Prekenserie Gods bewaring en trouw. Deel 1.Jesaja 43 2015

Prekenserie Gods bewaring en trouw. Deel 1.

 

Jesaja 43

Jesaja 43 vers 1-15

Tekst vers 1-2

Maar nu, alzo zegt de Heere, uw Schepper, o Jakob! en uw Formeerder, o Israel! vrees niet, want Ik heb u verlost; Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijn.

Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verbranden, en de vlam zal u niet aansteken.

 

1.       De Heere die verloste.

2.       Christus die verlost.

3.       Christus die behoud en Zijn belofte.

 

 

1.De Heere die verloste.

 

Gemeente we hebben zo net psalm 66 gezongen , een psalm die heel dicht aansluit bij de preek van vanochtend. God baande door de woeste baren , En brede stromen ons een pad. Wat Hij eens  aan het volk Israël deed toen ze voor de rode zee stonden. Het Egyptische leger achter hun. Wat moesten ze beginnen. Ze konden geen kant meer op. Zouden ze dan moeten sterven in de hand der Egyptenaren? Zou God Zijn gena dan zijn vergeten? Nooit meer van ontferming weten?  Zo leek het misschien eerst wel ja , maar de Heere laat Zijn volk nimmer in de steek , ja zelfs als ze zwaar gezondigd hadden, zocht Hij ze opnieuw op en zo ook nu. Het Egyptische leger kwam aan gedaverd en het volk kon geen enkele kant meer op vluchten. Angst en ontzetting beviel hen. Moeten wij dan hier sterven in de woestijn? Had ons toch in Egypte gelaten Mozes! Nee zij Mozes : “wees niet bang, vreest niet, de Heere zal voor u strijden en gij zult stil Zijn.” En toen even later Mozes zijn hand uitstrekte over de zee kwam er een pad. Het volk werd bewaard door Gods hand en Hij leidde het volk droogvoets door de zee. Hij bewaarde hen.

 

Wat droevig dat het volk dat weer zo snel was vergeten. Later die dorst en die bittere plas Mara. Het volk wat morde, zo ook met brood wat de Heere hen gaf uit de Hemel, ze hoefden het niet meer. Ze verlangden meer naar het vlees dat ze in Egypte kregen, “och waren we toch in Egypte gebleven”. En zo’n volk wat zo ondankbaar was en een gruwel was in Gods ogen, maar toch bewaarde de Heere hen. Ja zelfs toen de Heere van plan was Zijn volk uit te roeien, nadat ze het gouden kalf hadden gemaakt en hadden aanbeden, wou God  een nieuw volk uit Mozes te verwekken. Maar Mozes ging in gebed  om bewaring van het volk, “ja bewaar hen toch, delg mij maar uit het boek des levends , maar niet hen Heere.” En zo tal van geschiedenissen dat de Heere Israël bevrijdde. In heel de geschiedenis van Israël. De Heere streed voor hen in de oorlogen, Hij beschermde ze tegen ziektes en tegen vijanden. De Heere stond in voor Zijn volk. Hij zorgde voor hen, dat betekende niet dat het volk niks kon overkomen, want het volk zondigde keer op keer tegen de Heere en omdat de Heere Zijn volk liefheeft moest Hij het ook straffen, opdat ze zouden leren met God is niet te spotten en opdat ze Hem oprecht en met alle liefde zouden dienen. Ik ben de Heere uw God. En zo maakt de Heere zich bekend als wie Hij is en wat Hij heeft gedaan. Zijn Naam: HEERE: Ik ben wie ik ben en IK zal zijn die Ik zijn zal. Zo begint Jesaja 43 vers 1: Maar nu, alzo zegt de Heere, uw Schepper, o Jakob! en uw Formeerder, o Israel! vrees niet, want Ik heb u verlost; Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijn.

 

Het volk hoefde niet bang te zijn, niet te vrezen voor de vijand, “want ik heb u verlost Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijn.

Een voorbeeld om het voor de kinderen duidelijker te maken:

Vaak rond de zomervakantie wil je moeder dat je, je kamer opruimt en uitzoekt wat weg kan in de prullenbak. Het schooljaar is voorbij en veel dingen kunnen weg. Maar als je zelf , alleen je kamer uitzoekt , verdwijnt er niet zoveel in de prullenbak hé? Dit en dat wil je nog graag houden, eigenlijk doe je liever niks weg. Maar als je moeder komt mee helpen opruimen dan heeft ze in korte tijd zo een krat vol spullen die in de prullenbak kunnen. Maar ja het zijn jouw spullen, je wilt zelf kunnen beslissen of je ze weggooit of niet, het is jouw eigendom. Maar toch gooit je moeder die spullen weg, je kunt huilen of niet, maar ze verdwijnen in de prullenbak. En als je moeder dan even uit de buurt is , tippel je gauw op je tenen naar de kliko, dit en dat wil ik graag nog houden. Je haalt het er gauw uit en verstopt het in je kamer. Jouw spulletjes daar ben je trots op.

