in de klas van jou wat altijd lelijk tegen jou doet. Hoe ga je daar mee om? Als de situatie haar voordient dat je eindelijk dat meisje terug kan pakken doe je dat?

 

Romeinen 12 vers 17: Vergeld niemand kwaad voor kwaad.

Zo komen we gemeente bij onze tweede gedachte :

 

2.De plicht van deze liefde.

 

Lukas 6 vers 27 en 28: Maar Ik zeg ulieden, die dit hoort: Hebt u vijanden lief; doet wel degene die u haten. Zegent degene, die u vervloeken, en bid voor degene, die u geweld doen.

 

Als christen in deze maatschappij je vijanden lief te hebben valt niet meer. Velen die je van alles aandoen. En dan je naaste lief te hebben. Hoe kan ik dat? Je zegt me naaste liefhebben kan ik nog wel. Maar hoe kan ik mijn vijanden ooit liefhebben? Zij die mij geweld aan doen? Hoe kan ik ooit hen vergeven?

 

Ik noem maar een voorbeeld: Een vrouw die verlaten wordt door haar man, omdat haar man er met een ander van door gaat. Hoe je ooit je (ex) man kan vergeven?

 

Om dit te kunnen moeten we onze ogen opwenden naar het kruis. Daar gaf Christus het volmaakte voorbeeld. Hij had Zijn vijanden lief. Vader vergeef het hun want zij weten niet wat zij doen. En Hij keek Zijn vijanden o zo vriendelijk aan. Milde handen vriendelijk ogen zijn bij U van eeuwigheid. Hij bad voor vergeving van de zonden van Zijn vijanden die Hem net aan het kruis hingen. Hij bad voor degene die Hem geweld aandeden. Hij bad voor diegene die Hem sloeg in Zijn gezicht. Hij bad voor Pilatus die Hem onschuldig liet sterven aan het kruis. Hij bad voor degene die Zijn klederen aan het verdelen waren. Hij bad voor degene die Hem even later een spons met edik zou te drinken geven. De moordenaar aan het kruis vroeg er al om. Gedenk toch mij, als U in Uw koninkrijk gekomen zult zijn. Zijn zonden werden vergeven aan het kruis. Het bloed stroomde daar al voor die moordenaar. Uw bloed is mij zondig mens genoeg. En ook aan het kruis bad Hij voor de mensen die vandaag 2015 Hem opnieuw kruisigden aan het kruis. Vergeef het hun Vader want zij weten niet wat zij doen.

 

En kunnen wij vandaag de dag dan nog zeggen, als Christus mij vergeeft , ik kan mijn vijanden niet vergeven? Ik weet uit ervaring hoe moeilijk dat kan zijn. Ik heb een zeer moeilijke jeugd gehad met een broer die alles verpeste in mijn leven wat hij verpesten kon. Hij was weliswaar autistisch, dat hij sommige dingen toch niet helpen kon. Maar hoe moeilijk dat voor mij geweest is. Het heeft diepe sporen met zich mee getrokken in mijn leven , die  sporen die ik vandaag nog steeds zie opduiken. En als we dan samen op een verjaardag zijn zou ik hem het liefst willen vermijden.

 

Zo is ons hart toch gemeente. Geneigd om God en de naaste te haten.  Mattheüs 5 vers 43-45: Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult uw naaste liefhebben en uw vijanden zult gij haten. Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief; zegent ze, die u vervloeken, doet wel degene die u haten; en bid voor degene die u geweld aan doen, en u vervolgen. Opdat gij moogt kinderen zijn uws Vaders, Die in de hemelen is; want Hij doet Zijn zon opgaan over bozen en goeden, en regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.

 

Christus leert ons het tegenovergestelde van ons gevoel. Niet meer onze vijanden te haten maar lief te hebben. Omdat zegt : Romeinen 12 vers 20 Indien dan uw vijand hongert, zo spijzigt hem; indien hem dorst, zo geeft hem te drinken; want dat doende, zult gij kolen vuurs op zijn hoofd hopen.

 

Opdat uw vijand als ik het zo moet zeggen gemeente beschaamd zal worden. Je vijanden gaan het zien. Niet zij , zijn verkeerd maar ik ben verkeerd. En  hun schuld gevoel wordt met de dag groter. Kolen vuurs worden op zijn hoofd geworpen. Hij gaat zich schamen.

