Prekenserie Gods trouw en bewaring deel 3 psalm 23

Prekenserie Gods trouw en bewaring.                                Deel 3

Psalm 23

Johannes 10 vers 11-21

 

Tekst Psalm 23 vers 4 en 6 : Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.

Immers zullen mij het goede en de weldadigheid volgen al de dagen mijns levens; en ik zal in het huis des Heeren blijven in lengte van dagen.

 

1.       De Heere als herder en hoeder.

2.       De Heere als leidsman

3.       De Heere als jouw herder.

 

1.De Heere als herder en hoeder.

 

Gemeente mag ik met een vraag beginnen? Is de Heere uw Herder? Een vraag die vandaag aan u gevraagd wordt en waar u alleen ja of nee op kunt zeggen. Is Hij uw Herder? Ag vraagt iemand uit ons midden, waarom moet het altijd over bekering gaan en over het eigendom zijn van Jezus Christus? Omdat ,dat gemeente de bron van de prediking is. Jezus Christus en dien gekruisigd. Waarvoor bent u anders naar hier gekomen? Om een mooi verhaaltje te horen of de tijd maar een beetje vol te zitten? Nee in de prediking mag het over Hem gaan en wat dat betekend als je met Hem mag leven. We zullen er zo bij stil staan wat dat ons allemaal te zeggen heeft, dat Hij onze Herder wil zijn.

 

Ten eerste zegt vers 1 zal het mij aan niets ontbreken. Als de Heere jouw Herder is, mag je alles krijgen uit Zijn handen. En Zijn handen zijn milde handen. Milde handen vriendelijke ogen, zijn bij u van eeuwigheid. De Heere die geeft. Psalm 81 kan dat zo krachtig uitdrukken: Al wat u ontbreekt,
Schenk Ik, zo gij 't smeekt, Mild en overvloedig." Je hoeft alleen maar je mond te openen. Opdat Hij het je geven zal. Je mag dan pleiten op Zijn verbond. Heere u heeft het beloofd of Heere u bent toch een waarmaker van uw woord.

 

Bid en u zal gegeven worden, zoekt en gij zult vinden. Soms lijkt het of we niet krijgen waar we om bidden. Dan lijkt de hemel, wel een hemel van koper. Gemeente ik herken dit en dat voel ik ook vaak, maar toch mogen we pleiten op Zijn woord dat wat Hij beloofd heeft dat Hij dat toch zal waarmaken. Hij zal toch geen schoorpioen in mijn handen drukken als ik Hem om een vis vraag? Beloofd is beloofd, luidt een spreekwoord. Wat je beloofd aan een ander moet je waarmaken. Waarom zien we dan niet altijd ons gebed in vervulling gaan? Gemeente dat kan aan verschillende dingen liggen. Allereerst onze hoogmoed en hebzucht. Wat we willen kan soms zo alleen op ons zelf gericht zijn. Of we bidden de Heere alleen als we Hem nodig hebben en dan vragen we ons af waarom Hij ons niet verhoort? Zeker en zijn uitzonderingen, de Heere doet wonderen op het gebed. Maar dat betekend niet dat de Heere elk gebed verhoort zoals u het zou willen zien. Zeker de Heere hoort u gebed en verhoord het. Maar soms kan dat op zo’n andere wijze gaan die u misschien totaal niet verwacht had. De Heere geeft niet altijd alles wat we graag zouden willen krijgen, maar toch Hij geeft precies wat goed is voor ons.

 

Agur bad eens , voedt mij het brood mijns bescheiden deels. Dat u Heere zorgt voor mijn eerste levensbehoefte, rijkdom , eer en macht hoef ik niet , maar geef mij slechts het brood mijns bescheiden deels. Wat kunnen we daar veel van leren gemeente. Geef mij slechts wat ik nodig heb en ik mag tevreden zijn.

 

Tuurlijk mag je de Heere ook om andere dingen bidden, zoals genezing als je ziek bent of jongeren als jullie een tentamen hebben. Je mag de Heere om alles bidden, maar probeer niet alleen te bidden als je in nood zit of als je Hem alleen nodig hebt. Zoek de Heere in alle dingen. In de voorspoed en de tegenspoed ,wetend dat Hij dan voor jouw zorgt.