 

Zo zorgt ook de Heere voor Zijn eigendom voor Zijn volk. Er is alleen een verschil. Hij doet ze nooit weg, Hij gooit ze nooit in de prullenbak ,met eerbied gesproken gemeente.

 

Je eigendom, daar zorg je goed voor toch niet waar? Ja zo zorgt Hij ook voor Zijn volk, Hij bewaard hen en spaart hen en o.w. als er iemand aan Zijn eigendom komt. Als er iemand zijn vinger durft uit te steken naar zijn volk. Die zal het voelen, die zal niet ongestraft blijven.

 

U bent misschien getrouwd of jij hebt misschien een vriend of vriendin. Wat hou je zo ontzettend veel van je vriend of vriendin. Alles heb je over voor hem of voor haar. Wat kan je , je dan boos maken als er iemand de ander kwetst of pijn doet. Niemand mag aan jouw liefde komen.

 

Zo houd de Heere ook van Zijn volk, Zijn kinderen hier op aarde, wie Zijn volk , Zijn kinderen kwetst, kwetst den diepste Hem zelf. Zijn eigendom.

 

Maar nu eerst een vraag gemeente. Bent u ook een kind van Hem? Bent u Zijn eigendom? Weet dan dat Hij voor u zorgt.  En als Hij voor u zorgt , wat kan u dan nog gebeuren. Jesaja 43:2 Wanneer gij zult gaan door rivieren ze zullen u niet overstromen en als u door het vuur zal gaan, gij zult niet verbranden. Wat een belofte gemeente, Zijn bewaring, Zijn trouw, zelfs door de rivieren en het vuur heen. Och gemeente : Bent u al van Hem? Bent u al Zijn eigendom? Zo niet val toch op uw  knieën vandaag en roept Hem aan. Heden is er nog genade tijd. Als u wacht is het morgen  misschien al te laat, ja wie zegt dat u de volgende morgen nog haalt? Heden bekeert u! Verhard u niet maar laat u leiden. Ja dat Leiden door Hem is zo mooi. Binnenkort hopen we hier nog verder bij stil te staan aan de hand van psalm 23. Maar dat leiden door Hem , geeft zo’n rust en zo’n vertrouwen in Hem. Je hoeft niet meer bang te zijn. Overal waar je heen gaat, mag je weten Hij gaat me mij mee. Ik ga niet alleen. Al gaat het door de rivieren en stormen van je leven heen. Ze zullen je niet overstromen. Al gaat het door het vuur van de beproeving heen, Hij is er en Hij blijft bij je en Hij zorgt dat de vlam je niet zal aansteken. Gemeente is dit niet heerlijk. Een wakende Heere, die voor je zorgt, die van je houd , die je bewaart. En dan te weten , dat , dat alles onverdiend is en enkel genade. Waaraan had het volk die zorg te danken? Waren ze zo bijzonder? Nee God koos hen niet uit, omdat Hij ze zo goed vond en zo netjes. Nee Hij koos hen uit omdat Hij hen liefhad, met een eeuwige liefde. En wordt daaraan toegevoegd , wie zal ze uit Mijn hand rukken? Zonder Zijn wil kan hen niets overkomen. Zijn Vaderlijke handen beschermen Zijn eigendom. Ik hoorde eens een predikant zeggen: Alles wat Hij ons toeschikt in dit jammerdal, gaat eerst door Zijn Vaderlijke handen, voordat Hij het aan Zijn kinderen toeschikt. De Heere zelf zorgt voor ons en Hij leidt Zijn weg, die alleen goed is. Hij weet wat we nodig hebben. En als is de weg moeilijk. Heft het hoofd naar omhoog, opziende naar Hem, wetend dat Hij voor u zorgt en al het kwaad wat mij nu overkomt, dat Hij mij dat ten beste keren zal en dat het een bedoeling heeft , het lijden. Want zonder Zijn wil kan ons niks overkomen. Zijn weg is niet altijd wat wij zo graag zouden gezien hebben, maar Zijn weg met ons is wel de beste , omdat Zijn weg leidt , ook als is het door het vuur van de beproeving , Zijn weg leidt naar boven, naar het eeuwige paradijs.