 

Het kan zo moeilijk zijn om zo te doen tegen je vijanden. Maar als Christus het deed waarom zou ik het dan niet kunnen?  Ik vermag alle dingen door Christus die mij kracht geeft. Zijn bloed wat mij reinigt van alle zonde. Die liefde kan niets anders dan naar de naaste zich te laten schitteren.

Je gaat je vijanden liefhebben, je gaat ze zegenen.

 

Hoe mooi is dat als je ziet hoe het Woord wordt waargemaakt in die vervolgde landen. Ze bidden , ze zingen , ze roemen, ze evangeliseren in de gevangenis. Ze bidden voor de mensen die hen vervolgen die alle kwaad over hen spreken, die hen van alles aan doen.

 

Dat gaat niet uit hun zelf. Maar dat gaat door het bloed van het Lam. Daar is immers kracht in het bloed van het Lam. En als dat bloed van Hem in jouw leven komt, krijgt het ook kracht om dat naar de naaste zich te laten schijnen. Ik vergeef je niet omdat ik het kan, niet omdat Hij het wil. Ja dat ook natuurlijk, maar omdat ik je lief heb. Omdat je verloren gaat als je zo door gaat. Of tegen je man die er met een ander vandoor was gegaan. Ik vergeef je, omdat Christus mij heeft vergeven.

 

Christus het volmaakte voorbeeld die ons leert vergeven. We zullen er straks nog bij stil staan dat, dat zo’n strijdt kan zijn ,onze volgende gedachte. Maar Christus liet Zijn liefde zien aan Zijn vijanden al in Gethsemane. Toen al die gewapende mannen kwamen om Jezus mee te nemen. Sloeg Petrus een van hen het oor af. De knecht van de hogepriester: Malchus. Maar wat deed Jezus? Pakte Hij ook en wapen en ging Hij ook tegen deze gewapende bende in? Nee Hij pakte het oor van Malchus op en zette het weer aan zijn hoofd. Wie het zwaard neemt zei Hij ,zal door het zwaard vergaan. De vijand versla je met het Woord van de Geest niet door geweld.

 

Vers 19 Romeinen 12: Wreekt uzelven niet, beminden, maar geeft den toorn plaats, want er is geschreven: Mij komt de wraak toe; Ik zal het vergelden, zegt de Heere.

 

Wij hoeven niet te oordelen, wij hoeven niet onze vijanden het betaald te zetten waar we denken dat ze recht op hebben. Mij komt de wrake, IK zal het vergelden. Nu is het Zijn tijd nog niet. Maar eens zal Hij recht spreken op de grote oordeelsdag.

 

Dat kan moeilijk zijn, om te wachten op die dag, om te bidden voor je vijanden. Om hen niks aan te doen. Geen oog om oog, geen tand om tand. Want zou het dan een puinhoop worden in deze maatschappij. Wat zie je dat ook vaak in de onderwereld de een vermoord de ander en die ander wordt later weer vermoord. Nee laten we de wraak en de toorn aan de Heere overlaten.

 

Laten we de naaste , je vijanden misschien? Oproepen tot verzoening. Ik vindt dat mooi om te zien dat de EO ook een programma heeft gemaakt om familieruzies uit te praten en weer bij elkaar te komen. Wat helaas niet altijd lukt of bij sommige later weer misloopt. Maar gewoon tegen de ander te zeggen ik was fout. Wij zijn alle twee fout geweest, laten we erover stoppen. Of laten we het uitpraten.

 

Wie zijn naaste niet vergeeft kan nooit vergeven worden door de Heere. En dan heb ik het ook specifiek over de mensen die om vergeving vragen bij de naaste. Je kan toch niet als God jou vergeeft de ander vergeving weigeren? Wij zijn immers even slecht. Wij alle twee zondaars. Misschien herinnerd u het zich nog dat ik in de vorige preek het voorbeeld noemde van twee mensen die zich met elkaar verzoenden bij het Heilig Avondmaal. Maar anderzijds geeft dit ook vragen. Aan de tafel des Heeren gaan al ruziënd. Mooi dat het bijgelegd kan en mag worden. Maar er zijn ook mensen die aangaan aan het Avondmaal terwijl ze niet mogen gaan. In het formulier om het Heilig Avondmaal te houden staat het zo: Kijvers en alle die in haat en nijd met hun naaste leven, alle die een ergerlijk leven leiden. Deze allen zolang ze in zulke zonden blijven , zullen zich van de spijs ( Welke Christus alleen voor Zijn gelovigen verordineert heeft) onthouden. Opdat hun gericht en verdoemenis niet des te zwaarder worden. Wie dan zo aan het Heilig Avondmaal gaat drinkt zichzelf een oordeel. Niet het oordeel! Maar begaat een grote toorn in de ogen van God.