 

Het leven met deze Herder is zo heerlijk, want mij zal dan werkelijk niets ontbreken. De Heere geeft mij alles wat ik nodig heb om dit aardse leven te bewandelen en Hij geeft mij wat ik nodig heb op weg naar de Eeuwigheid. Niets zal mij ontbreken. In verdrukking geeft Hij de volharding in het geloof en de vrijmoedigheid om te spreken over Jezus Christus. In moeilijke omstandigheden van ziekte of overlijden van familieleden of kennissen geeft Hij mij troost. In de aanvechting van verleidingen , verzoekingen en aanvallen van de duivel, geeft Hij het zwaard van de Geest ,het woord wat de duivel mag verslaan. We zullen straks horen al gaan we zelfs door het dal van de schaduw des doods ik zou geen kwaad vrezen , want Gij zijt met mij. Werkelijk gemeente niets kom ik te kort. Ik mag slechts mijn hoofd naar omhoog heffen en Hij geeft het. Doe je mond maar open , eist Hem vrijmoedig. Hij zal je voorzien van alles wat je nodig hebt op je levenspad. Niet alles zal ik krijgen wat ik vraag .Dat kan soms moeilijk zijn, maar toch Hij geeft me precies wat ik nodig heb en al blijft er dan verdriet over in je leven, Hij geeft je troost en vooruitzicht , naar de toekomst waar alles volmaakt is en waar mij in de eeuwigheid het aan niets zal ontbreken.

 

Ten tweede gemeente De Herder kent Zijn schapen bij naam. Wat is dat prachtig. Honderden duizenden schapen en Hij kent ze bij naam. Al die miljoenen mensen, Hij weet precies wie u bent en wie u persoonlijk bent. De Herder roept ze ook bij naam. Kom toch binnen in de stal. Een huurling kent zijn kudde niet, hij kent de namen van de schapen niet, hij weet niet welke schapen soms sneller weglopen uit de kudden en welke schapen een beperking (handicap) hebben. Maar de ware Herder weet het wel en die kent zoveel te meer Zijn schapen. Hij volgt ze, Hij zorgt dat ze niet afdwalen, Hij zorgt dat ze niet worden opgegeten door wilde dieren , beren en leeuwen. Iets wat de huurling nooit zou doen. Die zou zijn leven nooit willen geven voor een kudde die niet van hem is. Als er wilde dieren komen, slaat hij op de vlucht en laat de schapen aan hun lot over. Wachtend op de verslinding van deze schapen. Wie trekt hun lot aan? Zeker de huurling niet. Als een schaap wegloopt gaat hij het niet achterna of misschien zoekt hij maar eventjes. Nee de Goede Herder die kent Zijn schapen en Hij houdt van  Zijn schapen. Al ziet Hij ze afdwalen, Hij gaat ze achterna , zoekend naar het verloren schaap.

 

U heeft ongetwijfeld vast wel eens die foto gezien van de Goede Herder. En wat heeft Hij in Zijn handen? Het verloren schaap. Hij zoekt het op, Hij laat het niet aan hun eigen lot over. Nee Hij trekt de bossen in vol gevaren, Hij gaat langs de afgronden om het verloren schaap te zoeken en als Hij vindt nee dan hoor je Hem niet boos roepen, daar ik heb je nu eindelijk stom schaap. Nee Hij roept van vreugde, eindelijk ik Hem weer gevonden en zo tillend op Zijn schouders neemt Hij het schaap ,mij terug naar Zijn kudde. Blijde zijnde over Zijn schaap wat weer bij Hem terug is. Nee de Herder gaat niet op zoek naar het schaap omdat dit schaap een groot verlies voor Hem betekend qua geld. Nee Hij gaat op zoek naar het schaap, omdat Hij om het schaap geeft, omdat Hij van het schaap houdt. Zo goed kent de Herder Zijn schapen , zo lief heeft Hij ze ,niets zal me uit Mijn handen rukken.

 

Gemeente een vraag voor u? Door welke herder wordt u geleidt? Is dat de Goede Herder of is dat de huurling ? De huurling geeft niks om de schapen, het zijn de zijne niet. Bij het minste gevaar gaat hij op de vlucht en laat de schapen alleen achter.  Of hoort u bij de Goede Herder? Een van de twee is het gemeente , er is geen weg tussen in. De huurling is niemand anders dan de duivel gemeente. Hij verleidt je door zonden te doen en op afgoden te vertrouwen en eens als Jezus terugkomt laat Hij u in de steek. Hij zet het op een lopen. Het zijn, zijn schapen niet, nee hij is slechts een dief een moordenaar. Bij zo’n huurling wilt u toch niet horen, wilt u toch niet geleid worden? Straks zullen we bij onze tweede gedachte bij stil staan, wat dat leiden van de Heere mag inhouden. Wat dat betekend Zijn leiding in jouw leven. Maar nu? Hoort u bij de huurling? Wordt u geleidt door hem? Dat kan heel vrolijk lijken hoor. Voorspoed in je leven, blijdschap, macht, rijkdom , eer, beroemdheid. Ag noem maar op, maar bij de wederkomst sta je er alleen voor ,de huurling is weg.  Wat dan? Ja Heere ik heb u altijd gediend, maar… Ik ken u niet, is Zijn antwoordt. Maar ik heb in Uw naam geprofeteerd en .. Ik ken u niet! En voor die schapen wacht de buitenste duisternis, de smarten van de hel. Gemeente daar bent u toch niet op weg naar toe? Weet u? daar is het verschrikkelijk, een eeuwigheid die nooit meer overgaat.