 

2.Christus die verlost

 

Onze volgende gedachte is : Christus die verlost.

We mochten allereerst stil staan bij De Heere die verloste. We mochten dit krachtig zien, door wat de Heere deed met de uitvoering van het volk Israël uit Egypte. En zo tal van geschiedenissen waarbij de Heere Zijn goddelijke bewaring liet schitteren.

 

Maar nu de verlossing. Heden! Christus verlost! Met oudjaar stonden we stil bij psalm 46 :God is ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtelijk bevonden een Hulp in benauwdheden. Daarom zullen wij niet vrezen. Christus die verlost. Hij is een hulp in benauwdheden. Hij redt uit alle gevaren. Daarom is zo belangrijk dat je Jezus kent jongeren. Als je Hem kent, hoef je niet bang te zijn  voor de toekomst. Ja wat kan mij gebeuren, mijn leven ligt immers in Zijn handen en als ik mag sterven, kom ik bij Hem , bij Mijn heiland. Nee het klinkt niet als ik moet sterven. Nee als je Hem kent, kan je nog wel bang Zijn voor de dood, dat wel, maar het is slechts een doorgang naar het eeuwige leven. Niets kan mij meer scheiden van de liefde van God in Christus Jezus. Geen vijanden, geen overheden , geen machten, geen diepte, zelfs geen enkel schepsel , nee want Hij bind zich aan Mij vast. Ik mag me verbonden voelen met Hem. Daarom hoef ik niet te vrezen! Wat de toekomst brengt? Als je de mensen hoort, ze zijn wanhopig in deze tijd, waar gaat het allemaal heen, wat gebeurd er allemaal? Wat er gebeurd, het gaat naar de eindtijd toe, nee we leven daar al in, we zijn slechts aan de vooravond van de wederkomst.

 

Jongeren als het jullie ooit gevraagd wordt , wat er nu toch allemaal gebeurd in deze tijd, vertel hen dan, het gaat naar toe naar de wederkomst van Jezus Christus. En ik hoop dat je ook mag vertellen door Gods genade. Ik verlang ernaar. Naar Zijn komst, want Zijn komst is het die mijn heil volmaakt. Als Hij komt , mag ik bij Hem zijn. Wat een wonder, dat verlangen kan alleen gewerkt worden door Gods Geest. Bid daarom, om verlangen te krijgen naar Zijn wederkomst, om daar naar uit te zien.

 

We mochten in onze eerste gedachte al zien hoe God zich aan Israël bekent maakte. Hij maakte zich bekend als de God die hen uit Egypteland uit het land der dienstbaarheid had verlost. In vers 11  lezen we dat God zich ook bekend maakt als Heiland. Vers 11: Ik, Ik ben de Heere, en er is geen Heiland behalve Mij. Hij maakt zich bekend als: verlosser, als redder en als zaligmaker. Zijn Zoon die Zijn leven gaf om de zonden van Zijn Volk ,van Zijn kinderen te betalen. Christus verlost! De zonden van het volk werden betaald door Het bloed van Het Lam. En al de zonden die Zijn kinderen hebben gedaan nam Hij op zich, op het kruis , op het vloekhout, waar Hij ervoor betaalde. Omdat Hij Zijn Volk en Zijn kinderen zo lief had, gaf Hij Zijn leven zelfs voor hen tot in de dood. Want alzo Lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem geloofd niet verderfe maar het eeuwige leven hebbe.

 

Wat een wonder, Hij gaf Zijn leven aan moordenaars , aan zondaren, aan mensen die helemaal niet op Hem zaten te wachten. Hij gaf Zijn leven voor u! Hoort u dat? Voor u! Omdat Hij u heeft liefgehad, met een eeuwige liefde. Waarom heeft Hij mij dan zo lief, dat Hij voor mij wilde sterven?  Omdat Zijn Vader u en jouw geschapen heeft naar Zijn beeld en Hij wil dat geen enkel mens verloren gaat. Niemand! Daarvoor kwam Hij naar deze wereld, om de mensen te redden van het verderf, van de ondergang. Zo lief had Hij u! Zijn leven voor het uwe. Opdat het uwe bij Hem zou mogen komen. Gemeente zo een liefde vol offer van uw Heiland laat  toch niet liggen, zo’n offer veracht u toch niet. Ja de duivel leert ons dit offer te verachten en dit Lam te verachten. Laten we toch niet ons in de greep van de satan houden. Het gaat om uw eeuwige bestemming! Verhard u niet, neemt Zijn offer aan, want een ieder die Zijn offer aanneemt zal zalig worden. Wat een liefde dat Hij Zijn leven gaf, maar wat vergeten we zo vaak de liefde van de Vader zelf. De Vader die Zijn eniggeboren Zoon naar deze wereld stuurde, deze moordenaarskuil. Wat een liefde heb  je daar zoveel voor nodig om dat te doen. Dat zou toch niemand willen doen. Zijn zoon regelrecht naar mensen sturen die zijn zoon zouden vermoorden, maar Hij deed het, omdat Hij u lief heeft gehad met een eeuwige liefde. En zoveel liefde heeft Hij temeer dat het vandaag klinkt uit Jesaja 43 : Maar nu, alzo zegt de Heere, uw Schepper, o Jakob! en uw Formeerder, o Israel! vrees niet, want Ik heb u verlost; Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijn.