 

Laten we elkander liefhebben zoals vers 18 zegt uit Romeinen 12: Indien het mogelijk is , zoveel in u is ,houdt vrede met alle mensen. Niet als een haat en ruziezoeker door de wereld te gaan. Maar in vrede te leven met en om de naaste. Zoveel mogelijk vrede te houden met alle mensen die God op jouw pad plaatst. En mocht het dan eens onvrede worden. Verzoen u met elkander. Ja maar er is zoveel tussen ons beiden gekomen… Als we elkaar zien dan begint het al. Jij doet dit en jij doet dat. En dan begint de één met zijn vinger te wijzen. Stop daar toch mee allebei! Verzoen u met de ander. Hoe dan? Om als eerste elkander te respecteren en lief te hebben en daarna pas als tweede in liefde en geduld alles uit te praten.

Want een moeilijk punt gemeente je naaste liefhebben dat lukt nog wel, maar je vijand? Want een strijdt geeft dat:

Onze derde gedachte:

 

3.De strijdt van deze liefde

 

We stonden er straks al een beetje bij stil hoe moeilijk het kan zijn om je vijanden lief te hebben. Dan kom ik ook weer even terug op het begin van de preek. Hoe kan je zo’n IS strijder liefhebben?

 

U hebt er veel over gehoord neem ik aan. Parijs. Vele mensen zaten aan de televisie of de radio gekluisterd. Allen in angst en onzekerheid wat gebeurd er allemaal in de wereld? Radicale moslims die op grond van de Koran een aanslag plegen waarbij 180 mensen het leven lieten in Parijs. En nog is vele gewonden vielen. De hele wereld stond in shock. Wat gebeurd  er en hoe hadden we dit ooit kunnen voorkomen?  Al die familieleden die te horen kregen dat hun broer, zus, vrouw, of man was omgekomen. Wat een haat kan dat geven tegen moslims. Hun godsdienst keurt dit goed. Gelukkig zijn er ook moslims die hier afstand van nemen. Maar om te zien al die onthoofdingfilmpjes op internet. Het is geen godsdienst meer maar een doodsdienst. Die lust van de IS strijders om zoveel mogelijk mensen te doden, zelf soms hun eigen geloofsgenoten.

 

Hoe kan je ooit zo iemand vergeven, als hij tot bekering komt? Voor vele christenen in de eerste eeuw na Christus was het erg moeilijk om Paulus te vergeven en hem als apostel te erkennen. Paulus had vele christenen vervolgt, vele christenen had hij meegevoerd naar de gevangenis en sommige ook vermoord. En Paulus dacht dat Hij dit kon verantwoorden op het Woord van God.  Tot hij werd stil gezet op de weg naar Damascus. Saul, Saul wat vervolgt gij Mij?

 

Deze man die later zoveel heeft betekend voor het Evangelie en de verspreiding hiervan en vele dwalingen bestrijd zegt: Ik heb de loopbaan gestreden, het geloof behouden, voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardiging,. Paulus kwam tot inkeer van zijn zonde en hij mocht door genade weten dat ook het bloed van Christus hem reinigt van alle zonden.

 

Dan een vraag aan u gemeente? En geef daar vanochtend is eerlijk antwoord op. Zou u Paulus hebben vergeven? Zou u een woeste IS strijder hebben vergeven die later toch bekering kwam?

 

Er was eens een predikant ik weet alleen zijn naam niet meer. Die had de gave van God gehad om vergeving te prediken aan een van de grootste mannen van Duistland ooit rond de Tweede Wereldoorlog. Adolf Eichmann. Deze man was verantwoordelijk voor vele honderdduizenden joden die naar de gaskamer gingen. En die man werd vergeving aangeboden middels die predikant. Maar het antwoord van Adolf Eichmann was dat hij die vergeving niet nodig had. En zo ging hij later onverzoend met God de dood in. Onherroepelijk gestraft.