 

Jongeren kennen jullie de ware Herder al? Wat is deze Herder zo een verschil met de huurling. Hij kent Zijn schapen, Hij houdt van ze, Hij heeft ze lief. Niemand kan ze uit Zijn hand rukken. Geen wild dier. Al komt de huurling in kleding van een wolf om de schapen van de Goede Herder te verslinden, Hij neemt het voor Zijn schapen op. Nee Hij vlucht niet bang weg, Hij pakt Zijn staf en slaat de dieren dood. Hij pakt Zijn stok en geeft de duivel de genade slag. De duivel, Zijn kop ligt eraf, geheel verslagen, omdat deze Herder zorgt voor Zijn schapen. En Zijn naam: Ik ben die Ik ben en Ik zal zijn die IK zijn zal. Ik ben de beschermer anno 2015 wie in mijn kudde mag schuilen ervaart mijn bescherming.

 

Terug gekomen op de vraag bij welke kudde u hoort. In welke kudde verblijft u? Bij de huurling? Word het niet om naar de Goede Herder te gaan? Daar bent u veilig en meer dan dat, daar ligt de troost, bij die Herder. De duivel, de wereld en jezelf kan je eigen niet troosten, maar de Goede Herder kan dat wel en dan kan omdat Hij u persoonlijk kent, Hij weet wat u nodig hebt en waar we zo even bij stil stonden, Hij voorziet Zijn schapen van het nodige, niets zal Zijn schapen ontbreken. U mag het vragen aan die verdrukte broeders in Noord Korea of in andere landen, nee mij ontbreekt niks is hun antwoord ,want zeggen ze dan: Wij hebben Christus en dat is onze eerste levensbehoefte. De uwe ook? In die kudde van de Herder kan je soms wel is dwalen, niet dat , dat de schuld van de Herder is, nee maar omdat de duivel je probeert te verleiden om weer de wereld en zijn begeerlijkheid op te zoeken. En soms laat je, je dan verleiden en luister je naar hem en dwaal je af van Zijn kudde. Vergeet dan niet dat de Heere het ook gezien heeft en dat doet Hem verdriet, Hij houdt immers van Zijn kudde, van Zijn schapen. Hij gaat u achterna, keer u om, kom terug naar mijn stal. In de wereld ben je  niet veilig, dat kan zo lijken , maar zeker het is het niet. Hij zoekt de verloren schapen en als u daar vandaag onder mag vallen laat u dan meenemen door de Goede Herder. Laat u zich terug brengen naar Zijn kudde. Daar weidt mijn ziel met een verwonderend oog. Hij zorgt voor mij. Dat kan geen enkele huurling, ook mijn afgoden kunnen dat niet.

 

Wat ben je gelukkig bij deze Herder. Misschien herkent u dit wel. Geleidt en getroost te worden door Hem. Wetend dat Hij bij Zijn schapen blijft en ze verzorgd. Als ze zich bezeerd hebben door de zonden en of verdriet. Hij verzorgd de schapen met liefde. Wat is Hij blij als u in Zijn kudde mag weiden. En niet alleen Hij. Wat een vreugde in de Hemel over een zondaar die zich bekeerd.

 

Hoe weet ik of ik wel in Zijn kudde mag horen? Een ieder die Hem aanroept wordt behouden. Kom zegt de Heere Jezus tegen u , die dorst heeft die drinke en zo wie gedronken zal hebben van het water, dat Ik hem geven zal, dien zal in eeuwigheid niet dorsten; maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een fontein van water, springende tot in het eeuwige leven. Johannes 4 vers 14. Heeft u dorst in de vrede met Hem? Ga dan naar Hem de bron van het leven, de bron van vreugde en van liefde en Hij zal u geven het water des levends. En wie van Hem is mag dan soms zo vervuld worden met Zijn Heilige Geest dat hij of zij gaat roepen tegen zijn naaste kom toch ook weiden in deze kudde, want deze kudde heeft zo’n heerlijke Herder, Hij geeft je dorst ,niet meer naar de wereld ,maar in Hem. Om vol te mogen Zijn van Hem. Mij mond vloeit over van Zijn eer. Gelijk een bron zich uitstort op de velden.

 

2.De Heere als leidsman

We stonden er straks al even bij hoe wonderlijk het is , als je mag worden geleidt door de Goede Herder. Dan wordt je ziel verkwikt. Dat betekend gelaafd. Je dorst in Hem gelest en door dat water ben je verkwikt, je kan weer verder. Verder in de strijd, op weg naar de eeuwigheid. Soms mag je dan even uitrusten na die verdrukking of dat lijden, dat bittere Mara. Dan mag er een Elim komen. Een plek om uit te rusten, om op rust te mogen komen en rust te mogen vinden in Hem. Sommige dominees hoor je zo ook het Heilig Avondmaal noemen als een Elim. Een uitrustplek bij Hem. Een Elim na al die Mara’s. Maar dan, dat Elim kan soms zo kort duren, de strijd gaat weer verder, maandag weer opnieuw. De bittere Mara ? Of niet? Soms lijkt het wel zo en het is ook echt zo, maar wie in Hem rust, heeft toch elke dag te midden van die bittere Mara een Elim. Ik ga niet alleen, Hij leidt mij.