 

Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verbranden, en de vlam zal u niet aansteken. Zo lief heeft Hij u dat Hij belooft als u in Hem gelooft , dat u geen kwaad zal wedervaren. Dat de golven der rivieren wel hard tekeer zullen gaan, maar u niet overstromen zullen. Hij waakt met een goddelijk oog over Zijn eigendom.

 

En wat een wonder nog termeer Hij heeft verlost. Bent u al verlost? Bent u al van Hem? Gekocht met Zijn bloed?  Als u door Hem gekocht bent, bent u ook verlost van het juk van de dienstbaarheid. De dienstbaarheid van de zonde. Hij verlost. Het juk van de zonde kan soms heel zwaar drukken hé. Het lijkt of je dat juk nooit kwijt zal raken. Die zonde , die akelige zonden. Telkens weer opnieuw. Hoe kan ik ervan worden verlost?

 

Gemeente vandaag ligt daar een oplossing. Volg Jezus. Maar die zonde knellen ik kan geen stap zetten. Bid tot Jezus , kniel voor Hem neer. Ruil met Hem. Zijn juk is zacht en Zijn last is licht. Als je Hem achterna loopt , kom je net zoals Christen uit het boek van Bunyan , bij het kruis van Jezus, en daar vloeit het bloed van Jezus. Daar kunnen de zonden niet tegen op. Jezus u voor mij! Ja die knellende banden van het juk van de zonden, kijk daar vallen ze, de zonden in het open graf van Hem, van Jezus. O Jezus u verzoenend sterven blijft het rustpunt van mijn hart. Dat u dat wilde doen, dank u Heere, dank u! Dan blijft alleen nog die stille verwondering over. Jezus voor Mij. De zonden achter me, ja ze achtervolgen me nog, daar ontkom ik helaas niet aan , maar Hij draagt me en tilt me over de zonden heen, want met U kan ik door sterke benden dringen, met Mijn God zelfs over muren springen. Geen zonde te sterk geen verleiding te hoog met Hem dringt er dwars door heen. Och gemeente kent u Hem al? U weet niet wat u mist. Hij draagt, Hij beschermd en Hij leidt naar het eeuwig Vaderland.

 

Vers 12 : Ik heb verkondigd, en Ik heb verlost, en Ik heb het doen horen, en geen vreemd god was onder ulieden; en gij zijt Mijn getuigen, spreekt de Heere, dat Ik God ben. Ja Hij heeft verlost Israël was er getuigen van. Elke jaar het Pascha wat daaraan moest herinneren, dat God hen bevrijd had uit Egypteland . Ja en ook elk jaar het Pasen wat er ons aan mag herinneren dat Jezus voor ons gestorven is  en ons heeft verlost. Wij Zijn getuigen van Zijn verlossing, ook al hebben we het niet met het blote oog gezien toen Hij stierf, maar toch Jezus zij: Zalig zijn zij , die niet zullen gezien hebben , en nochtans geloofd zullen hebben. Zijn wij getuigen van Zijn verlossing? Getuigen van Zijn opstanding?

 

Petrus wilde eerst geen getuigen zijn, hij was bang dat Hij net als Jezus ter dood zou veroordeeld worden, maar na Zijn hemelvaart, op de pinksterdag, zien we een vol van de Heilige Geest vervulde Petrus staan te prediken op het tempelplein. Niets meer kon Hem scheiden van de liefde van Jezus Christus. Is dat bij u ook? Kan niets meer u scheiden van de liefde van Jezus. Wees Mijn getuigen. Dat kan niet makkelijk zijn, ik weet het uit ervaring, maar toch het loon is groot wat Hij zal geven. De volle heerlijkheid in het eeuwig leven bij Hem.