 

Ik moest eens denken aan Hitler. Zelfs Hitler zou vergeving kunnen gekregen hebben. Een man die zichzelf als God profileerde een man die verantwoordelijk was voor alles wat er met de Joden en de mensen in de werkkampen gebeurden. Maar hij deed de zonden tegen de Heilige Geest. En als je die zonde doet ben je verhard. Zoals Farao die Israël keer op keer niet wilde laten gaan en later zelf de Rode Zee in ging en daar met zijn leger ten onder ging.

Hitler deed de zonde tegen de Heilige Geest. Hij wilde als God heersen, hij had geen vergeving nodig.

 

En gemeente als er voor hen vergeving mogelijk was, is er ook toch ook voor ons vergeving mogelijk? Hebben wij het er nog slechter afgebracht? En als dat zo zou zijn. Komt herwaarts tot Mij allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven. Geef u zonden over aan Mij. En uw pak ligt in het lege graf van Christus.

 

Stefanus bad te midden voor zijn vijanden die hem doodden. Paulus stond daarbij en oneerbiedig gezegd misschien en hij keek ernaar.

 

Gemeente en u vandaag? Gaat u  vandaag bidden voor uw vijanden? Dat is het beste wapen ooit! Door het gebed kunnen vijanden bekeerd worden. Wat kan dat moeilijk zijn als je, je vijanden ziet dat ze nooddruft lijden. En dan te gehoorzamen aan het Woord. Indien dan uw vijand hongert, zo spijzigt hem; indien hem dorst, zo geeft hem te drinken;

 

Ik moest even denken aan voorbeeld hierbij. Er was ooit een man in de Tweede wereld oorlog. Die een Duitse soldaat de hele dag in de kou zag staan bij een paar kapotte legervoertuigen. En hij voelde die man heeft nog niets gegeten de hele dag niet. Ik moet hem eten geven. Hij gaf die Duitse soldaat te eten. Het was zijn vijand. Maar daar keek hij niet naar. Hij deed wat hij  moest doen, amen op het Woord zeggen.

 

Wat een strijdt in het leven van Gods kinderen. Je kan anders behandeld worden omdat je een christen bent. Je kan vernederd en vertrapt worden door alle mensen om je heen en dan toch niemand kwaad voor kwaad te vergelden. Niet zoals een Kaïn je broeder dood te slaan. Of diegene dood te wensen. Want wie zijn broeder niet liefheeft blijft in de dood. Blijft en wandelt in de duisternis. En waar duisternis is, is de Heere niet. Daar werkt de duivel de vader van alle kwaad. Daar woont de duivel in de harten, en heerst hij door nijd, oorlog en toorn. Nee de Heere zegt niet dat je de wereld niet mag haten. Want de wereld is dood. Doch wij die overgaan zijn uit de dood in het leven. Dan kan je de wereld haten. De wereld die al haar heil en geluk in de aardse dingen zoekt. Zonder wetend dat deze aardse dingen tijdelijk zijn en vergaan. Maar die wil van God doet blijft tot in eeuwigheid. Maar waar de liefde is, in Christus , is Hij in Woord en daad aanwezig. Hij geeft wat nodig is om de naaste lief te hebben.

 

Overal waar je belaagd wordt omdat je gelooft in Christus. Of misschien in je klas waar je als enigste christen bent. Waarbij de rest je kan uitlachen , kan uitspuwen. Maar om dan toch in de liefde van Hem je naaste lief te hebben. Voor hen te bidden.

 

Zo gemeente komen we bij onze vierde gedachte: Het wapen van deze liefde.

 

4.Het wapen van deze liefde.

 

Gemeente deze liefde naar vijanden is een zo ander wapen als de wereld denkt te hebben. In de wereld gaat het oog om oog , tand om tand. Het ene volk valt het ander aan en zo blijft het constant gaan. Jij valt mij aan , ik jouw. En waardoor komt dat? Door de haat die in diepe van ons hart in heel ons bestaan is gewikkeld. Door de zondeval kwam de haat in de wereld. Denk maar eens aan de eerste die stierf na de zondeval. Dat was Abel. Abel die offerde en Kaïn die offerde. Maar het offer van Abel werd aangenomen en het offer van Kaïn werd niet aangenomen. En waarom dat offer van Abel wel dan en niet van Kaïn? Kaïn diende God niet men zijn hart, maar Abel wel.

 

Voor de eerste keer werd er iemand vermoord. De haat in het hart van Kaïn wreekte zich over zijn broeder.