 

Te midden van dat Elim mag je soms nederliggen in grazige weiden en mag je gevoed worden door het Woord van Hem. Neemt, eet, dit is Mijn lichaam dat voor u gebroken wordt; doet dat tot Mijn gedachtenis.' Zijn dood gedenken, Zo’n dierbaar offer voor mij. Wat kan je dan zo’n mooie tijd mee maken wanneer je dat voor het eerst mag overdenken of weer opnieuw. Het wonderlijke gevoel Hij voor mij of ik ben van Hem en Hij is van mij. Dat gevoelen is zo heerlijk. Helaas kan dat soms ook zo weer wegglijden.

 

We moeten ons niet altijd bezig houden met (ge)voelen ervan. Een soort gevoel christen, altijd Hallelujah en noem zo maar op. Tuurlijk dit gevoelen is prachtig, maar het geloof vraag niet hoe en wat voel ik, maar ken ik Hem? Wie Hem kent zal ook herkennen dat dit gevoelen op en neer gaat en soms zo weer een poos verdwenen kan zijn, maar het geloof blijft staande en gelooft en vertrouwd in Hem.

Die stille wateren, wat bedoelt de dichter daarmee? Ik moet wel is denken aan het voorbeeld wat Ds. P.C Hoek eens gaf in zijn preek over Elia. Daar op die berg Horeb, verscheen God aan Elia. 1 Koningen 19:11-12 

Hij zeide: Ga uit, en sta op dezen berg, voor het aangezicht des HEEREN. En ziet, de HEERE ging voorbij, en een grote en sterke wind, scheurende de bergen, en brekende de steenrotsen, voor den HEERE henen; doch de HEERE was in den wind niet; en na dezen wind een aardbeving; de HEERE was ook in de aardbeving niet;
12 En na de aardbeving een vuur; de HEERE was ook in het vuur niet; en na het vuur het suizen van een zachte stilte.

 

En na het suizen van die zachte stilte  sprak de Heere tot Elia, wat maakt gij hier Elia?

De Heere is dus in het suizen van een zachte stilte, in het ruisen van stille wateren zou je ook kunnen zeggen. Bij deze wateren mag je, je verbazen over de macht van God over al dit moois. Die stromende en glanzende rivieren, misschien heeft u er in de vakantie wel is bij staan kijken. Hier in Nederland zien we dat niet zo vaak , maar in landen als Oostenrijk of Zwitserland kom je zulke rivieren nog wel tegen. Prachtige, glanzende , doorschijnende rivieren. En wat een rust gaat daarvan uit, het water wat zachtjes verder stroomt. Dan wordt je wel eens stil gezet. Wat mooi heeft de Heere de aarde toch geschapen en dan wordt je verzekerd van het bestaan van God.

 

Maar helaas gaat je leven niet alleen langs grazige weiden en langs stille wateren, nee deze gaat ook door dalen en over heuvels, soms zelfs door het dal van de schaduw van de dood, maar je mag toch wel iets van dit heerlijks zien, soms mag je er langs wandelen en iets van dat heerlijks al op deze aarde mogen zien, maar het is slechts wel een voorproeven , want straks in de eeuwigheid , in het paradijs wat is daar alles nog heerlijker en nog schoner.

 

Wat betekend geleidt worden in het spoor der gerechtigheid? In het leven van David ging niet alles even voorspoedig. David kende veel verdrukking in zijn leven. Denk maar aan Saul die David vervolgde om hem te doden. En Absalom , Davids zoon , die zijn broer Amnon vermoord en David zelf van de troon wil stoten. En te midden van dat alles zegt David: Hij leidt mij in het spoor der gerechtigheid, om Zijns Naams wil. David mocht weten, de weg die ik moet gaan , is niet altijd even gemakkelijk en een weg van genieten en rusten bij waterbeken, maar deze weg kent z’n strijd tegen de wereld, de zonde en het eigen vlees. In dit aardse leven zult gij verdrukking hebben zij Jezus, maar zij Hij hebt goede moed: IK heb de wereld overwonnen.

 

Verdrukking op je levenspad. Is dat gemakkelijk? Nee gemeente dat zeker niet. Maar hebben we dat niet soms aan ons zelf te danken? Hoe vaak keren wij niet af van smalle pad? Hoe vaak , gaan wij geen andere wegen in juist weg vandaan bij God? Maar toch zegt de Heere ik zal u lijden in het spoor van mijn gerechtigheid. En waarom dat? Omdat Hij het zo wil. Om Zijns Naams wil staat er. Hoe wonderlijk toch weer in het spoor van Zijn gerechtigheid te mogen wandelen. Hij brengt mij weer op het juiste pad. En wat u ook zal meemaken in uw leven, denk aan dit woord. Dit alles maakt u mee, om Zijns Naams wil. Omdat Hij het zo wou. En u kunt misschien nog zoveel vragen daarover hebben, maar eens zult u daar het antwoord op mogen vinden. Alles omwille van Hem, Hij die nog zoveel erger mee maakte. Bespotting en gekruisigd, uitgespuugd door het volk. Zou u dan niet berusten in Zijn wil, want Zijn wil is de beste, voor u en voor Hem.