 

Als ik hoor dat een Nigeriaanse dominee ons terecht wijst dat wij zo weinig Jezus getuigen zijn.  Zondags in de kerk, maar door de weeks? Wereldwijd groeit het aantal Christen, maar in Europa? Daar neemt het juist af, waarom? Omdat er zo weinig getuigen van Jezus, omdat mensen er zo weinig mee geconfronteerd worden dat het zo eeuwigheid is. Wees mijn getuigen, nee je hoeft niet elke dag de straat op , om net als Jehova’s getuigen langs de deuren te leuren om het zo te noemen. Nee maar in alles wat je doet, te laten blijken dat je Jezus lief hebt en Hem dient en welke vreugde dat met zich mee brengt. Om niet te zwijgen over Jezus tegen je buren, je collega’s , vrienden, maar Hem te verheerlijken, opdat ze Heilig jaloers zouden worden op je. Omdat die vrede afstraalt van je aangezicht.

 

 

3.       Christus die behoud en Zijn belofte.

 

We stonden net stil bij de verlossing door Christus. We mogen stil staan bij de belofte die God Zijn volk , Zijn kinderen gegeven heeft.

 

Jesaja 43 vers : 2 Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verbranden, en de vlam zal u niet aansteken.

 

Ja gemeente wat een grote belofte die de Heere hier aan Zijn volk en aan ons geeft. Zijn bewaring. Ik ben deze prekenserie begonnen omdat ik getrokken werd naar geschiedenissen waarin de Heere Zijn volk, en Zijn kinderen bewaart en beloofd bij hen te zijn. Zo zegt vandaag onze tekst uit Jesaja 43 wanneer gij zult gaan door het water , Ik zal bij u zijn. Het water heeft hier meerder betekenissen. Dat water staat teken voor gevaren die zullen komen. Ziektes, oorlogen, rampen, hongersnoden nog  zoveel meer. De Heere zegt Ik zal bij u zijn. Wat er ook gaat gebeuren, Ik zal bij u zijn. Ik laat Mijn volk en Mijn kinderen niet in de steek. Och gemeente , wat een belofte! De Heere blijft bij ons.

 

De Heere zal u steeds gadeslaan. Opdat Hij in gevaar, uw ziel voor ramp bewaar. De Heer t’zij g’in of uit moogt gaan, en waar g’u heen moogt spoeden , zal eeuwig u behoeden. De Heere is trouw , Hij laat nooit in de steek. Wat door velen mensen wel gebeurd doet Hij niet. Nee Hij blijft trouw, zelfs in het uur van de dood.

 

U zult dit vast wel herkennen, er gebeurd iets, uw man of vrouw word ernstig ziek, wat kan je dan zo verlaten voelen. Niet voor niets luidt het spreekwoord : In nood leert men zijn vrienden kennen. Maar wat vrienden niet doen doet Hij wel, Hij is trouw. Zo klinkt het ook als we dienst beginnen vanaf de preekstoel. Onze hulp is in de naam van de Heere, die hemel en aarde geschapen heeft, die trouwe houd en eeuwig leeft en die nooit zal laten varen enig werk dat uit Zijn hand begon.

 

Hij is het die trouw blijft. Al gaat het door het water heen, Hij is er een Hij gaat mee, al gaat het door rivieren en stormen, ze zullen u niet overstromen.  Stormen in je leven kunnen zo hevig zijn. U zult dat herkennen. Uw zoon, uw dochter haakt van het geloof af, iemand overlijdt uit uw familie, burenruzie of ruzie of misschien nog andere dingen. Het kan soms zo hevig aankomen. Psalm 69 verwoord zo: O God, verlos en red mij uit den nood; De waatren zijn tot aan de ziel gekomen; Ik zink in 't slijk; ik voel mij overstromen; Ik ga te grond' ; de vloed is mij te groot; Ja zo kan het vaak voelen, stromen in je leven schudden aan je. Het lijkt wel of ze je overstromen. Je kan geen enkele kant meer op. Helemaal midden in de golven. Waar dan heen? Maar daar staat Jezus. Want Hij is immers altijd bij. Rivieren zullen u niet overstromen en met een krachtige hand trekt Hij u uit het water der beproeving  en het water van het verderf.

 

En toch kunnen die golven zo hoog slaan . Het lijkt wel of de duivel er spelletje van maakt. Die golven trachten je te bedekken. Laat mij niet verzinken in de waateren Heere! Red mij uit de handen van mijn haatren. Uit dezen dezen kolk en diepe watervloed. Weet als zich omgeven voelt door stormend water aan alle kant. Jezus heeft beloofd bij mij te zullen blijven. U mag daar op pleiten. Hij zegt immers: Ik zal bij u Zijn. U bent toch gedoopt?  Het teken , het verbond dat de Heere met u maakte, Ik zal bij u zijn. Ik zal u niet alleen laten gaan.