En sinds de zondeval ligt ons allemaal die haat in het hart. Misschien laat u het niet altijd merken, maar toch soms kan je wel is denken , ik wou dat diegene, of die nooit geboren was geweest. Je wenst hem dood! En de bijbel leert ons niet dat alleen daden zondig zijn, maar ook de gedachtes.

 

Jullie kennen vast wel Corrie ten Boom. Zij kwam met haar zus in een concentratiekamp terecht nadat ze Joden een onderduikadres had gegeven in haar huis. In dat kamp waar ze naar heen gevoerd was Ravensbrück stierf haar zuster Betsie. In dat kamp waren vreselijke kampbewakers die moesten zorgen dat de vrouwen bleven doorwerken zonder uit te rusten. En die bewakers ronselden de mensen helemaal af. En door een wonder werd Corrie vrij gekocht en mocht ze uit het kamp. Na de oorlog kwam ze een van die bewakers tegen en die vroeg om vergeving. Hoe moeilijk het ook was om die man te vergeven  na wat haar allemaal was aangedaan vergaf Corrie toch die wrede kampbewaarder. Hoe kan ik als God mij vergeeft niet de naaste vergeven?

 

Het wapen van deze  liefde vermag vele dingen. Het opent de ogen der blinden heidenen die niets anders als dood en verderf zaaien. Zegent degenen, die u vervloeken, en bidt voor degenen, die u geweld doen. Gemeente het kan soms zo in strijd gaan met je hart. Je wilt de ander wreken. Ik zal hem. Ik zal dit en zal dat. Als hij maar niet denkt dat ik het ongestraft laat. Maar is dat Gods weg? Is dat de weg van een christen? Psalm 1 zegt de weg der goddelozen zal vergaan. De goddelozen zullen eens rechtgesproken worden. Wie geeft mij zondaar het recht om over hen te oordelen? Hij komt immers de wraak toe en de vergelding. Dan op de oordeelsdag zal er recht gesproken worden. Dan zullen alle tranen worden gedroogd en Zijn kinderen zullen begrijpen waarom hen nu en niet eerder gestraft zijn.

 

Het wapen der liefde is dikwijls het middel geweest tot bekering. Zo ook voor die bewaker die Corrie en veel van de andere gevangenen moest afranselen. Liefde vermag vele dingen. En waardoor, omdat deze liefde met het bloed van Christus Jezus is bedekt.

 

Je vijand in nood ga je niet gauw een struikelblok voor plaatsen. Of schiet je niet in de rug of hoofd als hij vlucht. Dat is laf, maar je laat zien de liefde die al het verstand te boven gaat, die gaat uit naar de naaste. Die zal u harten en zinnen bewaren.

 

Paulus zegt: Wordt van het kwade niet overwonnen, maar overwint het kwade door het goede. Hij bedoelt hiermee indien je van alles wordt aangedaan, ga je het niet terug doen. Maar ga je kolen vuur op zijn hoofd hopen.

 

Psalm 112:

De goddeloze zal dit goede
Van hem aanschouwen, gram te moede,
Met tandgekners zichzelf verteren;

 

Er word een grote last op het hoofd gelegd van je vijand. Hij gaat zich schamen. Liefde overwint. Niet door het zwaard zal het geschieden maar door de Geest. Biddend op de knieën voor je vijanden. Ik hoop gemeente dat het er niet veel zijn, maar ga biddend op u knieën. Bid voor degene die u geweld aan doen. En tegen deze macht verliest de vijand de slag.

Hij gaat zich afvragen hoe kan een christen mij zo liefhebben en voor mij bidden terwijl ik hem van alles aandoe? 

 

Christus liet het zien, en wij christenen ? Wij zijn toch van Christus? Of nog niet? Christenen van Christus laten de liefde van Christus in hun harten en daden zichtbaar maken.

 

Dan kan het toch nog zo’n grote strijd zijn. Maar door die liefde heen zijn wij allen meer dan overwinaars door Hem die ons heeft liefgehad.

Leg wereld leg schatten gij kunt niet bevatten wat Jezus mij geeft. De mensen om je heen zien het. Daar straalt wat vanaf. Dat is echt! En zo kan je net als een Stefanus zeggen vergeef het hun. Zo werd een Paulus vergeven. Zo werd de moordenaar aan het kruis vergeven. Zo werd u zondaar vergeven.