 

In het dal van de schaduw des doods. Zo kan u zich voelen als een geliefde uit u midden overlijd. Het valt zo zwaar. Hij of zij was alles voor me hoor je die mensen zeggen. Wat een verdriet dat je zo’n iemand moet achterlaten in de dood, dan voel je net alsof de wereld helemaal leeg is. Niets. Het stelt niks voor, het is leeg. Je wordt teruggebracht naar de werkelijkheid. Het leven is geen spel en geen pretje. Het is volle ernst. Je wordt stil gezet. Te midden van de draaiende wereld op weg naar de eeuwigheid. Sterven, dat moet ik eens ook. Eens zullen er ook mensen over mij wenen en rouwen.

 

Maar al gaat het door het dal van de schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen zegt vers 4 En waarom dan niet? Omdat de Heere bij mij is en Hij behoede mij en Zijn stok en Zijn staf die vertroosten mij. Dan kan ik helemaal verslagen zijn door de dood van een geliefde, maar ik moet toch die geliefde achter me laten, ik moet verder en het verdriet dat mag er zijn begrijp me goed, maar Hij vertroost de bedrukte. Mijn smart is ook Zijn smart. Mijn verdriet ook de Zijne. Hij wilde ook niet dat we zouden sterven, maar we hebben gezondigd ,we moeten sterven, dat eist Zijn gerechtigheid.  

 

Soms is het niet een geliefde die overlijdt maar de verdrukking en het lijden wat je door het dal van de schaduw des doods mee voert. Velen zorgen in je leven, bezorgen je veel verdriet en angst. De doodangst staat je soms in de ogen bij zoveel verdriet. Toch heb ik niets te vrezen,  Zijn stok en Zijn staf die behoede en vertroosten mij. Hij leidt mij door dit dal heen: Het tranendal. Wat kan je dan toch getroost zijn in al je verdriet. Groter dan de helper is de nood toch niet. Al je verdriet Hij weet ervan en Hij troost je, Hij geeft bemoediging om de strijd weer voort te zetten, voort naar het beloofde land. Het toekomende land: het paradijs. Het land waar het eeuwig Elim zal Zijn en geen Mara. Dat doet het hoofd omhoog heffen. Volhouden, volharden , om met een vertroostend hard, gerust in Hem , de strijd weer te mogen aan gaan. Door diepe dalen heen ja. Maar ook langs grazige weiden. Wie in Hem geloofd mag in elk Mara toch ook een Elim zien. Zijn plan, Hij wilde het en wat Hij doet is goed. Ik mag me dan in Hem berusten en vertrouwen op Zijn woord. Je levenspad vol gaten ,bulten en kuilen. Zorgen en verdriet strijden om de voorrang, maar in de verte schittert het beloofde land. Daar, daar ligt mijn hart, niet in dit leven, nee Jezus heeft het weggedragen naar de toekomst, de eindbestemming. Veel verdriet kan er dan toch nog op je levenspad zijn, daar moeten we ons niet van vergissen, maar als ik dan omringt door tegenspoed, bezwijken moet, schenkt Gij mij leven. Is ’t dat mijns vijands gramschap brandt, Uw rechterhand zal redding geven.  Geleid aan ’s Vaders hand, reis ik naar dat beloofde land, wat mij op mij levenspad ook te wachten staat, Hij is mijn burg , mijn toeverlaat. Door dalen en door heuvels op en neer, Hij ontfermd zich over mij, keer op keer. En troost mijn hart dat schrijend zucht. Tot ik van dit aardse leven vlucht tot S’hemels leven. van alle zorg en smart ontheven.

 

Laten we nu stil staan bij onze laatste gedachte:

 

3.De Heere als jouw herder.

 

Gemeente in onze eerste gedachte mochten we hier al wat van zien. De Heere als u en jouw herder. Wat dat inhoud, ja dat Hij mij leidt en troost door dit aardse leven heen. En ook dat ik me mag weten toevertrouwd aan Hem, dat Hij voor mij zorgt.