 

Soms herkennen we wel iets uit het leven van Job. Die Godvrezende man. Alles verloor hij, zijn schapen, dieren , alles, maar toch hield hij staande in het geloof, omdat God bij Hem bleef.  Hij blijft trouw. Terwijl ik zo vaak wel ontrouw ben geweest. Hij blijft trouw. Ja die wateren gaan soms hevig te keer. Maar weet ze zullen niet overstromen.

 

En als u door het vuur heen zal gaan, de vlam zal u niet aansteken. Het vuur van de beproeving. Het kan ook vervolging zijn. Het vuur van de beproeving. Ben ik een echt kind van God? Blijf ik staande in de verdrukking en in het lijden? Ja wie staande zal blijven zal het eeuwige leven beërven. Ja dan kun je letterlijk verband worden, maar geestelijk word je nooit verbrand, die vlam zal je nooit aansteken. Nee ze kunnen doen wat ze willen met me, maar Jezus van mij afpakken kunnen ze nooit. Hij is en blijft van Mij. En zelfs in het uur van de dood, is Hij nabij.

 

Hij schenkt me in hart meer vreugde, dan ander smaken in een tijd. Dit aardse leven is niets waard vergeleken bij het eeuwige. Want dat schenkt mij eeuwige vreugde. Daar zullen geen golven meer gezien worden, daar is geen veterend vuur. Maar daar is Hij die Zijn zwaar beproefde kinderen in het eeuwig thuis verwelkomt. Kom binnen gij gezegenden!!

 

Wat een vreugde , daar is alleen maar blijdschap en God zal alle tranen van de ogen afwissen. Maar nu ,nu nog op aarde. Waar de golven nog slaan. De verdrukking en het lijden zo vel kan zijn. Toch is Hij er en Hij blijft bij je. Wat zou mij doen vrezen in een tijd? Ik hoef niet bang te zijn als ik Jezus ken. Nee want Hij zorgt voor Zijn eigendom, met grote zorg, niet willende dat enige verloren ga. Ook u niet. Nee Israël wachter sluimert niet,  geen kwaad zal u genaken, de Heer zal u bewaken. Ja waar u weg ook heen zal gaan. Dat kan door dalen zijn, of over heuvels. De Heer is met u, ja al de dagen van uw leven.

 

Jongeren het is zo belangrijk dat je Jezus kent. Dat geeft zoveel troost zeker in deze tijd met al haar verleidingen. De verleidingen komen zo allemaal je hart binnen. Werk , geld, meer ,meer geld, alleen maar bezig zijn met je mobiel in plaats van God, jongeren we leven naar de eindtijd eens komt er ook een dag jij Jezus zal ontmoeten en dan is de vraag ken je Hem of ken je Hem niet. Als je alleen maar bezig bent met de dingen van het tijdelijke leven, wat moet Jezus dan tegen jouw zeggen? Kom binnen gij gezegende Gods? Of zegt Hij : gaat weg uit Mijn ogen Ik ken u niet. Weet dat de dag nabij is. De tijd is nog kort. Een kleine tijd en gij zult Mij niet zien zij Jezus, die kleine tijd is bijna voorbij. Het is twee voor twaalf. Open je hart toch en laat Christus over je lichten. Doe je zondige leven de deur uit. Maak tijd voor Hem, want in die stille tijd werkt Hij! Als je Hem mag kennen wat is dat zo’n troost in zo’n seculaire omgeving in Nederland. Ja want Hij blijft bij je, jij hebt iets wat de andere mensen niet  hebben. Christus! Wat nemen zij mee in hun graf? Niets! Wat baat het de mens of ze veel schatten verzameld, die derven aan het eind allemaal het leven, dat gaat allemaal voorbij. Maar Christus blijft in je en als je dan sterft , mag je naar Hem toe, naar je eigenaar.

 

Wat is uw enige troost, beide in het leven en sterven? :Dat ik met lichaam en ziel, beide in het leven en sterven niet mijn maar mijns getrouwen Zaligmakers JEZUS CHRISTUS eigen ben. Wat een troost, dat is een troost die niemand je kan afpakken, dat blijft de troost die blijft in eeuwigheid. Waar de weg heen zal gaan. God weet het. Die troost blijft vast : Hij is van mij en ik ben van Hem en ik krijg nog een belofte daarbij namelijk:  dat zonder den wil mijns hemelse Vader geen haar van mijn hoofd vallen kan.