 

En gemeente zo komen we bij onze laatste gedachte:

 

5.Het gehoorzaam zijn aan deze liefde:

 

We hebben gehoord wat deze liefde is, de wet van deze liefde, de plicht van deze liefde, de strijd van deze liefde, het wapen van deze liefde en tenslotte het gehoorzaam zijn aan deze liefde.

 

Je hart wil de ander niet vergeven, het wil recht doen horen. En dat is natuurlijk goed, zolang wij niet zelf het recht in onze handen nemen. Maar het recht aan God over te laten. En ook het recht in ons land over te laten aan de regering zo lang die niet in strijdt is met Gods wet.

 

Als je mensen hoort over teruggekomen I.S strijders zijn de meningen over het algemeen geheel het zelfde. Niet alleen hun paspoorten, burgerschap zijn ze kwijt, maar ook moeten ze hun vrijheid kwijt raken. De een roept levenslang, de ander 20 jaar.

Die mensen moeten opgesloten worden , omdat ze een gevaar zijn voor ons zelf. Ze hebben terroristische motieven om Christen, Joden en burgers om het leven te brengen.

 

Zoals ook één van die IS leiders zei ,werkte onder veel mensen wrok en angst uit. “Gooi de ongelovigen van een flat. Rij over hen heen, onthoofd ze, vergiftigd ze”.

 

Gelukkig gemeente kennen wij geen wrede God die geweld in de wereld wil. Nee met Zijn komst zongen eertijds de engelen. Vrede op aarde in de mensen een welbehagen. Nu is die vrede er nog niet. Nu heerst de duivel, der vader van de haat die woedt over deze wereld. Die Christen, Joden probeert om te brengen en te vernietigen en te doden. Omdat Hij zich wil wreken omdat Christus stierf aan het kruis zodat er vergeving voor de zonde zou zijn.

 

Maar dat wilde de duivel juist niet. Zijn plan was mislukt. De komst van Christus kon niet voorkomen worden. Onder Herodus zou het wel lukken. Maar ook dit plan liep mis. Alle baby’tjes in de buurt van Bethlehem werden vermoordt. Maar Jozef en Maria waren gevlucht naar Egypte. De duivel probeerde Jezus nog te laten zondigen door verzoekingen. In de woestijn, door Farizeeërs. Tenslotte daagde hij de Vader nog uit om in te grijpen zodat Christus toch niet zou sterven aan het kruis. Kom toch af van het kruis. Maar door de liefde van de Vader en de Zoon werd de straf betaald door het bloed van Christus.

 

En sindsdien gaat de duivel rond als een briesende leeuw om al Gods kinderen te doden, te vervolgen, hen bij Christus vandaan te krijgen. De duivel die mensen ophitst om christenen te vervolgen. De duivel die ophitst in de secularisatie vandaag de dag.

 

Dan kan je hart nog wel is bidden is er nog liefde in deze wereld? Kennen we het gebod nog : gij zult u naaste liefhebben als uzelf? Of is het ego daar in de plek voor gekomen?

 

Zeker de liefde zal verkoelen. Maar dat zal niet bij de liefde van Zijn kinderen zijn. Die liefde blijft tot aan het einde van de wereld. Een christen kenmerkt zich door de liefde. Als een brandende fakkel te midden van de donkere wereld.

 

Het hoofd omhoog want de verlossing is nabij. Ja nog even. Want Hij komt terug en dan zullen alle vijanden voor zijn voetbank liggen. Op de grond smekend om genade. Dan geld het volle recht. Dan is er geen genade meer. Maar de straf waaronder ze eeuwig moeten wegzinken. En dat is niet hetgene waar een christen zijn vijand wil hebben toch? Nee een ware christen is niet uit op de eeuwige dood van zijn vijanden. Nee maar bij de voet van het kruis. Daar is de plaats waar ze moeten zijn. Ik was even slecht. Mijn zonde zijn net zo erg als de hunnen. Voor God is er geen verschil. Elke zonde eist dat die met de eeuwige dood gestraft moet worden. Maar door het bloed van Het Lam is er genezing, vergeving van zonden.