 

Weet u het nog? U zult straks voor u naar huis gaat antwoord moeten geven op deze vraag, hoor ik bij de huurling of bij de Goede Herder? De Heere zegt: “ Ik heb nog andere schapen, die van dezen stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen; en zij zullen Mijn stem horen; en het zal worden een kudde, en een Herder.” Misschien hoort u nog bij die loslopende schapen. Ze dwalen rond in de omgeving van de huurling , maar ze kunnen nog geen afscheid van die huurling nemen. Die zonden , die zo aantrekkelijk zijn en het leven met Christus is dat niet saai? Die zonden gooi die toch overboord en als je het niet kan, bid dan of Hij het zal wegnemen, Hij doet het! En gemeente het leven met Hem is niet saai en eentonig. Helemaal niet. Ook niet dat je dan een heilig persoon wordt als je dat zo wil noemen. Nee het leven met Hem is juist rijk en dat schept juist vreugde. Een lied zegt immers: ga niet alleen door het leven, die last is u te zwaar. Alleen door het leven je weggetje zoeken, dat hou je niet vol en dat is ondragelijk. De Goede Herder vraagt van je, geef die last nou is aan Mij en jij zult mijn juk krijgen, ruilen? Mijn juk is zacht en Mijn last is licht. Geef je nou is over. Dat kan ik juist niet. Ik , ik wil zelf zeggenschap houden in mijn leven, zelf kunnen beslissen over dit en over dat. Als je dat niet opgeeft , jezelf ,ga je verloren, en je bent heus niet gelukkig als je zelf alles kan en mag beslissen in je leven. Laat Hem dat toch doen, heersen over jouw leven. Dan geef je die zware last van jouw schouders aan Hem en mag je wisselen met Hem, Zijn juk is zacht.

 

Wat een trouw van God dat Hij voor mij wil zorgen ,ga je dan zien. Wat is dat heerlijk om geduriglijk geleidt te mogen worden door Hem. Hij leidt mij, door grazige weiden, langs zeer stille wateren , Hij leidt mij door het dal van de schaduw van de dood. Ja Hij leidt mij. Hij zorgt voor mij. Hij beschermd mij voor de aanvallen van de satan. Als ik niet onder Zijn hoede zou vallen, zou ik verscheurd zijn als prooi in zijn bek, maar God Zij Dank mag je dan zeggen, ik val onder Zijn hoede. Hij behoede mij voor alle kwaad. Hij richt een tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover mijn tegen-partijders; Hij maakt een tafel gereed voor mij en voor mijn vijanden. Om ons met elkaar te verzoenen. Uit mij zelf zou ik dat nooit kunnen en of gekund hebben. Maar Hij geeft dat ik het kan, mijn vijanden vergeven. Mij verzoenen met mijn tegenpartijders. Weet je waarom je dat kan? Hij maakt mijn hoofd vet met olie, mijn beker is overvloeiende. Hij geeft mij de zalf om te vergeven, Zijn woord en omdat Hij mij vergeeft, kan en wil ik niets liever dan mijn vijanden te vergeven en ook als het maar even kan met hen te praten over Christus. Mijn beker is overvloeiende vers 5. Mijn mond loopt over van Hem. Vol van de Heilige Geest , ja dat betekend vol van Christus. Dat heb je niet altijd even door, maar die stille Heilige Geest werkt in je hart zonder dat je het soms door hebt.

 

Niet altijd is dat even mogelijk om met je vijanden letterlijk rond de tafel te gaan, dit zeker niet in oorlogsomstandigheden en in vervolging. Maar toch heb je, je vijanden lief. Dat kan in het begin moeilijk zijn, maar de Geest werkt het, ik was ook een vijand van God en toch had Hij mij lief en wat ik kan is voor mijn vijanden bidden, dat ze zich met u verzoenen, dat ze u leren liefhebben, nee dan komt niet mijn verzoening  met hen meer in de eerste plaats die komt daarna heus wel, maar die bekering van hen is 1000 keer zo belangrijker dan mij zelf. Bid u wel is voor uw vijanden? Dat is niet makkelijk hè? Maar Christus ging ons voor aan het kruis op Golgotha en aan het kruis bad Hij, Vader vergeef het hun. En van die vergevensgezindheid mogen we toch iets van leren.

 

Als je de Herder kent jongeren dan heb je een zoveel prachtiger leven dan je ooit kon voorstellen. Dan verdwijnen er misschien zonden en afgoden die je liever niet zou willen loslaten maar je krijgt er zo iets waardevols voor terug. Het eeuwige leven. Met Hem. Dat is toch veel beterder? En in het leven met Hem elke dag zal je het goede en weldadigheid volgen al de dagen van je leven. De Heere zal het je aan niets ontbreken, Hij zorgt dat alle dingen zullen medewerken ten goede. En dan die weldadigheid. De Heere die jouw van het goed voorziet. Hij geeft jouw Zijn liefde , Zijn trouw, Zijn bescherming, Zijn zorg, Zijn hulp, Zijn Geest. En dat omdat Hij jouw liefheeft.