 

Dat is een troost gemeente. Zonder Hem kan u niets gebeuren. Uw haren zijn door Hem allen geteld en er zal geen een afvallen zonder Zijn wil. Wat laat dat de wonderlijke bewaring van Hem zien. Hij zorgt voor me. Hij blijft trouw! Hij is het die verlost! Ja wat ben ik Hem zoveel dank verschuldigd, dat Hij voor mij wil zorgen en dat nog onverdiend. Ik heb gezondigd en toch stierf Hij voor mij, ik heb gezondigd en toch wil Hij mij bewaren. Een rijke genade is dat gemeente! Totaal onverdiend en toch doet Hij het, omdat Hij het beloofd heeft.

 

Geen golven zullen u overstromen. Misschien staat u midden in de zee. Alle problemen van het leven. Jezus zegt ze zullen u niet overstromen, want daar zorgt Hij voor. Het kan veel pijn doen in je hart, want die golven maken soms veel kapot in je leven, maar die golven onthouden je niet van Zijn liefde en trouwelijke bewaring. Hij legt de wind het zwijgen op. Al zult gij gaan door het vuur. U zult niet verbranden.

 

Denk maar aan die jongelingen daarin Babel. Ze wilden niet knielen voor dat grote beeld wat Nebukadnezar had gemaakt. Ze moest in de vurige oven, maar de vlam stak hen niet aan, daar zorgde een engel voor, nee daar zorgde de Heere zelf voor. Hij behield hen in het leven en liet zien aan Nebukadnezar er is geen andere God dat Hij zelf alleen. Al gaat het bij u door het vuur, de vlam zal u niet aansteken. Ja soms kun je dan wel verbrand worden lichamelijk gezien, maar geestelijk, vat je geen vlam en als er een vlam komt, is het de vlam van de Heilige Geest die roemt en die je hart uitstort zodat Jezus geroemd en geprezen wordt. Hij alleen de eer.

 

Soms kun je dan nog wel bang zijn, bang voor de gevaren en zelfs de dood, maar als Christus in je is ,wat is er dan nog te vrezen, de dood verslagen. Zoals dominee Van de Weg eens zij. “Het ongeloof zegt: dood is dood. Het geloof zegt: de dood is gedood.” De dood is niet het einde maar een doorgang en wat zou ik vrezen. God is immers bij me. Mijn Bruidegom wacht op mij.

 

Hij heeft verlost. Verlossing te weeg gebracht. Aan Israël en aan u? Bent u al verlost? Verlost van de zonde, verlost van zelfredzaamheid. Hij verlost! Zijn bloed reinigt van alle zonden. Ik durf niet te gaan tot Hem. Ga toch maar! Hij wacht op u. Hij staat elke dag op de uitkijk. Komt hij of zij al? Hij verlangt ernaar om u te zien. Opdat hij jouw in de armen vallen kan. Hij wil niet dat je verloren gaat. Wacht toch niet langer. Heden doe het , ga maar, Hij wacht op u en Hij zal u niet verstoten.

 

Wat een wonder als u al bent gegaan naar Hem. Wat een roem en schat ligt er in Christus. Hij zorgt voor u. Hij blijft u getrouw en Zijn liefde kent geen grenzen. Die liefde smelt harten ineen. Brandend tot een hart. Ja Hij is de Mijne en dat komt omdat Hij mij heeft geroepen. Vers 1: Gij zijt van mij, IK heb u bij uw naam geroepen. Kom , ja jij daar, kom , volg gij mij. Laat alles achter je , volg mij. Zet je treden maar in Mijn spoor, opdat je voet niet uit zal glijden. En wandelend achter Hem aan gaat het toe naar het eeuwig Jeruzalem.

 

En dankend mag je zingen: psalm 66 vers 6

 

Door 's Hoogsten arm 't geweld onttogen,
Zal ik, genoopt tot dankbaarheid,
Verschijnen voor Zijn heilig' ogen
Met offers, aan Hem toegezeid.
Ik zal, nu ik mag ademhalen,
Na zoveel bangen tegenspoed,
Al mijn geloften U betalen,
U, Die in nood mij hebt behoed.

Laten we dat zo samen gaan zingen gemeente. De Heere verloste , Christus die verlost, Christus die behoud.

 

Amen

 

 

Psalmenkeuze Jesaja 43

Voor de Preek:

 

Psalm 25 vers 2 en 10
 

2. Heer', ai, maak mij Uwe wegen,
Door Uw woord en Geest bekend;
Leer mij, hoe die zijn gelegen,
En waarheen G' Uw treden wendt,
Leid mij in Uw waarheid, leer
IJvrig mij Uw wet betrachten.
Want Gij zijt mijn heil, o Heer',
'k Blijf U al den dag verwachten.