 

Hoe gaat u straks naar huis?  De ander liever te vervloeken of voor Hem of haar te bidden. Voor dezelve die zullen bidden en niet vervloeken is er loon. Want het loon van een rechtvaardige vermag veel. Straks komt Hij terug met het loon. Uw arbeid is niet tevergeefs, ook al is het je christen plicht. Hij komt straks terug en komt om te oordelen de levende en de doden. Naar hun werken goed of hetzij kwaad. Bent u dan als een Kaïn of bent u dan als een David? Kaïn een doodslager een hater of als een David die Saul zijn vijand, zijn enige overlevende kleinzoon voorziet van weldadigheid.

 

Dit is het gebod dat gij elkander liefhebt. Want Hij heeft ons liefgehad. Laat het vrede zijn met kerst. Een vrede die alle verstand te boven gaat. Is er ruzie in je familie? Probeer het uit te praten hoe moeilijk het ook is. Niet door elkaar te verwijten, maar door elkaar te vergeven.

 

Zoals die twee legers rond kerst in de Eerste Wereldoorlog met kerst samen liederen zongen. Vrede op aarde. Terwijl een paar dagen later de kogels weer om de oren vlogen.

 

Ach Heere’ wanneer is het dan toch echt vrede? Ik zal komen. Hij komt en aan Zijn rijk zal geen einde zijn. In de volle vrede, in de volle volmaaktheid. Zonder haat , zonder nijd, zonder toorn , zonder wraak. En daar zal het eeuwig liefde zijn. Daar brand het eeuwig liefdevuur. Wat niet word gedoofd.

 

O gemeente ziet u er al naar uit? Bent u al bereid voor Zijn komst? Heeft u geleerd om te gehoorzamen? En tegen alle gevoel en wensen in. Mijn vijand, mijn bestrijders. Ach Heere geef mij de kracht om ze te vergeven. Ik kan het niet. Maar door het bloed van Hem is daar nu kracht in het bloed.

 

Daar te midden in deze wereld bidden ze Zijn kinderen: De een in de gevangenis in Noord Korea, ach Heere bekeer en vergeef het hun. Een ander in Israël: Ach Heere vergeef toch die Palestijnen. Een slachtoffer van het geweld van IS in Parijs: Heere open toch hun ogen!  En een Nederlander : Heere het is zo moeilijk op mijn werk, ze spotten met mij, ze lachen mij uit. Of op school, ze pakken me spullen af onder het bidden voor het eten. Zo vloeken expres, ze schoppen en vernederen mij. Maar Heere leer mij toch de rechterwang toe te keren en niet terug te schelden. Leer mij toch zoals U te zijn.

 

Gemeente is dit u gebed? Dat is vijanden liefde Anno 2015 en over enkele weken 2016. En er zullen nog veel vijanden er bij komen in 2016. De liefde verkilt met het jaar. Misschien is er wel over enkele jaren vervolging in Nederland. We weten het niet. Maar door de jaren heen is het Christus leeft in mij door woord en daad. Dan kan de wereld zoveel uitrichten. De wereld haat je. Omdat ze Mij gehaat hebben zullen ze ook u haten. Maar dan is het nooit opgeven van het geloof. Geef mij Jezus of ik sterf buiten Hem enkel zielsverderf.

 

Straks wacht mij de eeuwige heerlijkheid. Daar zullen geen vijanden zijn , maar broeders in de Heere. In hun gebreken ,in hun zonden en toch wit gewassen in het bloed van Hem. En daarom hoofd omhoog hier beneden is het niet. Hier is niet onze toekomst, maar boven, in het eeuwige paradijs.

Laten we dan met wat Johannes zegt afsluiten. “Kindekens heb elkander hartelijk lief” Amen.

 

 

Psalmenkeuze:

Voor de preek:

 

Psalm 59 vers 5

Mijn vijand roem, op zijn vermogen,
Maar ik, ik sla op U mijn ogen;
Ik wacht op Uwe hulp, o Heer';
Gij zijt mijn hoog vertrek, mijn eer.
'k Zal God met goedertierenheden
Mij eerlang tegemoet zien treden,
En mij welhaast gewroken zien,
Aan hen, die listig mij bespien.

 

Psalm 139 vers 13

Zou 'k hen niet haten in mijn hart,
Wier snode haat Uw goedheid tart?
Zou ik hen, die U weerstand bien,
Niet met verdrietig' ogen zien?
'k Zal hen altijd volkomen haten,
Die trotslijk Uwen dienst verlaten.

