Het lied der vogels.

Het lied der vogels.

 

Eens musje zingt,

Waar het pad der vrede begint.

Daar slaat de hert zijn palen.

En klinkt het lied der nachtegalen.

Een kwetterende spreeuw.

Legt het af tegen die wijze witte meeuw.

En boven in de lucht,

Op een takje in het park,

Laat het roodborstje zich horen.

Zich niks aantrekkend van het gekakel van de kauw.

Maar dierbaar wit, strijkt daar dat teerste neer.

Een van de mooiste schepselen van de Heer.

De tortelduif verschuilt zich in die rots.

Waar ze haar rol van veiligheid vervuld met trots.