 

Mefiboseth de zoon van Jonathan, de zoon van Saul verbaasde zich erover dat koning David aan Hem weldadigheid bewees. De akkers van Saul kreeg Mefiboseth en hij mocht elke dag mee eten aan de tafel van de koning. Wat is dit dat gij omziet naar een dode hond als ik? Met andere woorden ik ben het helemaal niet waard. Saul had David vervolgd en voortdurend tegen hem gestreden en hem gezocht te doden en het was in die tijd gebruikelijk dat als er een andere koning tot koning gezalfd werd dat die nieuwe koning de stam van de vorige koning geheel zou uitmoorden. Dat was in die tijd de gewoonte onder de volken rondom, maar wat deed David , hij gaf het beste van het beste aan Mefiboseth de kleinzoon van Saul. En zo ook vandaag de meerdere David geeft u weldadigheid. Aan mij, ja aan dode honden, want dat bent u en ik toch? Verwonderd u zich daar niet over? Dat Hij omziet naar mij, ik als dode hond, hoe zou ik kunnen ontvangen, zo zondig als ik ben, maar toch mag ik het ontvangen , omdat Hij wat Hij geeft eerst door Zijn doorboorde handen laat gaan. Weldadigheid. Heeft u ooit iemand wel eens weldadigheid bewezen? Lastig woord hè jongeren? Weldadigheid. Iemand uit liefde iets geven, zomaar. Dat kan al beginnen in de kleinste dingen. Ouderen helpen uit de gemeente met boodschappen, of helpen met sponsoring van goede doelen. Gewoon iets geven voor en aan de ander. Liefde tot de ander om iets te mogen geven om je naaste te helpen.

 

En zegt de dichter ik zal in het huis des Heeren blijven in lengte van dagen. David , we kennen hem als de man naar Gods hart. Een van de koningen die zo dicht bij de Heere leefde. Hij kende die stille omgang met de Heere en ik hoop dat u die vandaag ook mag gaan kennen als u die nog niet kent. David zegt : ik zal in de tempel blijven vele dagen, heel mijn leven zou hij gezegd kunnen hebben. Psalm 84 zegt Hoe lief zijn mij Uw woningen o Heere der heirscharen! Mijn ziel is begerig en bezwijkt van verlangen naar de voorhoven des Heeren. Verlangen naar de tempel, om dicht bij de Heere te zijn.  Verlangt u en jij er ook zo naar, naar elke zondag ? Ik mag weer naar Gods huis gaan. Wat een wonder, terwijl in vele landen de deuren op slot zijn en vele mensen in de huizen moeten samenkomen in de angst dat ze ontdekt zullen worden. Het is een voorrecht dat we hier mogen zitten vandaag en mogen luisteren naar de preek. Ik hoop dat jullie dat ook zo mogen ervaren. Sommigen gaan alleen maar naar de kerk omdat het moet, mijn ouders willen het of het is een gewoonte. Als je zo naar de kerk gaat , met een gesloten hart, kan het logisch zijn dat je nooit de Heere leert kennen. Als je zelf de deur op slot houdt. Maar het kan evengoed zijn dat je hart mag geopend worden onder de prediking, wat kan je dan zo verlangen krijgen dat de dienst maar nooit zal afgelopen te zijn, maar dat je voor altijd in Zijn huis mag zijn. Het verlangen naar Zijn huis. Dat kende David. Daar is de Heere aanwezig en daar werkt Zijn Geest. Daarom zijn de samenkomsten zo belangrijk gemeente.

 

Sommige mensen denken dat je beter thuis een preek kan lezen omdat er zoveel dwalingen overal zijn, maar dat is niet de beste oplossing. God gebied het ons om naar Zijn Huis te gaan. Paulus zegt: veracht de samenkomsten van de gemeente niet. In die samenkomsten wil Zijn Geest juist vaak werken, dan kunnen we toch niet thuis blijven! En zeker in deze eindtijd, we hebben elkaar hartelijk nodig, om met elkaar een te zijn in het geloof en een te zijn in Jezus Christus. En die dwalingen dan? Die blijven in kerkgenootschappen zweven, daar ontkom je nooit aan, maar zou ik als tip willen mee geven. Je moet de dienst en de prediking toetsen aan het woord  van God, als dat niet klopt dan kan je daar beter niet blijven. Opdat je niet meegesleurd wordt met de stroom van dwalingen. Dit bedoel ik alleen over de hoofdzaken, over Zijn Woord en de belijdenissen en de drie-enigheid, die moeten altijd zuiver gehouden worden, als dat niet het geval is ,dan kan je beter naar een ander gemeente gaan, maar niet eerst zonder de gemeente te waarschuwen en de predikant daar te waarschuwen, als ze dan niet willen luisteren, mag je de gemeente verlaten. En dat niet in betrekking tot bijzaken en onbelangrijke dingen waardoor zoveel scheuringen destijds zijn ontstaan. Over onbelangrijke uiterlijke dingen van het geloof en over het niet of wel ritmisch zingen. Dat zou de Heere verdriet doen. Dat doet het Hem al genoeg ,al die scheuringen in de kerken. Maar in de vervolging blijft er geen kerkgenootschap meer overeind, dan is het slechts een kerk, de kerk van Christus, want het kaf is uit koren weggeschut. De nep- christenen verlaten de kerk uit vrees voor hun leven. Dan leert men de ware christenen kennen , die Jezus liefhebben en die zich niet laten scheiden door enig ding, nog ziekte, nog vervolging nog machten en zo nog veel meer, die houden staande in het geloof door Jezus Christus.