 

Psalm 112 vers 4,5 en 6

4. Geen kwaad gerucht zal hem ontzetten,
Zijn hart is vast in 's Heeren wetten,
Want hij betrouwt op Gods genade;
Hij vreest voor schande, leed noch schade.
Wel ondersteund, zal hij niet wijken,
Tot hij zijn vijand ziet bezwijken.
 

5. Hij strooit steeds uit aan alle zijden,
En geeft hun mild, die nooddruft lijden.
Zijn recht, hoe dikwijls ook geschonden,
Steunt eeuwig op onwrikbre gronden.
Zijn hoorn en macht zal God verhogen,
En nimmer zijnen val gedogen

 

6. De goddeloze zal dit goede
Van hem aanschouwen, gram te moede,
Met tandgekners zichzelf verteren;
De nijd zal zijne smart vermeren;
Vergeefs wenst hij den val der vromen,
Want nooit zal God dien wens doen komen.

 

Psalm 35 vers 6,7,10 en 11

6. Mijn vijand, dorstig naar mijn bloed,
Vergeldt mij wreevlig kwaad voor goed.
Maar ik, hem ziend' in krankheid zuchten,
Nam deel in al zijn ongenuchten.
Ik vastte, met een zak omgord;
'k Had mijn gebeden uitgestort;
Ik ging in 't zwart, met rouwmisbaar,
Alsof 't mijn vriend, mijn broeder waar'.
 

7.'k Had om mijn haters 't kleed gescheurd,
Als een, die om zijn moeder treurt;
Maar als ik moest met rampen strijden,
Verheugden zij zich in mijn lijden.
Zij kwamen schielijk op mij af,
Eer iets mij zulks te kennen gaf;
Elk spotte met mijn zielsverdriet,
Hun valse tong bedwong zich niet.

 

10. Zij spreken nooit van vrede, neen;
Maar zij bedenken listigheen,
Ten val van hen, die, stil van zinnen,
Den vrede, 't dienstbaarst pand, beminnen.
Zij bassen m' aan met open mond;
Hun schimptaal, die mijn ziel doorwondt,
Bespot mijn leed; zij zijn verheugd
Op 't zien van al mijn ongeneugt'.

 

11. O Heer', Gij ziet het; zwijg niet stil;
Uw recht beslisse mijn geschil;
Ontwaak, treed toe tot mijn bescherming;
Mijn God, betoon mij Uw ontferming;
Doe mij, o hoogste Majesteit,
Eens recht naar Uw gerechtigheid;
En laat die wreden, dag aan dag,
Niet juichen om mijn droef geklag.

 

Na de Preek:

 

Psalm 37 vers 6 en 8

6. 't Zachtmoedig volk zal eens den vollen vrede
Genieten, in de zoetste rust verblijd,
En erven d' aard'. Hoe ook de booz' en wrede
Op d' onschuld loer', de tanden kners' van spijt,
Hoe listig hij op haar zijn aanslag smede,
De Heer' belacht het wrokken van dien nijd.

 

8. Gods wraak ontwaakt en trekt de trotsen tegen,
Hun eigen zwaard vergiet hun ziedend bloed;
Dan breekt hun boog, dan vallen z' op hun wegen,
Dan blijkt op 't klaarst', dat hier het weinig goed
Van 's Heeren volk, rechtvaardiglijk verkregen,
Veel beter is, dan 's bozen overvloed.

 

Psalm 68 vers 1 en 11

1. De Heer' zal opstaan tot den strijd;
Hij zal Zijn haters, wijd en zijd,
Verjaagd, verstrooid, doen zuchten;
Hoe trots Zijn vijand wezen moog',
Hij zal voor Zijn ontzagglijk oog,
Al sidderende vluchten.
Gij zult hen, daar G' in glans verschijnt,
Als rook en damp, die ras verdwijnt,
Verdrijven en doen dolen.
't Goddloze volk wordt haast tot as,
't Zal voor Uw oog vergaan als was,
Dat smelt voor gloende kolen.

 

11. Gewis, hoe hoog de nood mag gaan,
God zal Zijns vijands kop verslaan;
Dien haargen schedel vellen;
Die trots, wat heilig is, onteert,
En, daar hij schuld met schuld vermeert
Zich tegen Hem durft stellen.
De Heer' heeft Zelf ons toegezeid :
"'k Zal u door macht en wijs beleid,
Uit Bazan weer doen komen;
U zullen, als op Mozes, bee,
Wanneer uw pad loopt door de zee,
Geen golven overstromen."