 

10. Hoed mijn ziel,en red z' uit noden,
Maak mij niet beschaamd, o Heer';
Want ik kom tot U gevloden.
Laat d' oprechtheid meer en meer,
Met de vroomheid, mij behoen.
'k Wacht op U in mijn ellenden,
Laat Uw hand, in tegenspoen,
Israel verlossing zenden.

 

Psalm 69 vers 1 en 6

 

1. O God, verlos en red mij uit den nood;
De waatren zijn tot aan de ziel gekomen;
Ik zink in 't slijk; ik voel mij overstromen;
Ik ga te grond' ; de vloed is mij te groot;
Ik roep mij moe in dezen jammerstaat.
Mijn keel is hees, zij is van droogt' ontsteken;
En daar ik hoop op God, mijn toeverlaat,
Schrei ik mij blind; mijn ogen zijn bezweken.

 

6. Ruk door Uw macht, mij uit het slijk; behoed,
En laat mij niet verzinken in de waatren;
Maar red mij uit de handen mijner haatren,
Uit dezen kolk en diepen watervloed.
Och, laat den stroom mij over 't hoofd niet gaan,
Maar dat Uw arm 't geweld der diepte stuite;
Dat toch de put niet worde toegedaan,
Noch over mij zijn mond voor eeuwig sluite.

 

Psalm 66 vers 3,4 en 5

 

3. God baande door de woeste baren
En brede stromen ons een pad;
Daar rees Zijn lof op stem en snaren,
Nadat Hij ons beveiligd had.
Hij zal eeuw uit eeuw in regeren;
Zijn oog bewaakt het heidendom;
Hij zal d' afvalligen verneren;
Hij keert hun trots' ontwerpen om.

 

4. Looft, looft den Heer' der legerscharen,
O volken, heft een lofzang aan;
Hij wil ons in het leven sparen,
Ons hoeden op de steilste paan,
Voor wanklen onzen voet bevrijden.
Gij hebt ons voor een tijd bedroefd,
En ons gelouterd door het lijden,
Gelijk het zilver wordt beproefd.

 

5. Een net belemmerd' onze schreden,
Een enge band hield ons bekneld.
Gij liet door heerszucht ons vertreden;
Gij gaaft ons over aan 't geweld;
Hier scheen ons 't water t' overstromen
Daar werden wij bedreigd door 't vuur,
Maar Gij deedt ons 't gevaar ontkomen,
Verkwikkend ons ter goeder uur.

 

 

Na de preek

 

Psalm 66 vers 6,8 en 10

 

6. Door 's Hoogsten arm 't geweld onttogen,
Zal ik, genoopt tot dankbaarheid,
Verschijnen voor Zijn heilig' ogen
Met offers, aan Hem toegezeid.
Ik zal, nu ik mag ademhalen,
Na zoveel bangen tegenspoed,
Al mijn geloften U betalen,
U, Die in nood mij hebt behoed.

 

8. Komt, luistert toe, gij Godgezinden,
Gij, die den Heer' van harte vreest,
Hoort, wat mij God deed ondervinden,
Wat Hij gedaan heeft aan mijn geest.
'k Sloeg heilbegerig 't oog naar boven,
Ik riep den Heer' ootmoedig aan;
Ik mocht met mond en hart Hem loven,
Hem, Die alleen mij bij kon staan.

 

10. God zij altoos op 't hoogst geprezen;
Lof zij Gods goedertierenheid,
Die nimmer mij heeft afgewezen,
Noch mijn gebed gehoor ontzeid.

 

Psalm 121 vers 1,2 en 4

 

1. 'k Sla d' ogen naar 't gebergte heen,
Vanwaar ik dag en nacht
Des Hoogsten bijstand wacht.
Mijn hulp is van den Heer' alleen,
Die hemel, zee en aarde,
Eerst schiep, en sinds bewaarde.

 

2. Hij is al treft u 't felst verdriet,
Uw Wachter, die uw voet
Voor wankelen behoedt;
Hij, Isrels Wachter, sluimert niet;
Geen kwaad zal u genaken;
De Heer' zal u bewaken.

 

4. De Heer' zal u steeds gadeslaan,
Opdat Hij in gevaar,
Uw ziel voor ramp bewaar'.
De Heer', 't zij g' in of uit moogt gaan,
En waar g' u heen moogt spoeden,
Zal eeuwig u behoeden.