 

Terug gekomen op de samenkomsten. Blijf niet thuis jongeren! Blijf komen, want de Heilige Geest werkt door Zijn woord en door de prediking. En het een Zijn als gemeente is dat niet heerlijk, elkander te kennen zoals Jezus ons kent, elkander te helpen en te steunen. Zeker in deze moeilijke tijd. Hoe lief heb ik uw woning, ik hoop dat je dat vandaag mag leren zeggen. Niet bah daar gaan we weer een saaie preek zitten luisteren, maar met open oren , met een open hart opdat de Heere ons hart vult met Hem en Zijn Geest.

 

Zo,  als u naar huis gaat neem dit woord dan mee en overdenkt het. Laat u leiden door Hem als leidsman. Dan gaat de weg naar de toekomst die ons nog wacht. En ga vandaag eens naar die Goede Herder, die zelfs Zijn leven aflegde voor de schapen bij het kruis. Zodat Hij Zijn schapen kon redden uit hun val en weer terug mag brengen naar de stal, de aardse stal , maar straks de hemelse. Laat u dan ook eerbiedig vandaag mogen  zeggen , mag ik toch een schaap van uw kudde zijn? Want die mag de leiding ervaren van boven in zijn of haar leven. Gemeente we gaan afsluiten, maar wilt u mij beloven dat u vandaag op uw knieën gaat het en het vraagt, Heere hier ben ik arm en naakt. Ik ben leeg, niks, slechts een dode hond, maar u hebt omgezien naar dode honden en verloren schapen en u zoekt ze, zie Heere hier ben ik. Zo u dat zal bidden , zal Hij het zeker verhoren en zal  u mogen zingen verheugt in Hem.

 

Zo zullen wij de schapen Uwer weiden,
In eeuwigheid Uw lof, Uw eer verbreiden,
En zingen van geslachten tot geslachten;
Uw trouw, Uw roem, Uw onverwinbre krachten.

 

Mijn Herder en Mijn Heiland Amen.

 

 

Psalmenkeuze Psalm 23

Voor de Preek:

 

Psalm 3 vers 3

Ik lag en sliep gerust,
Van 's Heeren trouw bewust,
Tot ik verfrist ontwaakte;
Want God was aan mijn zij';
Hij ondersteunde mij
In 't leed, dat mij genaakte.
Ik zal, vol heldenmoed,
Daar mij Zijn hand behoedt,
Tienduizenden niet vrezen;
Schoon ik, van alle kant,
Geweldig aangerand
En fel geprangd moog' wezen.

 

Psalm 110 vers 7

Hij zal op weg eens drinken uit de beken,
Daar Hij gevaar, noch strijd, noch moeit' ontziet;
Daarom zal Hij het hoofd naar boven steken,
Met eer bekroond in 't Goddlijk rijksgebied.

 

Psalm 23 vers 1-3

1.De God des heils wil mij ten Herder wezen.
'k Heb geen gebrek, 'k heb geen gevaar te vrezen.
Hij zal mij zacht, in liefelijke weiden,
Aan d' oevers van zeer stille waatren leiden.
Hij sterkt mijn ziel; richt, om Zijn Naam, mijn treden
In 't effen spoor van Zijn gerechtheden.

 

2.Ik vrees niet, neen, schoon ik door duistre dalen,
In doodsgevaar bekommerd om moest dwalen.
Gij blijft mij bij in alle tegenspoeden;
Uw stok en staf zal mij altoos behoeden.
Gij troost mijn ziel, en richt, in mededogen,
De tafel aan, voor mijner haatren ogen.

 

3.Gij zalft mijn hoofd, Gij doet mijn blijdschap groeien,
En van Uw heil mijn beker overvloeien,
Het zalig goed, mij door Uw gunst gegeven,
Verlaat mij niet, maar volgt mij al mijn leven.
Zodat ik in het heilig huis des Heeren,
Een lange reeks van dagen, blijf verkeren.

 

 

Na de preek:

 

Psalm 79 vers 7

Zo zullen wij de schapen Uwer weiden,
In eeuwigheid Uw lof, Uw eer verbreiden,
En zingen van geslachten tot geslachten;
Uw trouw, Uw roem, Uw onverwinbre krachten.

 

Psalm 56 vers 6

Gij hebt mijn ziel beveiligd voor den dood;
Gij richt mijn voet, dat hij zich nimmer stoot;
Gij zijt voor mij een schild in allen nood;
Gij hebt mijn smart verdreven.
Uw dierbre gunst is m' altoos bijgebleven.
'k Zal, voor Gods oog, naar Zijn bevelen leven.
Zo word' door mij Zijn Naam altoos verheven;
Zo word' Zijn lof vergroot.